Grootvader gevonden
Al jaren zoek ik mijn grootvader. Mijn vader heeft nooit geweten wie zijn vader was. En dat gat in zijn leven voel ik ook, hoewel het me verder best goed vergaat. Maar die leegte blijft. Op basis van een tip, als laatste strohalm, vraag ik dit jaar de geboorteakte van mijn vader op. Nooit eerder aan gedacht om dat te doen. En dan blijkt, na 95 jaar, dat de aangever van de geboorte van mijn vader dezelfde namen heeft, in dezelfde volgorde: Bernardus Johannes Josephus. Als ik op basis van die informatie en zijn achternaam ga zoeken, blijkt dat die familie bijna iedere generatie wel een Bernardus Johannes Josephus kent. En opeens heb ik er een hele familie bij. Het pleit is definitief beslecht als tot mijn verbazing er ook nog een schrijfster in deze familie blijkt te zijn geweest die de geschiedenis ervan in een paar boeken heeft vastgelegd. En zo lees ik ontroerd over mijn eindelijk gevonden grootvader en de geboorte van zijn kind, mijn vader.
Oene
Glimlach
Een zaterdagavond in augustus, bijna donker. Even niet opletten en ik maak een smak op mijn gezicht – op het asfalt. Gelukkig heeft niemand het gezien; ik schaam me. Pas als ik thuiskom zie ik dat de schade niet meevalt. Mijn mond bloedt hevig, een hoektand blijkt in de bovenkaak geschoven, tanden staan los. Bijna in tranen bel ik allerlei tandartsen. Ik krijg automatische berichten. Soms krijg ik een mens aan de lijn, maar telkens blijkt die niets te kunnen doen. Ik ben bang dat lang wachten blijvende schade veroorzaakt. Uiteindelijk bel ik de huisartsenpost. De triagiste hoort mij aan en zegt beslist: „Ik neem het van u over.” Anderhalf uur lang hebben we nu en dan contact. Ik kan naar Breda of de Randstad. Ver weg als je in de Achterhoek woont. Om half elf meldt de triagiste dat ik in Deventer welkom ben. Zoon en kleindochter brengen me weg, om half twaalf lopen we bij de tandarts binnen. Twee professionele vrouwen maken een foto, hechten wonden en zetten tanden vast. Het is intussen goed gekomen. Ik durf weer te lachen. Wees zuinig op de zorg, meneer Kuipers.
Silvolde
Regen
Waar blijft de regen? Het loopt tegen het eind van mei en de planten in mijn tuin snakken naar water. Sproeien dus. Nu hebben ze het nodig, anders hoeft het niet meer. Geen plaats voor ‘sproeischaamte’. Op deze manier behoud ik nog wat binnenstadsnatuur. Maar, het is pas mei. Wat brengt de zomer? Niet weer zo’n droge tijd, hoop ik. Zo’n zomer dat het gras langs het Twentekanaal al in juni geel is in plaats van eind augustus. Zo’n zomer dat de bomen al in augustus bladeren afwerpen. Hittestress. Maar dan… juni. Regen. Is er iemand (of iets?) boven de wolken die de natuur wil helpen? Of verandert het klimaat? Het regent. Soms rustig, soms gestaag, soms pijpenstelen. In juli: 12,4 centimeter tegen gemiddeld 8 die maand. In augustus meer dan 15 centimeter tegen gemiddeld 9. De bomen, het gras langs het kanaal, mijn tuin – niet eerder zag alles zo groen. Natuur zoals natuur bedoeld is.
Het bleef regenen. De IJssel en de Berkel staan inmiddels buiten hun oevers. Water, regen, tranen. De hemel huilt. Mijn lichtpunt in 2023.
Zutphen
Verloren zoons
We zijn vrienden sinds de middelbare school, zo’n vijftig jaar geleden. Grote hoogtes en diepe dalen. Zijn kinderen werden hem, na de scheiding, door zijn ex afgenomen toen ze nog klein waren. Nadat een aantal jaar geleden zijn jongste zoon na 20 jaar de weg naar zijn vader terugvond, vond dit jaar zijn oudste zoon, na 25 jaar, die weg ook. Lichtpunt één. Hij kwam met het nieuws dat hij net vader, en mijn vriend dus net opa, was geworden – lichtpunt twee. In de zomer kwam lichtpunt drie – het verlossende nieuws dat zijn huidige vrouw die aan Parkinson lijdt, in aanmerking kwam voor een DBS-behandeling. In oktober werd ze geopereerd en de eerste stappen werden gezet met het activeren van de DBS en het minderen van de medicijnen met een ongekend eerste resultaat (lichtpunt vier).
In 2023 zagen we het recht zegevieren, we kregen bevestiging van hetgeen écht belangrijk is in het leven en we lieten menig traan. Wat is het leven dan mooi.
Sassenheim
Heup
7.15 uur: vandaag wordt mijn kapotte heup vervangen door een kunstheup. Om 9.00 uur brengt een verpleegkundige een infuus in, hangt ze een zak vocht aan en krijg ik antibiotica. In bed naar de operatiekamer, overgelegd op de ok-tafel. Ruggenprik. Het laatste dat ik tegen de orthopeed zeg is: „Ik was aan het einde van mijn Latijn dokter.” 10.15 uur: al half wakker word ik naar de verkoeverruimte gereden. De orthopeed vertelt dat de operatie goed verlopen is en dat ook de heup aan het einde van haar Latijn was. „U moet veel pijn gehad hebben.” 16.15 uur: de ruggenprik is uitgewerkt en ik ga naar de wc. Ik sta achter een ‘reuzen’ rollator en doe op aandringen van de verzorgende mijn eerste stap. Ik zak niet meer door mijn rechterbeen heen. Mijn lichtpunt van 2023: ik ga weer zonder pijn lopen.
Voorburg
Weerzien
In oktober wandelde ik met mijn goede vriendin M. bij de Hatertse Vennen. Het was fris, de zon scheen en er stonden van die haast geschilderde wolken in een blauwe lucht. We gingen op een bankje zitten om de pracht te laten inzinken en ook om uit te rusten. „De laatste keer dat ik hier was, was vóór corona.” Na bijna vier jaar heb ik de brandende longen en andere long-covid-verschijnselen nog dagelijks, maar dankzij longarts en Cesartherapeute voel ik me fitter. We kwamen bij een bladerdak waar zonnestralen zich door elke opening heen lieten glijden. Daar zagen we de schaapskudde, de herder en zijn hond. Ik heb ze gemist. We luisterden naar het fluitje van de herder. Het weerzien stemde me hoopvol.
Wijchen
Oekraïners
Er kwam een opvangcentrum voor Oekraïners in ons dorp. Een leegstaand bankgebouw werd binnen korte tijd geschikt gemaakt voor bewoning. Het was hartverwarmend om te zien hoeveel mensen zich aanmeldden om te helpen. Ook ik ging er als vrijwilligster aan de slag, eerst met het maken en uitserveren van eten en daarna met de kinderen. Met handen en voeten, af en toe wat Engels en een paar woorden Oekraïens, communiceerden we. Naarmate de tijd verstreek gingen de Oekraïners meer zelf doen en haakten enkele vrijwilligers weer af. Ik bleef omdat het heerlijk is om met de kinderen bezig te zijn met knutselen en spelletjes. Ze zitten inmiddels bijna allemaal op school maar na schooltijd zijn ze enthousiast aan het schilderen, kleien, knippen. Iedere keer zijn ze benieuwd wat er uit mijn tas komt. Ik zie zoveel blije gezichtjes en word er zelf blij van. Laatst kwam een meisje met een reep chocola naar me toe: „Irina, voor jou.”
Nieuwerkerk aan den IJssel
Tommy
Aan de ontbijttafel leest mijn vrouw de krant en roept iets over ontlezing of Henk Krol. „Er komt geen einde aan”, brom ik. We zijn zeventigers en hebben al veel ellende tot ons moeten nemen. Na mijn vrouw lees ík en pik ik mijn eigen narigheid op; lithium-mijnen in Portugal, orthodoxen in Israël. Dan is het half negen en er wordt aangebeld. Tommy stormt naar binnen. We zijn de vaste oppas van deze jonge labradoodle. Hij drukt zijn stempel op ons leven want hij wil dingen dóén: wandelen in het park en spelen. Zijn batterij raakt nooit op. We lopen, ontmoeten andere hondenbezitters en kinderen die hem aaien. Een nieuwe wereld opent zich. Nieuwe plichten met plastic zakjes. Ik leer de hondentaal en aai mijn nieuwe vriend over zijn buikje. Tommy’s bestaan draait om De Bal. Ik gooi, hij sprint. En hij remt op parket en glijdt zoals in tekenfilms een stukje door voor hij tegen de tafelpoot knalt. Hij weet niets van Krol of lithium. Soms benijd ik hem.
Utrecht
Vertrouwd en vriendelijk
Ik ben bejaard, kom uit Den Haag, en woon in Vaassen. Nu ik alleen ben, loop ik iedere dag met rollator door het dorp of in de kasteeltuin. Vooral daar zijn veel mensen die me groeten: Hallo, Hai, Doei. In het dorp zijn altijd behulpzame zielen die winkeldeuren openhouden of opzij gaan om mijn rollator door te laten. Deze lichtpuntjes helpen me om het lezen van de krant vol oorlogen en dreigingen te boven te komen. Het is hier vertrouwd en vreedzaam.
Vaassen
De opluchting
Mijn omgeving verbaasde zich. Normaal heb ik een hekel aan voorspelbare patronen maar nu voelde ik me het prettigst in een vast ritme zonder uitjes. Ik accepteerde mijn ambitieloze zelf: het zal de leeftijd zijn. Ruim drie jaar geleden veranderde de wereld. Mijn 70ste verjaardag vierde ik met vrienden en familie. Een week later ging de wereld op slot – corona. Tijdens een routine-onderzoek bleek dat ik aan een erfelijke hartspierziekte lijd. Ik veranderde langzaam in mijn onherkenbare zelf. Begin dit jaar kreeg ik weer zin in dingen. Ik begon mezelf weer te herkennen. Het eerste lichtpuntje. Het tweede kwam toen ik bij toeval iets deed wat ik zelden doe: de bijsluiter van mijn medicatie lezen. En daar stond de ‘zeer zeldzame’ bijwerking: ‘Vervreemding van zichzelf of van het eigen gevoel’. Een lichtpuntje? Wat heet. Een enorme opluchting! Ik kreeg mezelf terug.
Kampen