Het is een beproefd concept in Nederland: maak een karikatuur van een opmerking zodat je vooral geen inhoudelijke discussie hoeft te voeren. Zo zou ik volgens hoogleraar Leo Lucassen in mijn HJ Schoo-lezing van 2 september hebben beweerd dat vrouwen meer kinderen moeten krijgen, omdat Nederland anders massamigratie uit Afrika te wachten staat (van dat stuk, Omtzigts schrikbeeld belemmert demografische oplossingen, verscheen een eerdere versie op 3 september online). Een kwaadaardige verdraaiing; NRC rectificeerde.
Lees ook
NRC Ombudsman: Lees maar, er staat niet wat er staat – over het wegen van woorden bij Omtzigt en de wolf
Nieuwsuur ging de straat op en stelde de vraag: ‘Pieter Omtzigt vindt dat Nederlanders meer kinderen moeten krijgen. Wat vindt u daarvan?’ Vast lollig en laagdrempelig bedoeld, maar dat heb ik dus niet gezegd.
Evenmin heb ik gesuggereerd, of willen suggereren, dat de staat in het leven van vrouwen moet ingrijpen. Ook de suggestie dat dit alles iets met huidskleur of nationaliteit te maken zou hebben is kwalijk. Ik heb simpelweg de feiten benoemd en vastgesteld dat het gaat om grote veranderingen op mondiale schaal, waar we nu nog onvoldoende op anticiperen.
Lucassen redeneerde door tot hij bij Breivik uitkwam, terwijl NRC in een hoofdredactioneel commentaar (Het gesprek over demografie moet zuiver gevoerd worden, 5/8) politici (mij dus) opriep geen verwarring over woorden te laten ontstaan.
Neergang geboortecijfer
Laten we teruggaan naar de feiten: in Nederland is het aantal kinderen per vrouw in 2023 gedaald naar 1,43. Het aantal geboortes lag op het laagste niveau sinds 1901. In dat jaar waren er iets meer dan 5 miljoen inwoners. Nu zijn dat er 18 miljoen. Momenteel is er sprake van natuurlijke bevolkingskrimp: er zijn iets meer sterftegevallen dan geboortes. Sinds 2010 is sprake van een markante daling in dat saldo.
De neergang van het geboortecijfer is zo groot dat zij buiten alle bandbreedtes van CBS-prognoses valt. Die gaan uit van een natuurlijke bevolkingsgroei de komende 10-20 jaar, terwijl er nu al sprake is van een beperkte maar wel toenemende krimp.
In de Europese Unie – en ook vergeleken met Zuidoost-Azië – is Nederland zeker niet uniek in de daling van de geboortecijfers. Sterker nog, naar veel maatstaven zit Nederland in de middenmoot. In een aantal landen is het aantal geboortes veel harder gedaald sinds de piek.
In landen waar het geboortecijfer al lang laag is (zoals Japan of Duitsland) of waar het extreem laag is (Zuid-Korea), is het aantal sterfgevallen fors hoger dan het aantal geboortes. In Japan is de natuurlijke bevolkingsdaling nu 800.000 per jaar en overlijden er meer dan twee keer zoveel mensen als er geboren worden. Dat heeft vergaande gevolgen voor ongeveer elke facet van de samenleving.
Tegelijkertijd is er in delen van het Midden-Oosten en Afrika juist sprake van forse bevolkingsgroei. Deze tegengestelde demografische ontwikkelingen zullen economische, sociale en geopolitieke implicaties hebben. We moeten onderzoeken wat deze implicaties zijn, wat ze voor Nederland betekenen en hoe we hierop kunnen en moeten anticiperen.
Vergaande gevolgen
De Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 deed onderzoek naar toekomstige demografische scenario’s. Wat betekent het voor woningen, voor de economie, voor de zorg en andere zaken over de inrichting van Nederland als er bepaalde demografische scenario’s zijn? Maar het zou zeer verstandig zijn om ook in kaart te brengen en te reflecteren op wat er zou gebeuren als het geboortecijfer in Nederland zou dalen tot het niveau in Spanje (1,2) of misschien wel Zuid-Korea (0,8). Zo’n daling zou vergaande gevolgen hebben voor ongeveer elke onderdeel van het regeringsbeleid: van volkshuisvesting tot onderwijs, van zorg tot arbeidsmarkt.
Dit gaat dus over onze toekomst, onze welvaart, de sociale cohesie en ja, ook onze bestaanszekerheid. Daar moeten we over nadenken, en deze discussie heb ik willen starten. Uit de felle en karikaturale reacties maak ik op dat hier inderdaad een taboe is doorbroken.
In mijn HJ Schoo-lezing behandelde ik meerdere hardnekkige problemen (waaronder doorgeslagen marktwerking, laag vertrouwen in de overheid, dalende geletterdheid) en hoe zij op elkaar inwerken. Ook sprak ik uitgebreid over het doorgeslagen neoliberalisme. Zo zorgt het schreeuwende woningtekort, deels gevolg van neoliberaal beleid, ervoor dat jongeren later een eigen woning kunnen betrekken en een gezin kunnen starten. Hiermee belemmert de woningnood hen direct bij het maken van vrije keuzes over hun toekomst, over hoe zij hun eigen leven willen en kunnen inrichten. Biedt de overheid mensen die kinderen willen opvoeden dit moment eigenlijk wel wat zij daarvoor nodig hebben? Naast het gebrek aan woningen, kunnen ook een hoge studieschuld, onzekere arbeidscontracten of gebrekkige mogelijkheden om arbeid en zorgtaken te combineren, behoorlijk belemmerend werken.
Ik hoop dat een serieuze inhoudelijke discussie mogelijk is over de gevolgen van bovenstaande demografische ontwikkelingen voor ons land in de komende decennia. Dat is gezien de grote impact van dit thema zeer wenselijk.