Opinie | Studentenvakbonden in Ivoorkust ter discussie na campusmoorden

Agui Mars Aubin Deagoué heette hij. Maar zijn kameraden bij de Fédération estudiantine et scolaire de Côte d’Ivoire (Fesci), de grootste en machtigste studentenvakbond in Ivoorkust, kende hem als ‘Général sorcier’, generaal tovenaar. Vorige maand werd de 49-jarige masterstudent dood aangetroffen op een universiteitscampus in Abidjan. Met, zo omschreef de openbaar aanklager in een communiqué: „sporen van fysiek geweld”.

Al snel wezen vingers de kant op van Deagoués grote rivaal, vakbondsleider Sié Kambou (33). De twee zouden al langer met elkaar overhoop liggen. Wat er precies is gebeurd, blijft troebel. Een getuige, een student, zei tegen het Openbaar Ministerie dat Kambou, de secretaris-generaal van Fesci, hem had geronseld om met Deagoué af te spreken, waarna hij ter plaatse door anderen in een taxi werd gesleept. Niet veel later was Deagoué dood.

Toen Kambou en vijf van zijn medebestuurders door de politie voor verhoor werden opgeroepen, arriveerden zij, aldus de openbaar aanklager, „gewapend met knuppels en machetes”. Alle zes zitten in voorlopige hechtenis.

Deagoués dood maakt veel los. Niet alleen onder zijn medestudenten aan de Université Nangui Abrogoua, ook in de politiek. Terug is een oude kwestie: zijn studentenvakbonden in Ivoorkust te machtig, en vooral, te gewelddadig?

„Deze moord stond niet op zichzelf, maar lijkt deel uit te maken van een reeks interne gewelddaden binnen [Fesci]”, schreef nieuwswebsite RTI. Eerder in september was er aangifte bij de politie gedaan nadat een ander vakbondslid dood was aangetroffen. Deze 30-jarige student criminologie was eveneens dusdanig in elkaar geslagen dat het hem fataal werd. Ook hij zou ruzie hebben gehad met een van de leiders van Fesci.

Machetes, messen en granaten

Het Franstalige magazine Jeune Afrique noteerde daarop de door conflicten getekende geschiedenis van deze vakbond, die meerdere politieke leiders voortbracht, waaronder Guillaume Soro, oud-premieren tegenwoordig oppositiepoliticus in ballingschap, en Charles Blé Goudé, tegen wie het Strafhof in Den Haag een arrestatiebevel uitvaardigde na dodelijk verkiezingsgeweld in de jaren 2010 en 2011.

„Vanaf het begin heeft de studentenvakbond hardhandige methoden gebruikt om haar gezag op de campussen te doen gelden”, schrijft Jeune Afrique. „Fluitjes om collegezalen leeg te maken, maar ook katapulten en zelfgemaakte traangasgranaten met chilipoeder.”

Kort na zijn oprichting begin jaren 90 werd de vakbond alweer ontbonden door premier (nu president) Ouattara. Ook toen na de dood van een student. Op aandringen van Guillaume Soro, die destijds de leiding had, werd de vakbond enkele jaren later weer ‘legaal’. Gestopt waren ze nooit. Gaandeweg eigenden ze zich steeds meer macht toe, onder meer bij de verdeling van kamers op campussen.

De recente dood van de studenten noopte de autoriteiten tot nieuwe maatregelen: Fesci werd (nog) niet ontbonden, maar alle activiteiten van studentenvakbonden in Ivoorkust werden tot nader order geschrapt. Terecht, vonden 1.370 mensen (ruim 77 procent) die stemden op een poll van Abidjan.net.

Vorige week is het ministerie van Onderwijs ook begonnen met het massaal uitzetten van studenten uit kamers die zij „illegaal” zouden bezetten – vaak na betaling aan Fesci. Op nieuwszender NCI News lieten inspecteurs zien wat ze daarbij zoal aantroffen in een studentenresidentie in Abidjan: machetes, messen en twee granaten, vastgeklemd in opengeknipte waterflessen.

Tegen RTI bezwoer de openbaar aanklager dat zij „de volledige kracht van het strafrecht zullen toepassen op alle daders en medeplichtigen van deze ernstige feiten.” Niet alleen om de verantwoordelijken te straffen, zei hij. „Maar ook om een einde te maken aan de spiraal van geweld die lijkt te woeden binnen deze studentenorganisatie.”