Opinie | Raad van State zet eigen gezag op het spel met optreden van Van Zwol

Staatsraad Richard van Zwol, werkzaam bij de Afdeling advisering van de Raad van State en prominent CDA-lid, heeft onlangs verschillende complimenten geuit aan het adres van het kabinet-Schoof. Ook nam Van Zwol de regering in bescherming tegen kritiek. Dit gebeurde in het WNL-radioprogramma Sven op 1.

Door deze uitlatingen is de onafhankelijkheid van de Raad van State verder in het geding gekomen nadat Van Zwol eerder dit jaar al optrad als informateur én formateur van de regeringscoalitie van PVV, VVD, NSC en BBB. Dit kabinet is, zoals bekend, omstreden vanwege onder meer de anti-rechtsstatelijke opvattingen van de PVV. Over de betrokkenheid van de Raad van State bij de kabinetsformatie straks meer. Nu eerst het radio-interview van donderdag 5 december.

Hoofdonderwerp daarvan was het Tweede Kamerdebat op 4 december over het vorig jaar verschenen eindrapport van de Staatscommissie demografische ontwikkelingen 2050. Van Zwol was voorzitter van deze staatscommissie. In zijn gesprek met Sven Kockelmann beperkte hij zich echter niet tot een reactie op de parlementaire behandeling van zijn rapport.

Lovende woorden

Vanuit zijn werkkamer bij de Raad van State sprak Van Zwol, met diverse petten op, lovende woorden over de nieuwe staatssecretaris Sandra Palmen (Herstel en Toeslagen, NSC), vicepremier Mona Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, BBB) en minister Eelco Heinen (Financiën, VVD). Daarnaast antwoordde hij op de vraag of het kabinet er komend voorjaar nog zit, dat hij er „ook hier bij de Raad van State” bij wijze van „bemoediging” van uitgaat dat dit het geval zal zijn.

Ook stelde Van Zwol dat het rond de meeste zaken en begrotingen waarmee het kabinet bezig is „heel ordelijk” toegaat. Verder pareerde hij een kritische opmerking van oud-premier Mark Rutte (VVD), die onlangs tijdens een VVD-congres minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) „een zwakke minister” noemde. Van Zwol zei voorts dat hij vaker kabinetten „in het begin een beetje [zag] struikelen”, gevolgd door de uitspraak: „Ik ga met vertrouwen naar dit kabinet kijken. En nogmaals, ze hebben ook een beetje bemoediging nodig”.

Van Zwol bouwde onbeschroomd mee aan ‘het strengste asielbeleid ooit’

Dat een staatsraad zich publiekelijk positief (of negatief) uitlaat over het functioneren van een kabinet of specifieke bewindspersonen is ongebruikelijk en ook ongewenst. De Afdeling advisering van de Raad van State oordeelt immers over onder meer de rechtmatigheid en uitvoerbaarheid van wetsvoorstellen. Het spreekt vanzelf dat dit belangrijke werk gepaste afstand tot de politiek-bestuurlijke macht vereist.

Staatsraad Van Zwol, voormalig topambtenaar, heeft nu tegen deze ongeschreven regel gezondigd. Zijn vergoelijkende uitspraken over het huidige kabinet zijn echter mede zo opzienbarend omdat de vier coalitiepartijen zich niet aan hun veelbesproken ‘rechtsstaatverklaring’ houden.

Dit laatste werd in het radio-interview helaas niet aangeroerd. Maar uiteraard is ook Van Zwol op de hoogte van de steeds extremere provocaties van PVV-leider Geert Wilders. Zoals hij ook weet waarom staatssecretaris Nora Achahbar (Herstel en Toeslagen, NSC) is opgestapt. En bovendien heeft hij kennis kunnen nemen van het kabinetsdebacle rond de beoogde toepassing van het staatsnoodrecht om een vermeende ‘asielcrisis’ te bestrijden. Van Zwols terloopse recensie van de huidige coalitie was dus niet alleen onprofessioneel maar ook inhoudelijk misplaatst en laakbaar.


Lees ook

Stop samenwerking met PVV

PVV-fractievoorzitter Geert Wilders en -Kamerlid Leon de Jong tijdens de eerste dag van de Algemene Politieke Beschouwingen.

Overigens hebben talrijke deskundigen erop gewezen dat het nu gevoerde en voorgenomen kabinetsbeleid grote rechtsstatelijke, klimatologische, sociale en economische risico’s in zich draagt. Zo toonde de Afdeling bestuursrechtsspraak van de Raad van State zich recent zeer bezorgd over de actuele plannen van het ministerie van Asiel en Migratie.

Actieve medewerking

De vraag is nu wat de vicepresident van de Raad van State, Thom de Graaf, zou willen leren van niet alleen het radio-incident, maar ook van de voorgeschiedenis daarvan. Dat Van Zwol zich zowel qua inhoudelijke onderhandelingen als qua personele bezetting met het huidige kabinet intensief heeft beziggehouden, is door De Graaf namelijk niet verhinderd. Aldus heeft de Raad van State actieve medewerking verleend aan de vorming van een kabinet waaraan voor het eerst een antirechtstatelijke partij meedoet, en ook nog als grootste partij.

Extra pijnlijk in dit verband was dat staatsraad-informateur Van Zwol tijdens een persmoment op 23 april de inzet van het hierboven genoemde staatsnoodrecht verdedigde. Terwijl hij kon weten dat gebruik van dit middel in de gegeven context buitenproportioneel was, en dus zou stranden bij zijn ‘eigen’ Afdeling advisering. En terwijl hij nota bene aan het hoofd stond van een staatscommissie die zich nauwgezet over het thema migratie heeft gebogen. Maar in plaats van dicht bij de feiten en nuances in zijn eigen rapport te blijven, bouwde Van Zwol onbeschroomd mee aan „het strengste asielbeleid ooit”.

Hoe men ook denkt over de regeringsdeelname van de PVV: een instituut dat de democratische rechtsstaat op deskundige en onafhankelijke wijze moet beschermen, had zich van deze uitzonderlijke kabinetsformatie afzijdig moeten houden.

Van groot belang is nu dat De Graaf inziet dat het gezag van de Raad van State serieuzer moet worden bewaakt. Onder zijn leiding dient een grondige reflectie plaats te vinden op de eigen rechtsstatelijke functie. Daarnaast zal hij de onafhankelijkheid van de Afdeling advisering beter moeten waarborgen. Kortom, de vicepresident moet in actie komen.

Een eerdere versie van dit stuk verscheen op de website van het Montesquieu Instituut.