N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Deze week presenteerde NS-topman Wouter Koolmees een plan om treinkaartjes in de spits duurder te maken, om zo reizigers beter te spreiden. Dit gebeurde nadat een treinkaartje in 2023 al gemiddeld 4,3 procent duurder was geworden, terwijl er 10 procent minder treinen zijn gaan rijden.
De NS is nog steeds niet hersteld van corona: in 2019 werden er 1,3 miljoen reizen per dag gemaakt met de NS, vorig jaar minder dan de helft. Zo kom je in een neerwaartse spiraal: de trein wordt steeds duurder en minder ‘openbaar’, waardoor er minder reizigers zijn, waardoor er minder treinen gaan rijden.
Ook voor de internationale treinreiziger is er recentelijk veel slecht nieuws. De directe verbinding tussen Groningen en Bremen wordt weer met een paar jaar uitgesteld en de Eurostar, tussen Amsterdam en Londen, zal volgend jaar maandenlang niet rijden vanwege een verbouwing op Amsterdam Centraal. En hoewel vier nieuwe partijen internationale verbindingen willen gaan aanbieden, gaan hun plannen niet veel verder dan de bestaande verbindingen naar Parijs, Oberhausen en Berlijn.
Vroempartij VVD
Waarom is het zo moeilijk om meer en goedkopere treinen te laten rijden? Misschien omdat Nederland zo’n beetje de grootste dichtheid aan wegen heeft van de hele Europese Unie? Of omdat de zelfverklaarde ‘vroempartij’ VVD al dertien jaar aan de macht is? Ook op de weg zijn er echter problemen genoeg: het aantal auto’s in Nederland is inmiddels de negen miljoen gepasseerd en we rijden steeds meer. Er staan inmiddels meer files dan voor corona. Dat is slecht voor de arbeidsproductiviteit, de luchtkwaliteit, het klimaat en het humeur van zowel automobilisten als de mensen die langs de files lopen, fietsen of wonen.
De problemen bij mobiliteit kunnen niet effectief worden opgelost zonder oog voor de lange termijn. Daar komt onvermijdelijk de klimaatcrisis weer om de hoek kijken. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) ligt de gestelde emissiereductiedoelstelling voor binnenlandse mobiliteit niet binnen bereik. Het PBL verwacht dat de uitstoot van broeikasgassen door binnenlandse mobiliteit in 2030 slechts 13 procent lager zal liggen dan in 1990. Dat komt door de toename van elektrische auto’s, wat weer te verklaren is door de overheidssubsidies waar vooral rijkere Nederlanders gebruik van maken.
Zo komt het doel om in Nederland in 2030 minstens 55 procent minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990 dus vooral op het bordje van andere sectoren. Als we meer met de trein en minder met de auto reizen, kan de mobiliteitssector veel meer bijdragen.
Lees ook het interview met minister Mark Harbers: ‘Ik baal dat we de files niet kunnen oplossen’
Ik was dus met stomheid geslagen toen ik in NRC het interview met minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) las. Hij wil graag de files oplossen, maar kan vanwege de stikstofcrisis nauwelijks nieuwe wegen aanleggen. De daarvoor gereserveerde vier miljard euro wil hij nu uitgeven aan achterstallig onderhoud aan wegen omdat het geld anders „dood op de plank” blijft liggen en zijn ambtenaren op Rijkswaterstaat „duimendraaiend” achter hun bureau zitten, of „ander werk gaan zoeken”.
Toen de interviewers opperden dat de minister met dat geld ook openbaar vervoer kon stimuleren en de automobilist de trein in kon halen, antwoordde Harbers dat staatsecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA) daarover gaat en dat hij vanuit zijn portefeuille geen potjes beschikbaar heeft waarmee hij het openbaar vervoer kan financieren.
Dat is misleidend, want Heijnen is staatssecretaris op zijn ministerie, en het geld voor weg en spoor komt uit hetzelfde ‘Mobiliteitsfonds’. Dit fonds is recent flexibeler gemaakt, waardoor het nu makkelijker is om de middelen tussen posten te verschuiven.
Het expertteam energiesysteem 2050 concludeerde onlangs dat een goedwerkende duurzame infrastructuur mensen in staat stelt om ook duurzaam mobiliteitsgedrag te laten zien. De overheid heeft volgens het expertteam een belangrijke rol bij het inrichten en vormgeven van infrastructuur. En daar kan dus wel degelijk geld voor vrijgemaakt worden uit het Mobiliteitsfonds.
Deutschlandticket
Daarom een goede tip uit Duitsland, voordat de minister geld over de balk gaat smijten of zijn ambtenaren duimen gaan draaien. Duitsland heeft een ‘Deutschlandticket’ ingevoerd, waarmee je voor 49 euro per maand in het hele land met de trein (behalve ICE en intercity) kan reizen. In de eerste twee maanden zijn er elf miljoen tickets verkocht, waarvan 7 procent aan mensen die daarvoor niet met de trein reisden. Een enorm succes voor minister Volker Wissing – die overigens net als minister Harbers van een liberale partij komt die de auto hoog in het vaandel heeft staan.
Zo’n soort actie zou Nederland ook goed kunnen. Daarmee zet je de neerwaartse spiraal om in een positieve. Het spoor zou dat aan moeten kunnen, gezien de resultaten van de NS in 2019.
We moeten openbaar vervoer als nutsvoorziening gaan zien. Openbaar vervoer ontlast de wegen en verlaagt de uitstoot van broeikasgassen en is dus belangrijk voor het welzijn van alle Nederlanders – óók voor hen die er niet of zelden zelf direct gebruik van maken. Dan moet het wel betaalbaar zijn voor iedereen.