Opinie | Twee ruziënde families in rouw en het verhaal dat NRC er van maakte

Niet vaak lees je zo’n treurig stemmend verhaal als dat over de laatste levensjaren van Anja van der Zwan, dat afgelopen herfst verscheen in NRC onder de kop ‘Anja verdween uit het Habbo Hotel – en uit haar echte leven’. In het kort: de vijftiger Anja van der Zwan sluit in het computerspel Habbo Hotel vriendschap met een Vlaamse vrouw en verwaarloost vervolgens andere online contacten daar. Het leidt tot een vriendschap in het echte leven, tot zorg van haar familie: zij vinden Anja kwetsbaar; ze heeft een auditieve beperking en – zo denkt haar zus – wellicht ook een vorm van autisme. Wanneer in 2020 Anja de diagnose kanker krijgt, verlaat ze haar familie. Contact is er daarna nog amper. Twee jaar later sterft Anja: de Vlamingen laten haar cremeren, maar stellen de familie Van der Zwan niet op de hoogte van haar overlijden.

In het artikel staan de families lijnrecht tegenover elkaar. De Nederlanders vinden dat de Vlamingen gebruik hebben gemaakt van Anja’s beïnvloedbaarheid om haar weg te lokken uit haar vertrouwde omgeving. De Vlamingen zeggen dat Anja zich bevrijdde uit de beperkingen die haar familie haar oplegde. Uiteindelijk is het tweemaal hetzelfde verwijt: bij ons was zij zichzelf, bij jullie kwam ze niet tot haar recht. Zoals wel vaker in dit soort pijnlijke conflicten speelt ook geld een rol. Anja was eigenaar van het huis waarin de familie Van der Zwan al sinds eind jaren vijftig woonde. Kort voor haar dood liet ze een testament opmaken waarin ze onder meer dat huis naliet aan de man van haar Vlaamse vriendin. De Nederlanders vochten dat aan bij de rechter, maar vonden geen gehoor. Intussen beklaagden de Vlamingen zich over een lastercampagne die vanuit Nederland (onzeker is door wie precies) werd gevoerd.

Virtuele wereld

Hoe ga je om met zo’n tot de verbeelding sprekend verhaal dat wat mij betreft geen grote maatschappelijke kwestie aan de orde stelt, al wijst de redactie op het fenomeen dat (kwetsbare) mensen via de virtuele wereld ook offline in een wereld kunnen belanden die buiten hun eigen netwerken valt.

Verslaggevers Bram Endedijk en Romy van der Poel zochten het zo precies mogelijk uit, al konden ze het de hoofdpersoon zelf niet meer vragen. Ze spraken beide families en een reeks andere betrokkenen en verzamelden een grote hoeveelheid documenten.

Bij zo’n omvangrijk leesverhaal is het bovendien de vraag hoe je het opschrijft; de aandacht van de lezer moet over de volle lengte van 18 geschatte ‘leesminuten’ worden vastgehouden. Endedijk en Van der Poel overwogen, in samenspraak met chefs en eindredactie, verschillende opzetten en kozen uiteindelijk voor het vertelperspectief dat het pakkendste resultaat opleverde: dat van de oude wereld van waaruit Anja verdween. Dat stijlmiddel heeft gevolgen voor de leeservaring; je wordt in eerste instantie uitgenodigd om mee te leven met de ene partij. Daarna kom je te weten hoe de andere partij (en enkele buitenstaanders, zoals de rechter) de werkelijkheid zien.

Het artikel in NRC viel slecht bij de Vlaamse familie, die zich in januari meldde bij de ombudsman met een tientallen pagina’s omvattend klachtenpakket. Zij meenden, samengevat, dat zij door het artikel in een kwaad daglicht werden gesteld, dat er onjuistheden in stonden en dat NRC afspraken omtrent anonimisering zou hebben geschonden.

Om met dat laatste te beginnen: voorafgaand aan een interview met het Vlaamse koppel in het kantoor van hun advocaat, hadden zij per mail eisen geformuleerd, waaronder die dat hun naam niet zou worden genoemd. NRC ging akkoord met sommige van die voorwaarden, wees andere (zoals een vergoeding voor de advocaat) expliciet af en zei niets over anonimisering. Ook in het gesprek zelf werden er volgens de journalisten geen toezeggingen gedaan. Toen de Vlamingen na het lezen van een conceptversie protesteerden, werd besloten om hun achternamen en een verwijzing naar hun woonplaats niet te publiceren. Dat lijkt me hier voldoende; zeker als de communicatie via een advocaat loopt, mag je ervan uitgaan dat een bron een helder beeld heeft van wat er wel en niet is toegezegd.

Negatief beeld

Andere aanmerkingen betroffen de weergave van het gesprek, waarin Endedijk en Van der Poel beschreven hoe de Vlaamse met luide stem sprak en hoe op een zeker moment iedereen door elkaar heen praatte. Daarmee werden de Belgen, vonden zij zelf, weggezet in „een poging een negatief beeld te scheppen”. Een erg ontspannen indruk maakt de passage inderdaad niet, maar volgens de verslaggevers wilden zij de sfeer waarin het drie uur durende gesprek plaatsvond óók weergeven en hebben zij de commotie in de ruimte niet overdreven. Los daarvan is een journalist geen notulist: aangeven hoe iets wordt gezegd kan even relevant zijn als wat er wordt gezegd.

Illustratie Mart Veldhuis

Nog vóór publicatie stuurde de Vlaamse familie een ruim veertig pagina’s omvattend document met kritiek op een conceptversie. Op basis daarvan voerde NRC tientallen, voornamelijk kleine, wijzigingen in de tekst door; ook waar het om interpretatiekwesties ging. Er bleef een aantal twistpunten over, die de familie óók deelde met de ombudsman. Dat ging bijvoorbeeld over of de Vlaamse als ‘nieuw’ in het spel Habbo Hotel aangeduid kon worden en om de vraag wanneer de familie Van der Zwan wist dat Anja kanker had. Er zitten zaken bij waarbij de klacht vooral gaat over de gevoelswaarde van sommige formuleringen; onjuistheden die een correctie behoeven vond ik niet.

In veel gevallen draait de onenigheid om het beeld dat de andere partij geeft van Anja’s situatie. Waarbij de tragiek is dat we het Anja zelf niet meer kunnen vragen. Dat geldt in nog veel sterkere mate voor de twee families die rouwen om dezelfde vrouw, maar daarin elkaar te vuur en te zwaard bestrijden.

Arjen Fortuin

Reacties: [email protected]

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.