Niet eerder in de afgelopen halve eeuw is het gevaar van een nieuwe wereldoorlog zo groot geweest. En nooit eerder heeft het Westen er zo beroerd voor gestaan. Het huidige Rusland vormt een veel grotere bedreiging dan de Sovjet-Unie tijdens Chroestjov of Brezjnev ooit is geweest. Poetin wordt gedreven door rancune over de teloorgang van Rusland als supermacht, wil de EU vernietigen en zal niet rusten voor hij zijn Rijk weer tot aan de Oder heeft hersteld, met alle geweld. In dat opzicht is het 1938.
Daarbij heeft hij zijn kaarten op de interne verdeeldheid van het Westen gezet. Ook in dat opzicht staat het er beroerder voor dan ooit. De Verenigde Staten zijn inmiddels een verscheurde natie; een herverkiezing van Trump zal Amerika een isolationistische koers doen inslaan. Europa is intern eveneens ernstig verzwakt, nu in veel landen een kwart van het electoraat op semi-fascistische partijen stemt die begrip of zelfs sympathie voor Poetin tonen, ook in Nederland. Dat was in de jaren vijftig ondenkbaar geweest, zoals toen ook extreem-rechtse regeringsdeelname ondenkbaar was. Ook bij ons kan een Poetinist in het Torentje belanden. In dat opzicht is het 1932.
En dan het derde rampzalige grote verschil. Nikolaos van Dam heeft in NRC (23/1) terecht met de misdadige stupiditeit van het Nederlandse Israëlbeleid de vloer aangeveegd. Met het wegkijken bij de massale schending van het oorlogsrecht door Netanyahu ondermijnt het Westen zelf de internationale rechtsorde die het tegenover Rusland beweert te verdedigen, verliest het in de ogen van de steeds belangrijker mondiale Zuiden zijn laatste restant aan geloofwaardigheid, vernietigt het daarmee de kans op wereldwijde steun voor Oekraïne en brengt het zichzelf in een isolement.
Dat betekent: intern en extern sterk verzwakt, staat Europa er alleen voor. De urgentie is groot –- niet toevallig luidde een reeks van hoge Europese militairen recent de noodklok -–maar die urgentie wordt onvoldoende beseft. Wel in woord, niet in daad. Het is inmiddels een jaar geleden dat ik in deze krant de opbouw van een oorlogseconomie heb bepleit, als antwoord op de Russische. Maar nog steeds kan Europa aan eerdere toezeggingen aan wapens en munitie niet voldoen.
Men kijkt weg
In de Europese samenleving is nog veel te weinig het besef ingedaald dat Poetins oorlog ook de ‘onze’ is, reeds omdat Poetin zelf die als zodanig beschouwt. Daarvoor kijkt men weg. Het is daarbij symptomatisch dat tijdens de verkiezingscampagne het buitenland totaal niet aan bod kwam, terwijl staatsveiligheid nu meer dan ooit prioriteit één dient te zijn – met evidente consequenties voor de omgang met Wilders. Voor drie van de vier formerende partijen houdt de wereld achter Enschede op. Belanden we straks in de Derde Wereldoorlog omdat de Tweede te lang geleden en daardoor ‘vergeten’ is?
Zeker, op het eerste gezicht lijken de uitspraken van Europese leiders contra-indicatief. Zij benadrukken immers voortdurend, met 39-45 als referentiekader, dat zij een grote oorlog willen vermijden. Vandaar de aarzeling om zware wapens te leveren, uit angst voor escalatie – in de hoop hiermee Poetin ook tot matiging te bewegen. Dit werkt alleen averechts. Net als indertijd collega-dictator Hitler, ziet hij daarin een vorm van zwakte en dus een aanmoediging om verder te gaan. Anders dan Europa, maalt het Kremlin niet om miljoenen dode soldaten of burgers.
Europa blijkt vervolgens niet voorbereid op het feit dat Poetin zich niet laat tegenhouden door gebaren van onze goede wil. Het kan zich eenvoudig niet (meer) voorstellen dat het ondanks (beter: door) onze voorzichtigheid toch tot een grote oorlog kan komen. Daarin schuilt de parallel met de Tweede Wereldoorlog, waarop men niet meer alert is: een zelfde aarzeling, om maar vooral niet Poetin te provoceren, die toen bij Hitler bestond. Teneinde niet – toentertijd indachtig de Eerste Wereldoorlog – in een Tweede te belanden. Waardoor het Westen op grote achterstand begon, omdat het nagelaten had zich eerder echt tegen Hitler te verzetten.
Lees ook
Alle waarschuwingen voor een oorlog in Europa komen niet uit de lucht vallen
Het Haagse tegenstribbelen
Daarbij heeft dertig jaar neoliberalisme de kiezer van een actieve burger in een passieve consument veranderd, wiens collectieve verantwoordelijkheidsbesef is afgenomen, omdat voor de strontverwende middenklasse de onmiddellijke bevrediging van elke behoefte aan luxeproducten een grondrecht geworden is. Winstgevende handelsbelangen gaan – zie het Haagse tegenstribbelen na de Amerikaanse druk om de export van ASML aan banden te leggen – zodoende voor geostrategische staatsveiligheid. Een politicus die dan de productie van tanks ten koste van tv’s durft te laten gaan, krijgt het electoraal moeilijk. Een consument brengt pas offers als het echt onontkoombaar is, en in een oorlogssituatie is het dan te laat.
Dat twee jaar na 24 februari 2022 Europese regeringen nog steeds niet fabrieken gewoon tot omschakeling op militaire productie kunnen en durven dwingen, hangt daarmee rechtstreeks samen. De Oorlog is te lang geleden. Voor de huidige generaties politici en burgers is de vrede een zo vanzelfsprekend natuurtoestand geworden, dat men zich voor Europa het tegendeel niet meer voorstellen kan. Daarom onderschat de publieke opinie de fatale consequenties van een Russische overwinning op Oekraïne, en dus het risico dat juist dáárdoor, omdat Poetin daarna onverzadigbaar blijkt, de zaak alsnog escaleert.