De draaimolen van uitstellen, traineren en vertragen rond de stikstofkwestie draait weer op volle toeren. Deze week mocht het Commissiedebat Stikstof en Natuur erop. Ooit gaan we op deze tijd terugkijken in de wetenschap dat het hele stikstofdebacle een van de grote dwalingen van Nederland was. Veel duurbetaalde uren wordt er gepraat over de staat van de natuur, over hoe je stikstof zou moeten meten en over kritische waarden en stikstofkaartjes. Er worden steeds nieuwe onderzoeken gewenst en uitgevoerd, er worden debatten aangevraagd en gehouden. Er worden adviescommissies in het leven geroepen – zelfs hele speciale onder leiding van de premier, en nu schijnt een nieuwe vertraagbaas een reflectie te schrijven.
Intussen blijft zo onbenoemd mogelijk dat de stikstofdeken die de veehouderij over Nederland legt, haar oorsprong vindt in dieren. Enorme hoeveelheden dieren die in hun eigen uitwerpselen staan te verpieteren in de Nederlandse barakken van de veeteelt. „Stallen! Geen barakken!”, zou een belanghebbende in de veehouderij corrigeren. Het woord ‘stal’ suggereert stro, Jozef, Maria, een kindeke en beschutting voor het dier. In de bouwsels waar de huidige mest uit vloeit, staan dieren met honderden, duizenden, en tienduizenden tegelijk bij elkaar gepropt. Wanneer onze soortgenoten in die hoeveelheden worden opgesloten ter bevordering van hun uitbuiting, heten die constructies barakken. Alleen de onderdrukkers en hun trawanten hebben het over huisvesting, verblijven of onderkomens.
In barakken staan niet-menselijke dieren, zonder familiebanden te kunnen opbouwen, zich hun korte miserabele levens lang in de stank kapot te vervelen. Uit het zicht, buiten gehoorafstand en onder luchtwassers lijken ze niet te bestaan tot hun massale leed, als het laatste protest der machtelozen, zich via hun mest in stikstof uit.
Lees ook
BBB en stikstof: nieuwe adviseurs met een zéér bijzondere reputatie
Basisleugens
Uitbuiters van dieren komen wel aan het woord. Daar hebben ze professionals voor: reclamebureaus, lobbyisten en tegenwoordig ook politici. Dat moet wel in een land als Nederland, waar de bevolking goed met dieren wenst om te gaan, maar dat tegelijk de grootste vleesexporteur van Europa is. Er worden hier jaarlijks miljoenen dieren gefokt, gemest en gedood voor producten die mensen niet eens nodig hebben. Dat dit volk die massaslachtingen op zijn land toestaat, toont hoe gewiekst de boodschappers van de veehouderij te werk gaan. Hun werk baseert zich op twee grove basisleugens. De ene is dat mensen dierlijke producten nodig zouden hebben. Als dat waar was zouden ziekenhuizen vol liggen met veganisten. Mensen eten dierlijke producten niet uit noodzaak maar uit gewoonte, of omdat ze die lekker vinden. Dat betekent dat dieren worden gefokt, gemest en gedood uit gewoonte en voor genot.
BBB-leider Caroline van der Plas komt overal weg met de bewering dat boeren voedsel produceren, maar veehouders produceren geen voedsel: die verspillen het. Wie een beetje veehouderijzand uit zijn ogen weet te krijgen, ziet dat de gewassen waarmee barakdieren worden gevoerd op landbouwgrond moeten worden verbouwd. Wie stopt met het fokken van dieren voor de slacht, houdt juist ruimte over om voedsel te verbouwen. Echt voedsel. Van dat voedsel dat niet schreeuwt om haar jong, dat geen pijn voelt en dat zijn moeder niet mist.
Zelfs mensen die geen zier om dieren geven, maar wel om woningbouw, industrie of natuur, laten zich aanpraten dat ze dieren moeten eten. Een dierenleven is voor hen misschien niet meer waard dan een gehaktbal, maar woningen of de economie wel. Ook voor hen zou de plantaardige gehakbal de logische keuze moeten zijn. De kortste weg om van het stikstofslot af te komen is tenslotte dat slot om de veehouderij te hangen.
Leugen twee is consumenten wijsmaken dat dieren niet lijden als ze worden uitgebuit. Hierin slagen uitbuiters van dieren ook voortreffelijk. Zelfs de meest empathische, intelligente, geïnformeerde mensen zien niet hoe hypocriet het is om enerzijds tegen zinloos geweld en uitbuiting te zijn en anderzijds producten te consumeren die zijn genomen uit een dierenlijf. De grootste slimmeriken laten zich gedwee wijsmaken dat je kalf en koe beter zo snel mogelijk van elkaar kunt scheiden. „Dan zijn ze nog niet aan elkaar gehecht”, zeggen boodschappers van de veehouderij. Aansluitend komt het verhaal dat je een kalf het beste met kunstmatige melk kunt grootbrengen. Over het zoogdier mens accepteren we zonder twijfel dat moedermelk het beste is wat een baby maandenlang kan krijgen en dat de band tussen moeder en kind al in de buik ontstaat.
Rode vlag
Wie door wil hebben wanneer hij voor het karretje wordt gespannen van de dierenuitbuiterij, kan het woord dierenwelzijn als rode vlag nemen. Als dat voorbijkomt, weet je dat er professionals aan het werk zijn om je wijs te maken dat je dieren kunt uitbuiten en ze het daarbij naar hun zin hebben. Dat is als woordvoerders van strafkampen die het publiek informeren over wat in barakken wordt gedaan met oog voor het welzijn van onschuldige gevangenen.
Met oog voor hun welzijn worden dieren onder dwang geïnsemineerd en wekenlang onder beugels vastgeklemd. Met oog voor hun welzijn worden hun horens afgebrand, snavels gekapt en staarten afgeknipt. Met oog voor hun welzijn worden dieren geëlektrocuteerd en vergast. Dat heet dan bedwelmen.
Voor consumenten die gehoor lijken te ontwikkelen voor het eigen geweten, komt de beroepsuitbuiterij met begrippen als ‘biologisch’, ‘Kalverliefde’ of ‘natuurvlees’. Etiketten die suggereren dat er goede manieren bestaan van uitbuiten. Zelfs de Dierenbescherming werkt mee aan het rondpompen van die leugen met haar keurmerk Beter Leven. Zo kan ik ook een dierenminnend volk in de luren leggen.
De consument die blijft twijfelen over de ethische kant van dieren eten, krijgt te horen dat hij antropomorfiseert. Dat mag niet, ook al weten we dat bij dieren zo’n beetje alles werkt zoals bij ons: spieren, gewrichten, bloedsomloop, voortplanting en organen. Ze lijken zo veel op ons dat medicijnen en ingrepen die voor mensen zijn bedoeld eerst op dieren worden getest, maar als het over hun gevoelsleven gaat, zouden ze opeens heel anders zijn. Daar hebben de uitbuiters mooi geluk mee. Dierenmoeders missen hun jongen niet, afleiding hebben ze amper nodig, ruimte nog minder en wat ze niet kennen, ontberen ze niet. Het zijn allemaal leugens, bedoeld om wreedheden tegen dieren legaal en vooral gaande te houden.
De oplossing ligt niet in de uitwerpselen van dieren, maar in het geweten van mensen
Ontmantelen
De stikstofdiscussie is een draaimolen die om de verkeerde as draait. Het probleem zijn niet de meetmethodes of de natuur die achteruitholt. Het probleem is hoe we met dieren omgaan. De oplossing ligt niet in de uitwerpselen van dieren, maar in het geweten van mensen. Niet in ons voedsel, maar in onze moraal. Niet in onze magen, maar in onze harten. We moeten ophouden dieren te behandelen als objecten. Voor een individu is stoppen met die waanzin makkelijk: de beslissing nemen, een beetje googelen naar veganisme en je bent er. Voor een hele samenleving ligt die transitie complexer. Dáár hebben we onderzoeken voor nodig. Naar hoe we kunnen stoppen met het uitbuiten van dieren en een volk kunnen worden dat handelt naar de waarden die het zegt te hebben. We moeten niet oeverloos praten over hoe we de veehouderij kunnen reduceren, maar over hoe we die gaan ontmantelen. Over hoe we naar een plantaardige mensheid gaan bewegen en hoe Nederland daarin een voorloper kan worden. Over hoe we kunnen veranderen van Europa’s grootste dierendoder, in het land dat als eerste stopte met het offeren van dieren voor menselijk genot. Debatteer daarover. Stel daar onderzoeken naar in. Roep daar commissies voor in het leven. Laat daar desnoods reflecties over schrijven.
