Opinie | Telkens zoekt het kabinet de randen van de wet rond vluchtelingen en geeft dan bij chaos de rechter de schuld

Asiel En weer is het de rechter die het kabinet tot de orde moet roepen, schrijft . Derdelanders moesten weg, maar niet van de Raad van State.
Demonstratie van derdelanders bij het IND-gebouw in Den Haag.
Demonstratie van derdelanders bij het IND-gebouw in Den Haag. Foto Arie Kievit / ANP

Direct na de inval van Rusland in Oekraïne kwam de Europese Unie in actie. In recordtijd werd begin maart 2022 de Europese Tijdelijke Beschermingsrichtlijn geactiveerd. Die richtlijn biedt in ieder geval tot maart 2024 bescherming aan alle gevluchte Oekraïners en mogelijk nog een jaar langer. Van de 5 miljoen mensen die uit Oekraïne naar Europa zijn gevlucht, verblijven er naar schatting 100.000 in Nederland.

De lidstaten konden ook zelfstandig besluiten of ze de doelgroep (Oekraïners en hun gezinsleden) wilden uitbreiden met mensen die ook uit Oekraïne waren gevlucht vanwege de oorlog, maar die geen permanente verblijfsvergunning hadden in Oekraïne. Studenten en arbeidsmigranten die veelal al jaren in Oekraïne woonden. In de wandelgangen heet deze groep ‘de derdelanders’.

Het Nederlandse kabinet zei dat de ‘bescherming ruimhartig zou worden toegepast’ – derdelanders zouden bescherming krijgen net zoals de Oekraïners. Er zou ook expliciet niet worden onderzocht of die derdelanders veilig konden terugkeren naar een land waar ze wel een paspoort van hadden. Dat zou immers te veel lijken op een asielprocedure, en het was nu juist de bedoeling van de Richtlijn dat de asielsystemen zou worden ontzien.

Oplichters

Geen probleem dus. Totdat er in april 2022 geruchten de ronde deden dat er misbruik zou worden gemaakt: door mannen die nooit in Oekraïne waren geweest, laat staan dat ze daaruit vanwege de oorlog waren gevlucht. In normale omstandigheden zou je die oplichters voor de strafrechter slepen. Maar in Nederland zijn er geen normale omstandigheden als het gaat om vluchtelingen en al helemaal niet als die gekoppeld worden aan fraude en oplichting. De staatssecretaris voor asielzaken (Eric van der Burg) trok fel van leer. Het was een schande en hij zou er wat aan doen. Meteen werd de uitbreiding van de doelgroep met derdelanders teruggedraaid. Niet alleen nieuwe derdelanders waren niet meer welkom maar ook de 4.500 die al in Nederland werden opgevangen. En zoals zo vaak, gebeurde dat tijdens het reces van de Tweede Kamer.

Het kabinet zegt dan, als de Raad van State uiteindelijk heeft gesproken: we willen wel, maar we mogen niet van de rechter

De actie van de staatssecretaris zette een onbeschaamd circus in werking met louter verliezers. Allereerst de derdelanders die eerst hadden te horen gekregen: u bent welkom, we regelen onderdak en u kunt aan het werk. Die groep kreeg opeens te horen dat ze toch niet welkom waren. Ook de Turk die al meer dan 20 jaar in Oekraïne woonde en werkte en recent weduwnaar was geworden, moest terug naar het land waar hij een paspoort van had: Turkije. Terwijl hij dat land als tienjarige achter zich had gelaten.

Eerst kregen ze te horen dat ze uiterlijk op 4 maart 2023 moesten zijn vertrokken; en anders moesten ze maar asiel aanvragen. De schrik zit er goed in; de groep van derdelanders is inmiddels geslonken tot ongeveer 2.900. De vertrekdatum werd vervolgens verzet naar 4 september 2023.

Twaalf zaken

Geleidelijk aan ontstond de idee om in een pilot twaalf zaken aan verschillende vreemdelingenrechters voor te leggen, met de simpele vraag: mag de staatssecretaris dit doen? Al die uitspraken zouden dan in hoger beroep worden voorgelegd aan de Raad van State – de hoogste vreemdelingenrechter. Maar de meeste zaken konden pas eind augustus, vorige week, op zitting worden behandeld. Het was daarmee duidelijk dat de rechtbanken niet op tijd een afgewogen oordeel konden vellen, laat staan dat de Raad van State nog kon worden gevraagd om een eindoordeel voor 4 september.

Je zou verwachten dat in zo’n situatie, de staatssecretaris zou besluiten om de voorgenomen beëindiging van de tijdelijke bescherming van deze kleine groep van derdelanders uit te stellen. Maar nee hoor. Zelfs een brandbrief van de VNG die hier ook op aandrong werd slechts beantwoord met een stellig: nee.

Lees ook: Hij voelt zich Oekraïner, maar moet wel vertrekken

En dat zorgde voor paniek en honderden verzoeken bij rechtbanken om een voorlopige voorziening (vovo) te treffen waarbij de tijdelijke bescherming niet zou worden beëindigd. Voor zover bekend, zijn de meeste voorlopige voorzieningen door de rechter toegekend. Tegelijkertijd werd de Raad van State op 1 september gevraagd om in een hoger beroep een vovo te treffen om de chaos te beperken.

De Raad van State had slechts twee uur overleg nodig om vrijdagavond te concluderen dat de onderliggende vraag nader onderzoek vereiste en dat de gevraagde voorziening noodzakelijk was. Het effect daarvan was dat derdelanders met deze uitspraak in de hand ook een vovo zouden kunnen aanvragen – voor zover ze dat al niet hadden gedaan.

Toch duurde het nog een hele dag voordat de staatssecretaris op zaterdagavond in een brief aan de Tweede Kamer eindelijk bekendmaakte dat hij de situatie zou bevriezen totdat de Raad van State een definitief oordeel zou hebben geveld. Naar verwachting rond Kerstmis.

Los van de vraag of de staatssecretaris bevoegd is om voor deze specifieke groep de bescherming te beëindigen, behoort deze handelwijze tot het standaardrepertoire van dit kabinet. Zoek de rafelrandjes op van het recht en ga daar overheen. Wacht vervolgens tot er zoveel commotie is ontstaan dat de mensen waar het om gaat in groten getale weggaan. En zeg dan, als de Raad van State uiteindelijk heeft gesproken: ik wil wel, maar ik mag niet van de rechter. Geef de rechter dus maar de schuld. Dat is een effectieve manier om de rechtsstaat om zeep te helpen.

Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!

Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.

Als uw brief gepubliceerd wordt, dan nemen we per e-mail contact met u op. Anonieme brieven en brieven die aan verschillende media zijn gestuurd, plaatsen wij niet. De opinieredactie kan uit uw brief citeren in de zaterdagrubriek ‘Inbox van de redactie’.