Opinie | Schaf de marktwerking in de geestelijke gezondheidszorg af

De kans dat mensen die psychische hulp vragen die ook krijgen wordt steeds kleiner. En mensen met lichte klachten worden eindeloos doorbehandeld, op kosten van de belastingbetaler. Dat is schrijnend en super frustrerend voor ons, behandelaars in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Wij moeten werken in een systeem dat niet functioneert en dat alle energie uit ons zuigt.

Iedereen in het veld ziet de problemen: lange wachtlijsten, toename van het aantal suïcides, meer ‘multi-problem-gezinnen’. We dragen oplossingen aan, maar worden niet gehoord. Niet het effectief behandelen van psychische problemen, maar het zogenaamd beheersbaar houden van de kosten blijkt steeds weer het allerbelangrijkste.

Behandelaars zijn van goede wil en proberen nog zo goed mogelijk pleisters te plakken. Meer is niet mogelijk in de bureaucratische ellende waarin we zijn beland. Terwijl we professionals zijn en alles in huis hebben om goede zorg te verlenen. Tegen minder kosten dan we nu maken.

Wat is er precies mis? We houden onze patiënten ethische normen voor, maar we werken zelf in een onethisch systeem dat van ons vraagt perverse beslissingen te nemen. Zo wil de gemeente graag dat de wachtlijsten weggewerkt worden, want wachtlijsten doen het slecht in de media. Patiënten worden dus wel aangenomen, maar krijgen een laagfrequente behandeling. De patiënt wordt niet beter en de behandelaar raakt gefrustreerd.

Traumabehandeling

In de jeugdzorg hebben we te maken met ouders die vaak zelf een belaste voorgeschiedenis hebben. Ze lopen voortdurend het risico dat er meer gekeken wordt naar wat er mis met hen is, dan naar wat ze hebben meegemaakt. Zo kan een moeder bij wie een posttraumatische stressstoornis (PTSS) is vastgesteld, maar die vanwege de lange wachtlijst haar traumabehandeling nog niet heeft gehad, opnieuw in beeld komen, omdat het nu ook niet meer goed gaat met haar gezin. In een voorbeeld dat wij kennen adviseerde een ggz-instelling dat gezin na een intake een stabilisatieprogramma, dat echter alleen gefinancierd wordt als er een persoonlijkheidsstoornis bij de moeder is vastgesteld.

Als die er niet is, komt ze niet in aanmerking voor het programma, en ook niet meer voor de PTSS-behandeling, omdat ze daarvoor niet stabiel genoeg zou zijn. De kinderen staan ook op de wachtlijst voor traumaverwerking, maar worden niet geholpen, want hun moeder blijft onvoldoende stabiel. Jeugdhulpverleners proberen de moeder dan maar opvoedvaardigheden bij te brengen, terwijl dat geen enkele zin heeft. Als er te veel stress is, of je voelt je heel snel onveilig, kun je niet leren.

We houden onze patiënten ethische normen voor, maar we werken zelf in een onethisch systeem

We vragen vertrouwen van onze patiënten, maar het systeem waarin we werken gaat ervan uit dat we zelf niet te vertrouwen zijn. De controle van zorgverzekeraars en gemeenten is immens. En de wildgroei aan regels, beheersinstrumenten en bestedingsplafonds maakt het onmogelijk om goed en tijdig te behandelen. Wanneer behandelaren beschuldigingen van fraude weerleggen, wordt daar niet op ingegaan.

Regelmatig worden behandelaars gedwongen het vertrouwen van patiënten te schaden. Ze moeten privacygevoelige informatie van hun cliënten delen, omdat behandeltrajecten anders niet gefinancierd worden.

Gemeenteambtenaren en zorgverzekeraars nemen ongevraagd plaats achter het stuur, meestal niet gehinderd door enige inhoudelijke kennis. Hierdoor verliezen we behalve onze autonomie ook heel veel tijd. Uren die we wel declareren maar die opgaan aan het invullen van papieren en verantwoording afleggen over hoe we ons vak uitvoeren.

Ondanks onze brede opleiding wordt ons gevraagd slechts één type stoornis te behandelen. Deze zogenoemde ‘zorgpaden’ leiden tot inperking van onze behandelervaring, weinig onderlinge flexibiliteit om bij te springen en weinig arbeidstevredenheid.


Lees ook
Durfinvesteerders zien brood in tieners met lichte psychische klachten, zwaardere patiënten belanden op wachtlijst

De coronacrisis heeft de problemen van jongeren vergroot.

Een veel te grote hap uit het budget voor de ggz gaat naar dure, hoog opgeleide klinisch psychologen en gz-psychologen, die met een beperkt therapeutisch arsenaal enorme sommen verzekeringsgeld binnenhalen. Het effect van hun behandeling is moeilijk te meten, en er wordt geen limiet wordt gesteld aan de duur ervan. Dit gaat ten koste van ggz-mogelijkheden elders, met als resultaat de trieste wachtlijsten bij volwassenen en de schrijnende wachtlijsten bij jeugd.

Er zitten te hoge schotten tussen de algemene jeugdzorg aan de ene kant en de specialistische ggz aan de andere kant. Omdat voor allebei de wachtlijsten lang zijn, wordt de hete aardappel steeds doorgeschoven en worden gezinnen niet geholpen.

Behandelaars tegen wie een klacht wordt ingediend, krijgen geen steun, terwijl de aard van het werk een verhoogd risico met zich meebrengt. Behandelaars zijn daardoor bang voor zware gevallen en nemen die liever niet in behandeling. Een aantal verlaat zelfs het beroep.

Controlekosten verlagen

Wat moet er volgens ons gebeuren? De marktwerking moet worden afgeschaft. De rijksoverheid moet het zorgsysteem weer financieren en de knip tussen volwassenenzorg en kindzorg moet ongedaan gemaakt worden.

Het systeem moet betaalbaar worden door de controlekosten te verlagen. Eén supervisor of werkbegeleider per casus is voldoende. Psychotherapeutische sessies moeten worden beperkt tot maximaal 25 per patiënt, en 25 extra wanneer er persoonlijkheidsproblemen spelen.

Er moet veel meer gedaan worden aan traumaverwerking. Dat is effectief en heeft een positief effect op het hele gezin. Ouders van wie het trauma goed is aangepakt hebben een veel grotere ‘window of tolerance’.

Relatietherapie moet in het basispakket, om stressvolle relaties te behandelen en echtscheidingen en hun akelige gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen.

De specialistische geestelijke gezondheidszorg en de gewone jeugdzorg moeten samenwerken. De gezamenlijke behandeling moet uitgaan van een gedegen trauma-sensitieve analyse.

Tot slot moet er meer juridische en emotionele steun komen voor behandelaren die een klacht krijgen, zodat ze zwaardere gevallen weer aandurven. Klachtbehandeling mag niet langer dan drie maanden duren.