Onze leerlingen lezen steeds slechter. Dit bleek eind vorig jaar uit internationaal onderzoek en is een voortzetting van daling die al veel eerder werd ingezet. In 2003 scoorden Nederlandse leerlingen nog ver boven het Europese gemiddelde, in 2018 zagen we al een flinke daling en de afgelopen jaren zette deze daling zich nog sterker door. Eén voordeel: veel lager kunnen we niet zakken ten opzichte van de andere landen, alleen Griekenland presteert slechter.
Er zijn redenen te bedenken voor die daling. Zo kunnen (en moeten) we kritisch zijn over de inhoud van ons onderwijs en moeten we vakken als ‘begrijpend lezen’ serieus heroverwegen. Laten we ook vooral kijken naar hoe we onze nieuwe collega’s opleiden. En de coronacrisis wordt genoemd als verklaring, maar die heerste in de andere landen ook en bij ons zette de daling veel heftiger door. Het allergrootste probleem is natuurlijk het gebrek aan voldoende bevoegde leraren. Goed onderwijs staat of valt bij de persoon die het geeft.
Ook niet nieuw: kinderen uit een laag sociaal-economisch milieu scoren het slechtste. Niet geheel toevallig zijn ook hier de grootste personeelstekorten. Tot 2021 stond ik zelf voor de klas op een school in Amsterdam-West. Mijn collega’s en ik wisten allang dat deze catastrofe er aan zat te komen. We kampen op deze scholen met een enorm personeelstekort, het is elke dag een uitdaging om klassen überhaupt niet naar huis te hoeven sturen.
Een flink deel van mijn collega’s was onbevoegd, zij hadden geen opleiding tot leraar gevolgd. Alle goede intenties ten spijt; dat zie je terug in de resultaten. In de jaren dat er geen bevoegde leraar voor de klas stond, kelderden de cijfers. Niet bij één kind maar bij de hele klas. Dat heeft grote gevolgen voor de rest van hun leven.
Niet dezelfde kansen
Stel je het even voor: jouw zoon of dochter zou havo aankunnen maar doordat er niet genoeg bevoegde leraren op de basisschool zijn, wordt het schooladvies vmbo-kader (waarmee ik niet wil zeggen dat het ene beter, of hoger, is dan het andere, maar het is beter als je kind zelf kan kiezen in plaats van dat het in zijn mogelijkheden wordt beperkt).
Welk niveau je aankunt, bepaalt op welke middelbare school je terecht kunt. Maar ook in het vervolgonderwijs werkt dit door. De route naar een hbo-opleiding is lastiger, duurt langer en dit alles werkt natuurlijk ook door in je werkzame leven. Steeds loopt deze groep leerlingen achter de feiten aan en krijgt ze niet dezelfde kansen als leerlingen die geen, of minder, last hadden van dat lerarentekort op de basisschool. Dit is geen uitzondering: deze ongelijke verdeling van tekorten is structureel en erger nog, neemt alleen maar toe.
De Onderwijsraad publiceerde afgelopen zomer het rapport Schaarste Schuurt waarin voorzitter Edith Hooge onder andere stelt: „Omgaan met het hardnekkige en ongelijk verdeelde lerarentekort is een zaak van iedereen. Prijs je als school of bestuur dus niet rijk als je (nog) geen last hebt van tekorten, maar toon je solidair en schiet de scholen en besturen te hulp die er wel mee te maken hebben.”
Maar hoe doe je dat? Hoe toon je je solidair? En wie is ‘je’ in dit verhaal? De individuele leraar? De schoolbesturen? De overheid?
Ik maakte zelf de stap van een school met weinig tekorten, in een goede wijk, naar een school uit hetzelfde bestuur waar al jaren een chronisch tekort aan bevoegde collega’s was. Dit besluit viel na een presentatie van het ‘Noodplan Lerarentekort Amsterdam’, waar voor het eerst cijfermatig werd aangetoond hoe scheef die tekorten waren verdeeld over de scholen in de stad. Op de weg naar huis verweet ik mezelf dat ik eigenlijk voor de makkelijke weg koos door te blijven werken op een school waar de leerlingen mij minder hard nodig hadden dan op een plek slechts een paar kilometer verder, waar ze om me stonden te springen.
Niet effectief
Deze stap kan ik niemand aanraden. De kinderen waren fantastisch en de collega’s ook, maar het lerarentekort proberen op te vangen met slechts een paar gemotiveerde collega’s, is onmogelijk. Mensen werkten zich (teveel) slagen in de rondte en het verloop was groot. Ook ik viel bijna om. Solidariteit is mooi, maar het overlaten aan individuen is niet voldoende.
Solidariteit vanuit de overheid dan? In het schooljaar 2021/2022 werd voor het eerst de ‘Arbeidsmarkttoelage’ ingevoerd. Een tijdelijke subsidie die bedoeld was om leraren naar scholen met veel achterstanden te trekken. Inmiddels is deze tijdelijke subsidie structureel gemaakt – je verdient iets meer op een school in een kansarme wijk – maar we weten nog niet of deze regeling effectief is. Hierover verwacht men pas eind dit jaar harde conclusies. Tegelijkertijd zijn de tekorten niet afgenomen en is de daling in onderwijskwaliteit onverminderd doorgegaan. Deze ingreep is dus in elk geval nog lang niet genoeg. Met een beetje solidariteit gaan we de kansenongelijkheid niet genoeg tegen.
Dan de solidariteit vanuit de besturen, de werkgevers in het onderwijs. Wat mogen we daar van verwachten als het gaat over de eerlijke verdeling van de tekorten? Zij zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van onderwijs. Maar zij hebben het vooral druk met de perverse concurrentie in het onderwijs. Hoe meer leerlingen je hebt, hoe beter. Te koop lopen met een achterstandsschool helpt daar niet bij. Vaak gaat hun aandacht uit naar hippe conceptscholen.
En toch, als je met leraren, bestuurders, schoolleiders en beleidsmakers praat zijn we het allemaal eens: stuur de beste mensen naar juist deze scholen. En daarom mijn voorstel: zorg voor een krachtige, uitgeruste schoolleider, een grote groep bevoegde, gemotiveerde leraren en flink wat ondersteunend personeel die vanuit een sterke onderwijsvisie het verschil gaan maken op die scholen. Vlieg ze gelijktijdig in. Zorg dat ze hiervoor rijkelijk beloond worden, geef hen een aantal jaar onvoorwaardelijk alle steun die ze nodig hebben.
Echte solidariteit
Haal de perverse concurrentieprikkel uit het onderwijs en zorg dat kwaliteit, juist op die scholen, het doel wordt. Zorg voor betaalbare woningen voor personeel in die wijken, zorg voor gratis parkeerplekken als dat niet lukt. Investeren in onderwijs loont, het levert de maatschappij structureel veel extra geld op, concludeerden ook de SER en de Onderwijsraad deze week.
Dat betekent voor nu automatisch dat er minder leraren zullen zijn op de scholen waar ze met minder tekorten kampen. Want solidair ben je pas als je er zelf aan bijdraagt, als de lasten eerlijk worden verdeeld, en als je het probleem gezamenlijk aanpakt.
Lees ook
Lerarentekort verder gestegen, vooral problemen in achterstandswijken in de Randstad