De inwoners van Gaza moeten na de oorlog plaatsmaken voor bouwvakkers en hijskranen, die het gebied onder Amerikaanse leiding zullen ontwikkelen tot een mondaine kuststrook – Donald Trumps visie op de toekomst van Gaza in het kort. Zijn begin deze maand aangekondigde plan laat zien hoe vastgoed wordt ingezet als instrument van autoritair bestuur. Autocraten hebben stadsplanning al veel vaker gebruikt om socio-economische crisissen ‘op te lossen’, vaak ten koste van de meest kwetsbaren.
Boven een artikel van The Times of Israel verscheen begin februari een door AI gegenereerde render van hoe zo’n tot luxueuze vakantiebestemming ontwikkeld Gaza eruit zou zien. Een futuristische, Dubai-achtige plek waarin je alleen aan de zee nog kunt zien dat het hier om de Gazastrook gaat.
Het artikel gaat over de Amerikaanse hoogleraar Joseph Pelzman, de man die al halverwege vorig jaar in een paper de grondslag legde voor Trumps plan (waarvan overigens onduidelijk is hoe grondig de regering het heeft uitgewerkt). Volgens Pelzman moet de Gaza-kwestie worden aangevlogen vanuit een economische logica. Hamas is er niet in geslaagd om in de Gazastrook een functionerende economie op te bouwen en de schade van Israëls geweld is zo groot, dat we „out of the box” moeten denken, aldus Pelzman. Gaza moet daarom worden platgewalst om plaats te maken voor een neoliberale utopie waar volop kansen liggen op het gebied van toerisme, landbouw en high tech.
Hypocriet
Egypte en Jordanië, landen die volgens het plan de Gazanen moeten gaan huisvesten, reageerden verontwaardigd. Dat is begrijpelijk, maar ook hypocriet. Het Egyptische militaire regime bedrijft een vergelijkbare vorm van politiek. Sinds de coup d’état van 2013 is Egypte begonnen met meerdere megalomane stedenbouwprojecten, waaronder een nieuwe hoofdstad die zo’n 6 miljoen mensen moet huisvesten.
Achter de façade van prachtige plaatjes en video’s van hypermoderne steden gaat echter een sinistere werkelijkheid schuil. In de afgelopen jaren zijn al zo’n 2 miljoen mensen in Caïro (ongeveer 10 procent van de inwoners) uit huis geplaatst om ruimte te maken voor bouwprojecten. Dit is vergelijkbaar met het aantal mensen dat Gaza zou moeten verlaten.
Ook in bijvoorbeeld Saudi-Arabië, China en Bhutan schieten nieuwe steden als paddenstoelen uit de grond. Deze landen worden eveneens bestuurd door autocratische leiders die weinig tegenspraak dulden, en zulke projecten gebruiken om hun land internationale allure en legitimiteit te geven.
De plaatjes mogen aanlokkelijk zijn, de realiteit blijkt vaak weerbarstiger
Nieuw is dit fenomeen geenszins. Het vindt zijn oorsprong bij de renovatie van Parijs halverwege de negentiende eeuw, aangevoerd door Georges-Eugène Haussmann. Het oude Parijs van smalle straatjes, revolutionaire barricades en ‘onhygiënische stadsbewoners’ moest plaatsmaken voor brede boulevards, open pleinen en kaarsrechte straatpatronen.
Dit was ook een beproefd recept in de Europese koloniën, waar stedenbouw werd gebruikt als een instrument van controle over de oorspronkelijke bewoners, zoals de Fransen deden in Algiers, Rabat en Hanoi. En ook in onder meer Brazilië, de Sovjet-Unie, India en zelfs Nederland (de Bijlmer) liepen in de jaren vijftig en zestig radicale stadsprojecten. Overheden zagen de samenleving als blanco vel papier en gebruikten grootschalige stadsprojecten om een maatschappelijk ideaal te realiseren van moderniteit, gelijkheid en vooruitgang.
Waar hedendaagse stedenbouw nog steeds gestoeld is op een aantal van deze (problematische) modernistische principes, zijn er ook grote verschillen. Tegenwoordig zijn stedenbouwkundige projecten steeds vaker gedreven door vastgoedlogica, waarin alles draait om winst maken met het neerzetten en verkoop van gebouwen – en waardoor steden langzaam elitebolwerken worden.
Vastgoedhyperbolen
Autocratische regimes proberen vandaag de dag complexe problemen te bestrijden met vastgoedmodellen à la Dubai. Het idee van de samenleving als tekentafel is bij hen nog springlevend. Het begint, net als in Dubai, met een leeg stuk woestijn. Oftewel: een gebied moet worden platgewalst (‘opgeruimd’), de oorspronkelijke bewoners moeten worden gedeporteerd (‘vrijwillige verhuizing’). Vervolgens wordt het gebied volgebouwd, met de markt als enige leidraad (‘ontwikkeling’). Dit is de taal van de vastgoedautocraat, die aan de hand van mooie plaatjes en vastgoedhyperbolen een beeld schetst van de toekomst van Gaza. „De Rivièra van het Midden-Oosten”, aldus Trump. Woorden die vooral gericht zijn aan potentiële investeerders. Maar dit is helemaal geen economisch aangelegenheid; dit is kolonisatie, alleen in een neoliberaal jasje.
Bovendien: de plaatjes van prachtige nieuwe steden mogen dan vaak aanlokkelijk zijn, de realiteit blijkt vaak weerbarstiger. De Egyptische vastgoed-heilstaat in de woestijn is bezaaid met onafgebouwde spooksteden, terwijl de gewone Egyptenaar opgesloten zit in de afbrokkelende Nijlstrook. Het modernistische ideaal van geplande stedenbouw is een stuk complexer dan politieke leiders doen voorkomen. Daarnaast kan je genocidaal geweld niet verbloemen met vakantieparken.
Een oplossing voor Gaza vergt zeker out-of-the-box-denken. Daarbij moet echter de door Israël gecreëerde realiteit van bezetting, kolonialisme, gedwongen ontheemding en dehumanisering (waarin Hamas is geboren en gedijt) centraal staan. In plaats van fantaseren over een luxe vakantie op het met bloed doordrenkte strand van Gaza, moet de internationale gemeenschap streven naar een oplossing die de rechten en belangen van de Palestijnen centraal stelt – niet de winstmarges van vastgoedmagnaten en autocraten.
Lees ook
Het plan om van Gaza een Amerikaanse kustplaats te maken schokt de regio
