N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Asiel En weer is het de rechter die het kabinet tot de orde moet roepen, schrijft Carolus Grütters. Derdelanders moesten weg, maar niet van de Raad van State.
Direct na de inval van Rusland in Oekraïne kwam de Europese Unie in actie. In recordtijd werd begin maart 2022 de Europese Tijdelijke Beschermingsrichtlijn geactiveerd. Die richtlijn biedt in ieder geval tot maart 2024 bescherming aan alle gevluchte Oekraïners en mogelijk nog een jaar langer. Van de 5 miljoen mensen die uit Oekraïne naar Europa zijn gevlucht, verblijven er naar schatting 100.000 in Nederland.
De lidstaten konden ook zelfstandig besluiten of ze de doelgroep (Oekraïners en hun gezinsleden) wilden uitbreiden met mensen die ook uit Oekraïne waren gevlucht vanwege de oorlog, maar die geen permanente verblijfsvergunning hadden in Oekraïne. Studenten en arbeidsmigranten die veelal al jaren in Oekraïne woonden. In de wandelgangen heet deze groep ‘de derdelanders’.
Het Nederlandse kabinet zei dat de ‘bescherming ruimhartig zou worden toegepast’ – derdelanders zouden bescherming krijgen net zoals de Oekraïners. Er zou ook expliciet niet worden onderzocht of die derdelanders veilig konden terugkeren naar een land waar ze wel een paspoort van hadden. Dat zou immers te veel lijken op een asielprocedure, en het was nu juist de bedoeling van de Richtlijn dat de asielsystemen zou worden ontzien.
Oplichters
Geen probleem dus. Totdat er in april 2022 geruchten de ronde deden dat er misbruik zou worden gemaakt: door mannen die nooit in Oekraïne waren geweest, laat staan dat ze daaruit vanwege de oorlog waren gevlucht. In normale omstandigheden zou je die oplichters voor de strafrechter slepen. Maar in Nederland zijn er geen normale omstandigheden als het gaat om vluchtelingen en al helemaal niet als die gekoppeld worden aan fraude en oplichting. De staatssecretaris voor asielzaken (Eric van der Burg) trok fel van leer. Het was een schande en hij zou er wat aan doen. Meteen werd de uitbreiding van de doelgroep met derdelanders teruggedraaid. Niet alleen nieuwe derdelanders waren niet meer welkom maar ook de 4.500 die al in Nederland werden opgevangen. En zoals zo vaak, gebeurde dat tijdens het reces van de Tweede Kamer.
Het kabinet zegt dan, als de Raad van State uiteindelijk heeft gesproken: we willen wel, maar we mogen niet van de rechter
De actie van de staatssecretaris zette een onbeschaamd circus in werking met louter verliezers. Allereerst de derdelanders die eerst hadden te horen gekregen: u bent welkom, we regelen onderdak en u kunt aan het werk. Die groep kreeg opeens te horen dat ze toch niet welkom waren. Ook de Turk die al meer dan 20 jaar in Oekraïne woonde en werkte en recent weduwnaar was geworden, moest terug naar het land waar hij een paspoort van had: Turkije. Terwijl hij dat land als tienjarige achter zich had gelaten.
Eerst kregen ze te horen dat ze uiterlijk op 4 maart 2023 moesten zijn vertrokken; en anders moesten ze maar asiel aanvragen. De schrik zit er goed in; de groep van derdelanders is inmiddels geslonken tot ongeveer 2.900. De vertrekdatum werd vervolgens verzet naar 4 september 2023.
Twaalf zaken
Geleidelijk aan ontstond de idee om in een pilot twaalf zaken aan verschillende vreemdelingenrechters voor te leggen, met de simpele vraag: mag de staatssecretaris dit doen? Al die uitspraken zouden dan in hoger beroep worden voorgelegd aan de Raad van State – de hoogste vreemdelingenrechter. Maar de meeste zaken konden pas eind augustus, vorige week, op zitting worden behandeld. Het was daarmee duidelijk dat de rechtbanken niet op tijd een afgewogen oordeel konden vellen, laat staan dat de Raad van State nog kon worden gevraagd om een eindoordeel voor 4 september.
Je zou verwachten dat in zo’n situatie, de staatssecretaris zou besluiten om de voorgenomen beëindiging van de tijdelijke bescherming van deze kleine groep van derdelanders uit te stellen. Maar nee hoor. Zelfs een brandbrief van de VNG die hier ook op aandrong werd slechts beantwoord met een stellig: nee.
En dat zorgde voor paniek en honderden verzoeken bij rechtbanken om een voorlopige voorziening (vovo) te treffen waarbij de tijdelijke bescherming niet zou worden beëindigd. Voor zover bekend, zijn de meeste voorlopige voorzieningen door de rechter toegekend. Tegelijkertijd werd de Raad van State op 1 september gevraagd om in een hoger beroep een vovo te treffen om de chaos te beperken.
De Raad van State had slechts twee uur overleg nodig om vrijdagavond te concluderen dat de onderliggende vraag nader onderzoek vereiste en dat de gevraagde voorziening noodzakelijk was. Het effect daarvan was dat derdelanders met deze uitspraak in de hand ook een vovo zouden kunnen aanvragen – voor zover ze dat al niet hadden gedaan.
Toch duurde het nog een hele dag voordat de staatssecretaris op zaterdagavond in een brief aan de Tweede Kamer eindelijk bekendmaakte dat hij de situatie zou bevriezen totdat de Raad van State een definitief oordeel zou hebben geveld. Naar verwachting rond Kerstmis.
Los van de vraag of de staatssecretaris bevoegd is om voor deze specifieke groep de bescherming te beëindigen, behoort deze handelwijze tot het standaardrepertoire van dit kabinet. Zoek de rafelrandjes op van het recht en ga daar overheen. Wacht vervolgens tot er zoveel commotie is ontstaan dat de mensen waar het om gaat in groten getale weggaan. En zeg dan, als de Raad van State uiteindelijk heeft gesproken: ik wil wel, maar ik mag niet van de rechter. Geef de rechter dus maar de schuld. Dat is een effectieve manier om de rechtsstaat om zeep te helpen.
Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!
Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.
Als uw brief gepubliceerd wordt, dan nemen we per e-mail contact met u op. Anonieme brieven en brieven die aan verschillende media zijn gestuurd, plaatsen wij niet. De opinieredactie kan uit uw brief citeren in de zaterdagrubriek ‘Inbox van de redactie’.
De oppositie in de Tweede Kamer vond het donderdagochtend een merkwaardige situatie. De minister van Onderwijs die in de grote debatzaal zijn bezuinigingen op onderwijs en wetenschap zou gaan verdedigen, terwijl achter de schermen nog volop over die bezuinigingen werd onderhandeld – door anderen. De fractievoorzitters van de coalitiepartijen hadden woensdag de hele dag gesprekken gevoerd met vier oppositiepartijen over alternatieven voor de bezuinigingen, de verwachting was dat ze daar donderdag mee verder zouden gaan. Kon het debat niet beter uitgesteld worden tot die onderhandelingen afgerond waren? Of anders naderhand nogmaals heropend worden?
Maar de coalitie wilde niet meegaan in die verzoeken. Er waren dinsdagavond in het eerste deel van het debat allerlei vragen gesteld aan de minister en die moest hij nu beantwoorden. De minister zelf zag ook geen probleem. Hij liet niet merken of hij het vervelend vond dat er achter zijn rug om onderhandeld werd. Ook was niet aan hem te zien of hij zich het verwijt aantrok van PVV, VVD en BBB dat in de wandelgangen rondging. De minister had volgens de coalitiepartners moeten zorgen dat zijn begroting voldoende draagvlak kreeg, zo viel daar te horen. Nu waren er binnen de oppositie twee blokken gevormd die beiden dreigden de begroting weg te stemmen als die half december in de Eerste Kamer zou worden behandeld.
Monsterverbond
En zo begon Eppo Bruins (NSC) bij het debat ogenschijnlijk onverstoorbaar aan zijn uiteenzetting waarom de bezuinigingen op onderwijs noodzakelijk zijn, en hoe hij die wil uitvoeren. Het kabinet kiest ervoor om te investeren in veiligheid, de bestaanszekerheid van mensen en het gezond houden van de overheidsfinanciën, zei hij, en daarom moet er bezuinigd worden op onderwijs. „Maar we moeten het ook in perspectief blijven zien. Er gaat nog steeds heel veel geld naar onderwijs en wetenschap.”
Dogukan Ergin (Denk) vroeg of de minister zich niet „onder curatele gesteld” voelde door de fractievoorzitters die aan het onderhandelen waren over „zijn” begroting. Bruins liet zich niet van de wijs brengen: „Ik vind het belangrijk om het parlementaire proces op een ordentelijke manier te doorlopen. En ik sta vandaag hier in de Tweede Kamer om onze OCW-begroting te verdedigen en om zoveel mogelijk fracties te overtuigen van de inzet van het kabinet. Hoe het in de Eerste Kamer gaat lopen, dat kan ik niet voorspellen.”
Lees ook
Coalitie is niet bang om met onderwijsbezuinigingen op een muur af te rijden
De amendementen die de oppositiepartijen hadden ingediend om de bezuinigingen ongedaan te maken werden door de minister ontraden, omdat daarvoor geld gevonden zou moeten worden op andere begrotingen, bijvoorbeeld die voor zorg. GroenLinks-PvdA, SP, Partij voor de Dieren, Volt en Denk willen het hele pakket aan bezuinigingen (samen 1,9 miljard euro) schrappen.
Een ander verbond van oppositiepartijen, D66, CDA, ChristenUnie en JA21 had voorstellen gedaan om 1,3 miljard euro aan bezuinigingen ongedaan te maken. Dat willen ze onder meer financieren door het eigen risico bij de zorgverzekering minder te verlagen dan het kabinet van plan is. Bij dit zelfbenoemde ‘monsterverbond’ van partijen bleek zich donderdag ook de SGP te hebben aangesloten.
Langstudeerboete
Bruins ging niet dieper in op die voorstellen. De ergernis van de oppositie daarover werd nog versterkt doordat hij ook niet veel duidelijkheid kon geven over de manier waarop hij een van de meest omstreden bezuinigingsplannen wil uitvoeren: de verhoging van het collegegeld voor studenten die langer over hun studie doen dan daarvoor staat.
Volgens Bruins blijkt de invoering van deze ‘langstudeermaatregel’ (door tegenstanders omgedoopt tot ‘langstudeerboete’), die de schatkist jaarlijks bijna 300 miljoen euro moet besparen, ingewikkelder dan gedacht en kan die op zijn vroegst in het studiejaar 2028/29 ingaan. Maar in het hoofdlijnenakkoord is vanaf 2026 al een deel van deze bezuiniging ingeboekt.
Bruins zei dat hij daar niet onderuit kan. „Dus we zullen alternatieve bezuiniging moeten vinden op de OCW-begroting. Dat schoot D66 en GroenLinks-PvdA in het verkeerde keelgat, zij vonden dat „onbehoorlijk bestuur”, omdat het bij studenten en onderwijsinstellingen onzekerheid geeft over de toekomst.
Het debat leidde niet tot toenadering tussen coalitie en oppositie. Pogingen om tot een oplossing te komen vonden opnieuw plaats elders in het Kamergebouw. Eerst kwamen achter de schermen de fractievoorzitters van de coalitie bij elkaar, vervolgens de financieel woordvoerders. Aan het eind van de middag was ook het ‘monsterverbond’ aan tafel uitgenodigd.
De verwachting is dat de onderhandelingen de komende dagen zullen doorgaan. Mocht er voor de stemming over de begroting, die staat gepland op donderdag 5 december, een deal liggen, dan wil GroenLinks-PvdA het debat heropenen. De vraag is of de coalitie daar dan wel mee instemt.
De volledige Raad van Toezicht (RvT) van de omroep NTR stapt per direct op. Dat meldt de omroep in een interne mail naar werknemers, die donderdag door NRC is ingezien. De leden stappen op vanwege „een aanzienlijk aantal meldingen van serieuze aard” over de mediadirecteur Willemijn Francissen. Zij was in juli tijdelijk teruggetreden tijdens de lopende onderzoeken. De opstappende RvT noemt haar geplande terugkeer per 1 december „onwenselijk”.
Op dit moment onderzoekt een extern onderzoeksbureau de werkcultuur van de NTR. Waar de meldingen precies over gaan is niet bekendgemaakt, maar eerder dit jaar liepen er al meerdere onderzoeken naar berichten over grensoverschrijdend gedrag rondom directeur Francissen. De RvT heeft een tussentijds rapport te zien gekregen, en de leden hebben op basis daarvan besloten hun ontslag in te dienen bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
„We hebben gezamenlijk geconcludeerd dat wij onze verantwoordelijkheid moeten nemen voor het feit dat verbetering van de NTR-cultuur te lang op zich heeft laten wachten. Door op te stappen maken wij de weg vrij voor anderen om deze verbetering echt in gang te zetten”, schrijft de RvT in de interne mail.
‚Erkenning’
Francissen trad afgelopen zomer al tijdelijk terug vanwege het lopende onderzoek, al zei de RvT daar destijds tegen NRC over dat die beslissing „enkel en alleen verband houdt met de voortgang van het onderzoek en niet met de persoon Willemijn, in wie wij zowel persoonlijk als professioneel alle vertrouwen hebben”. Afgelopen oktober meldde de RvT dat Francissen vanaf september 2025 definitief zou stoppen als mediadirecteur.
De leden van de RvT schrijven dat ze de melders van wangedrag willen erkennen in hun zorgen en „de pijn die zij hebben geleden”. „We hebben dat onvoldoende in beeld gehad en daar past dan nu de ultieme consequentie bij voor ons als toezichthouders”, waarmee ze doelen op hun onmiddellijke vertrek.
Lees ook
Onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag en werkcultuur bij de NTR gestaakt
Soms doet politiek Den Haag denken aan een theatervoorstelling: af en aan lopen personages uit de coulissen het podium op. Zo was daar op maandag 11 november, enkele dagen na het geweld tegen Israëlische voetbalsupporters, ineens een nieuw gezicht: Jurgen Nobel, de staatssecretaris van Participatie en Integratie (VVD). Het optreden van deze jongste bewindspersoon in het kabinet was direct spraakmakend: de relatief onbekende Nobel zei bij de inloop van de ministerraad dat Nederland een „groot integratieprobleem” heeft en dat islamitische jongeren „voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden niet onderschrijven”.
In één klap verbreedde de staatssecretaris het gevoelige debat over antisemitisme tot een discussie over de integratie van mensen met een migratieachtergrond, van wie een groot deel in Nederland is geboren en opgegroeid.
Zijn uitspraken passen bij de harde lijn die VVD-leider Dilan Yesilgöz aanhoudt. Ook elders in de partij zijn er veel voorstanders van het opnieuw openbreken van de integratiediscussie. Een ander, ogenschijnlijk kleiner deel is niet gediend van de strategie van Yesilgöz en de harde woorden van Nobel. Aankomende zaterdag komen de vleugels bij elkaar op het VVD-partijcongres in Den Bosch.
Lees ook
Topambtenaren schrijven hart-onder-de-riem-brief aan hun ambtenaren, want ‘polarisatie is de bijl aan de wortel van de samenleving’
Klap voor de coalitie
Staatssecretaris Nora Achahbar (NSC), die van Marokkaanse komaf is, noemde de uitspraak van Nobel als een van de redenen voor haar vertrek uit het kabinet. In een interview met het tv-programma Hart van Nederland zei ze: „Je geeft een groep de schuld, terwijl het Nederlanders zijn. De verschillen werden alleen maar uitvergroot.” NSC-Kamerlid Rosanne Hertzberger, die twee weken geleden de Kamer verliet in navolging van Achahbar, zei in een interview met NRC dat er door het kabinet „ontoelaatbare dingen” zijn gezegd. Specifiek Nobel is volgens haar „echt zijn boekje te buiten gegaan.”
Lees ook
Opgestapte staatssecretaris Achahbar hekelt ‘onwaarheden’ die rondgaan over haar vertrek
Moskeeverbond K7 deed aangifte tegen de staatssecretaris. De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme Rabin Baldewsingh eiste dat Nobel zijn woorden zou terugnemen en excuses zou maken.
Wie is staatssecretaris Nobel, die de integratiediscussie weer op scherp heeft gezet?
Jurgen Nobel (1988) komt uit een ‘rood nest’: zijn vader, Jeroen Nobel, was vanaf 1998 namens de PvdA gemeenteraadslid, fractievoorzitter, wethouder en waarnemend burgemeester van Aalsmeer en Den Helder.
Jurgen Nobel zelf voelde zich, zo zei hij in een dubbelinterview met zijn vader in het AD, in zijn jeugd vooral aangetrokken tot de opkomende politicus Pim Fortuyn, die de Nederlandse integratiediscussie openbrak. Aan de keukentafel hadden vader en zoon harde discussies, op het ongezellige af. „Ik zat soms met tranen in m’n ogen”, zei Jurgen Nobel in het AD. Na de moord op Fortuyn in 2002 werd Nobel gesterkt in zijn politieke mening. „Ik was toen veertien jaar oud, en toen ben ik actiever na gaan denken. Politiek is meer dan de felle discussies die ik aan de keukentafel heb.” Hij schreef zijn profielwerkstuk op het atheneum over Fortuyn.
‘Mooiboy’ met politiek gevoel
Na zijn studies bedrijfskunde en bestuurskunde in Amsterdam richtte Nobel een duurzaam koffiemerk op. In 2014 werd hij raadslid in Haarlemmermeer namens de VVD. Het was te merken dat Nobel uit een politiek gezin kwam.
„Hij was absoluut een talent. Hij was toen al heel goed in debatteren en helder uitleggen”, vertelt Sophie van de Meeberg, die eerst namens de lokale partij HAP en inmiddels namens D66 in de gemeenteraad zit. Van de Meeberg (1979) behoorde tot dezelfde lichting raadsleden als Nobel. Naast de burgemeester was zij de enige die een praatje hield op zijn afscheid. „We noemden hem de mooiboy van de raad”, memoreert Van de Meeberg. „Hij werd wel eens gevraagd als model en won als scholier elk debattoernooi waaraan hij meedeed. Hij zette meisjes echt in vuur en vlam, ze zetten hun telefoonnummers op stembriefjes voor hem.”
In 2016 diende Nobel samen met de lokale Fortuynistenpartij Forza! een motie in die een taaltoets voor uitkeringsgerechtigden verplicht moest stellen. Van de Meeberg: „Wat daar fantastisch aan was, was dat de motie vol met spelfouten stond. Daar heb ik ’m ontzettend mee gepest. God wat hebben we toen gelachen. Hij was er zo boos over.”
Toen heeft Jurgen mij er publiekelijk van beschuldigd dat ik was voorgetrokken omdat ik iemand uit de organisatie kende. Hij is geen beste verliezer
Toen Nobel in 2018 kandidaat was in de verkiezing voor beste raadslid van Nederland, was Van de Meeberg dat ook. „Eerst was er een publieksronde, daarin haalde hij veel meer stemmen dan ik. Toen appte hij: hoe voelt het nou om te verliezen van een rechtse boy?” Maar het was Van de Meeberg die door kon naar de volgende ronde, omdat de jury haar inhoudelijk sterker had bevonden. „Dus ik appte: hoe voelt het om te verliezen van een ‘boos links meisje’. Zo noemde hij me vaak.” Van de Meeberg schiet in de lach. „Toen heeft Jurgen mij er publiekelijk van beschuldigd dat ik was voorgetrokken omdat ik iemand uit de organisatie kende. Hij is geen beste verliezer.”
Maar wel kundig. Nobel werd in 2017 fractievoorzitter en in 2019 wethouder. „Zeker als wethouder is hij erg gegroeid”, zegt Van de Meeberg. Ook Herman Koning, die vanaf 2014 als fractieassistent, raadslid, fractievoorzitter en commissielid namens het CDA in de Haarlemmermeerse gemeentepolitiek zit, is nog altijd onder de indruk van Nobel. „Als jong raadslid zag je al dat hij verder zou komen”, zegt Koning. „Toen hij wethouder werd, is dat alleen maar verder gegroeid. Hij kreeg de zwaarste portefeuilles: Schiphol, woningbouw, ruimtelijke ordening en financiën.” Onder Nobel, die later ook locoburgemeester werd, realiseerde de gemeente meer huizen dan was afgesproken en werd de overlast van Schiphol ingeperkt.
Profileren
Marianne Schuurmans (VVD), de burgemeester van Haarlemmermeer, kon op Nobel leunen. „Haarlemmermeer heeft Schiphol, en dat is een forse opgave waar veel onvrede over bestaat. Ik was heel blij met hem, hij pakte dat dossier uitstekend op.” Regelmatig verving Nobel Schuurmans als locoburgemeester, ook op belangrijke thema’s.
Nobel is een rechtse VVD’er, zeggen de mensen die met hem werkten in Haarlemmermeer. Mark Achterbergh, de huidige fractievoorzitter van de plaatselijke VVD zegt: „Omdat hij uit een rood nest komt, wil hij denk ik laten zien dat hij een echte liberaal is.”
Als fractievoorzitter gebruikte Nobel soms harde termen, bijvoorbeeld over asielzoekers. Volgens Nobel had Haarlemmermeer geen sociaal vangnet maar een „sociale hangmat” waar vluchtelingen „gretig gebruik” van maken, zo zei hij in 2018. „Mensen zitten op de bank te wachten op het maandelijkse subsidieshot van de gemeente.” Later matigde hij zijn taalgebruik, zegt Van de Meeberg. „Hij is een goeie politicus, dus hij merkte: dit valt niet goed bij de coalitie.”
Burgemeester Schuurmans vindt het moeilijk om Nobel „politiek te plaatsen binnen de VVD”. Soms liet hij juist een socialer geluid horen, zegt ze. Volgens Schuurmans is Nobel heel goed in staat om zijn boodschap aan te passen op basis van zijn publiek. „Dat is knap, en precies wat je als bestuurder nodig hebt.” Ze wil Nobel niet vergelijken met oud-premier Mark Rutte „maar hierin lijkt Jurgen wel op Mark”, zegt ze.
‘Duidelijk neerzetten’
Sinds Nobel staatssecretaris van Participatie en Integratie is, heeft hij zich maar weinig kunnen profileren. Maar wie zijn optredens volgt, ziet een rechtsere toon dan bij zijn minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, NSC). Nobel hield zich de afgelopen maanden vooral bezig met het participatiegedeelte van zijn portefeuille, zoals het kabinetsplan om de kinderopvang vrijwel gratis te maken. Hij was een van de bewindspersonen die stilletjes opereerden in de schaduw van de vele crises in de coalitie.
Op 28 oktober ging Nobel in gesprek met Deel de Duif, een initiatief van islamitische en joodse jongeren die pleiten voor dialoog en tegen polarisatie, dat is ontstaan na de recente conflicten in het Midden-Oosten. Initiatiefnemer Oumaima Al Abdellaoui (22), praktiserend moslim, vertelt dat Nobel „alsmaar peilde wat ik vond van haatpredikers en extremisme. Het was alsof hij mij daar verantwoordelijk voor hield.” Noa Duizend (24), een van de joodse initiatiefnemers van Deel de Duif, merkte dat Nobel „bevestiging bij ons zocht. Hij vond het een ingewikkeld gesprek.” Al Abdellaoui vond het geen fijne ontmoeting, maar had wel het idee dat Nobel haar en Duizend probeerde te begrijpen. Ze waren gecharmeerd van de jonge staatssecretaris.
Ik denk niet dat het een blunder was. Dat heb ik in die vijf jaar nooit van hem meegemaakt
Tot Nobel twee weken later, de maandag na het geweld in Amsterdam, opdook met zijn harde uithaal naar Nederlanders met een migratieachtergrond. Was het de bedoeling om mensen boos te maken, wilde Nobel provoceren? Volgens mensen in zijn omgeving niet: hij zou zijn uitspraak over islamitische jongeren hebben gedaan in een opwelling, naar aanleiding van de beelden van het geweld in Amsterdam. Van de hevige reacties was hij geschrokken en aangedaan. Maar blunderen is niets voor Nobel, klinkt het uit Haarlemmermeer. Van de Meeberg zegt: „Jurgen is erg van het profileren. Missie geslaagd.”
Burgemeester Schuurmans ziet dat ook zo: „Ik denk niet dat het een blunder was. Dat heb ik in die vijf jaar nooit van hem meegemaakt.” Volgens Schuurmans „weet Jurgen als geen ander dat er zat voorbeelden van geslaagde integratie zijn”. En toch verbaasde het haar niet dat Nobel zo hard uit de hoek kwam. Zij zag hem vaker zo optreden. Eerst „duidelijk neerzetten”, daarna nuanceren. Bijvoorbeeld rond het gevoelige Schipholdossier in Haarlemmermeer. Schuurmans: „Dan zei hij: ‘Schiphol is belangrijk voor onze economie, ik ben geen voorstander van beperking van de vluchten’. Die uitspraak kwam natuurlijk in de krant. Maar in het debat daarna zei hij tegen de kritische gemeenteraad: ik begrijp de zorgen over de nachtrust en de uitstoot. Ik heb een zoontje waar ik me zorgen om maak.” De methode werkte prima in Haarlemmermeer.
Sussen
Iets soortgelijks probeerde Nobel ook een week na zijn gewraakte uitspraken. „De meeste mensen en islamitische jongeren doen gewoon volop mee in onze maatschappij”, suste de staatssecretaris. Nobel zei dat hij in gesprek zou willen met het moskeeverbond K7, dat hem heeft aangeklaagd.
Sorry zeggen of zijn woorden terugnemen, zoals de linkse oppositie maandag van hem eiste, deed Nobel niet
Maar diezelfde dag nog maakte staatssecretaris Achahbar bekend dat ze onder meer wegens de uitspraken van Nobel zou opstappen, dus de verklaring van Nobel vervloog in de wind. Afgelopen maandag deed de VVD’er nog een poging, ditmaal voor de Tweede Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Nobel opende zijn spreektijd met een knieval. Hij had niet bedoeld mensen „zo voor het hoofd te stoten”. En: „Het raakt mij persoonlijk als iemand die ik ken, zegt: ‘Bedoelde je mij, heb je het ook over mijn kinderen?’ Als dat zo is overgekomen, is dat absoluut niet mijn bedoeling geweest. Ik ben er nooit op uit om een hele groep mensen over een kam te scheren. Want de meeste mensen – en de meeste Nederlandse moslims vallen daar uiteraard ook onder – zijn gewoon hard aan het werk.”
Maar helemaal door de knieën wilde Nobel niet. Sorry zeggen of zijn woorden terugnemen, zoals de linkse oppositie maandag van hem eiste, deed Nobel niet. Hij zei dat hij ook in het vervolg „stevige woorden zal gebruiken op het moment dat het misgaat”.
Lees ook
Niet sussen, maar juist een flinke schep erbovenop: het kabinet-Schoof kiest voor polarisatie