In Tiel woont een meisje/ dat vist met een magneet/ Als je haar vraagt wat ze zoekt/ zegt ze dat ze dat niet weet. Ik moet de laatste tijd vaak denken aan die eerste regels van ‘Blijf nog even wakker’, het lied waarmee Micha Wertheim vorig jaar zijn oudejaarsconference afsloot. Dat komt, denk ik, omdat magneetvissen hopeloos uit de mode is. Zomaar iets proberen zonder te weten wat het oplevert; waarom zou je dat nog doen? We hebben de beschikking over oneindig veel informatie en alles is meetbaar, we weten precies wat wel en wat niet werkt. Er is dus geen enkele reden om iets te ondernemen dat niet met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid het beoogde effect zal hebben.
Magneetvissen is een daad van verzet in een wereld waar iedereen zich probeert vast te klampen aan dat soort zekerheden. In een tijd waarin we zo overweldigend veel mogelijkheden hebben dat we steeds vaker kiezen voor wat we al kennen en het onbekende juist gaan vrezen.
Die defensieve manier van denken, gericht op gegarandeerd resultaat, wint terrein op experiment en idealisme. Sarah Sluimer beschreef vorige maand in NRC mooi hoe ze zich lang heeft proberen te verzetten tegen het dominante systeem, dat ze haar principiële houding ‘nog best een poosje heeft volgehouden’, maar hoe ze uiteindelijk gewoon moe werd: „Ik kwam erachter dat ik het niet ging winnen van de wereld. En ik ervoer weerzin. Ik wilde niet langer van buiten naar binnen trappen, maar samen zijn met anderen.”
Een paar weken later blijken die woorden haast profetisch, nu grote festivals als De Zwarte Cross, Milkshake en Awakenings in handen zijn gevallen van de volkomen foute durfkapitalist KKR. Wapens, bedrijven op de illegaal bezette Westelijke Jordaanoever, vervuilende industrie en zelfs het gore drankje Wicky; het maakt ze geen reet uit waar ze geld in pompen, zolang het maar zo snel mogelijk nog meer geld oplevert. Veel letterlijker wordt het dilemma tussen kiezen voor je principes of samen zijn met anderen niet.
Verschillende artiesten zoals Youp van ’t Hek, punkband Hang Youth en DJ Angelboy kozen voor hun principes en annuleerden hun optredens. „Hebben zulke acties effect?”, was de vraag die in Trouw werd gesteld. In het artikel wordt keurig uitgelegd dat ze er bij KKR niet snel zenuwachtig van zullen worden, de kaartjes zijn nu toch al verkocht, maar dat het op de lange termijn wel iets met de waarde van een festival doet als zo’n boycot zich uitbreidt. Een antwoord dat past bij deze tijd, waarin alles draait om resultaat – of met een nog modieuzer woord: impact. Nog passender is de benadering van De Stentor, die via een stelling het publiek laat bepalen of de afzeggingen van artiesten terecht zijn, er is een optie ‘eens’ en er zijn drie opties die neerkomen op ‘oneens’, waaronder ‘oneens, niet moeilijk doen’.
Je krijgt zo toch het gevoel dat zo’n afzegging pas gerechtvaardigd is als het bewezen effectief is, terwijl het al een heel concreet effect heeft: er komt geen optreden. Dat is in de eerste plaats een persoonlijke keuze van de artiesten. Als je hun verklaringen leest, zie je dat ze zelf ook worstelen met die beslissing, omdat ze begrijpen dat het een druppel op een gloeiende plaat is en omdat het, zoals de Gelderlander het omschreef, nog niet zo makkelijk is om een KKR-vrij leven te leiden; hun vingerafdrukken zitten overal op.
Het is dan ook makkelijker om gewoon maar mee te doen. Het systeem werkt prima voor wie niet te veel vragen stelt, je weet wat je krijgt. Wie protesteert krijgt al snel het verwijt het vooral te doen uit ijdelheid; je kunt de wereld toch niet veranderen, dus de enige reden dat je zo demonstratief tegenspartelt, is om te laten zien hoe erg je wel niet deugt.
Maar ook al weet je niet of het iets oplevert, zo’n protest is nog altijd een poging om het systeem een klein beetje te verbeteren. Over het magneetvismeisje vervolgt Wertheim dan ook: En als ik haar zie staan/ met dat touw in de Waal/ denk ik: die zoekt niet voor zichzelf,/ maar voor ons allemaal.
Wie afgelopen vrijdag werkte, zal het ’s ochtends in het ov hebben gemerkt. Op de toch al rustigere vrijdag in parttime werkend Nederland, was de dag na Hemelvaart massaal een snipper- of verplichte vrije dag. Zie daar in een notendop het probleem waarmee vervoersbedrijven kampen: de reiziger is er wel, alleen niet áltijd, élke dag, élk uur, in éven grote mate.
Dat de NS nu in bijna de helft van zijn sprinters de eerste klas vervangt voor 3.580 extra tweedeklaszitplaatsen is daarom toe te juichen. Drukte in de spits is tegenwoordig eerder een gegeven dan uitzondering, en de rode stoeltjes van de eerste klas – zo kon elke tweedeklas-sprinterreiziger zien – werden tegelijk nauwelijks bezet. Niet alleen omdat sinds corona de zakelijke reiziger vaker thuiswerkt, maar waarom zou je? Verschil in prijs was er wel, in comfort nauwelijks. En zoals twee NS-medewerkers in NRC opmerkten: „Niemand klapt zijn laptop open om een paar minuten te gaan werken tussen Castricum en Heemskerk.”
Tegelijk is het goed dat de NS de eerste klas in intercity’s handhaaft. Wil de trein een aantrekkelijk alternatief zijn voor de auto, en dat is zowel vanwege de schaarse ruimte in Nederland als voor het behalen van de klimaatdoelen noodzakelijk, dan moet de NS de automobilist er van kunnen overtuigen dat de rust en ruimte van zijn eigen cocon ook in een wagon is te vinden.
(Wat een ferme aansporing voor de NS zou moeten zijn om in zowel eerste als tweede klas vaker en beter schoon te maken, en te handhaven op stilte in stiltecoupés.)
Het openbaar vervoer is in gevaar, terwijl de liefde van deze coalitie naar de auto gaat
Hopelijk ziet de NS-top in dat met creatief nadenken, zoals dit afschaffen van eersteklassprintercoupés, een spitsheffing niet nodig is. Ja, de bezettingsgraad van de treinen is tussen half acht en negen uur ’s ochtends hoog – soms oncomfortabel, sardientjes-in-blik hoog. En ja, president-directeur Wouter Koolmees, zegt terecht dat op andere delen van de dag de trein „warme lucht” vervoert.
Maar straf scholieren en werknemers die weinig keuze hebben niet af omdat hun les of vergadering nu eenmaal precies om negen uur op dinsdag of donderdag begint. Op zo’n post-Hemelvaartvrijdag is het wel heerlijk rustig reizen, maar in je eentje in een klaslokaal zitten of op kantoor heeft weinig zin. Beloon daarom vooral daluurreizigers met goedkopere kaartjes.
Creatief denken mag ook van de bewindslieden op Infrastructuur en Waterstaat worden gevraagd. Het openbaar vervoer in Nederland heeft een groot maatschappelijk belang én is in gevaar: in het streekvervoer dreigt ernstige verschraling wat hele regio’s onbereikbaar zal maken, het spoor piept en kraakt terwijl ProRail moet bezuinigen. Eind dit jaar moet bovendien zowel een keuze gemaakt worden over het in stand houden van de lage accijnzen op fossiele brandstof, als over prijsverhoging van trein- en buskaartjes. De NS is sinds de reiziger vaker thuiswerkt verlieslijdend, en moet bezuinigen.
In 2024 en in 2025 sprong het Rijk nog bij om prijsstijgingen in het ov te drukken. De kans is echter groot dat de trein dit keer het onderspit delft. De liefde van deze coalitie voor de auto is immers bekend. Terwijl iedere treinreiziger weet dat de trein vrijwel overal 130 kilometer per uur kan rijden.
„Goed je weer te zien man, mijn haar werd al wat lang!”, roept Cornelis Mecklenfeld (36) tegen straatkapper Auke van Harten wanneer hij het grijze kappersbusje binnenstapt, dat geparkeerd staat naast een Rotterdamse daklozenopvang van het Leger des Heils. Terwijl Mecklenfeld plaatsneemt in een zwarte stoel, vraagt Van Harten (34) wat voor kapsel hij zou willen. „Er mag aardig wat af. Vooral aan de bovenkant, maar wel laten overlopen. Niet helemaal kaal aan de zijkanten graag”, zegt Mecklenfeld na grondige inspectie van het eigen haar in de wandspiegel.
De Drontenaar kwam twee jaar geleden op straat te staan, nadat hij zijn baan als hovenier had verloren en daarmee zijn woning niet meer kon bekostigen. Aanvankelijk probeerde hij nog verzorgd voor de dag te komen (naar eigen zeggen leek hij op „een echte Erasmus-student”), maar dat bijhouden werd te prijzig.
Om meer geld bijeen te sprokkelen, besloot Mecklenfeld het anders aan te pakken. Hij liet zichzelf juist verloederen. „Mijn moeder zei altijd: ‘Doe je dommer voor dan je bent, dan krijg je sneller hulp.’ Dat principe paste ik toe.”
Van Harten fronst: waarom laat hij zich nu dan knippen? „Je zag hoe ik eruitzag, toch? Dat kán toch niet?”, antwoordt Mecklenfeld lachend. „En jij bent gratis, natuurlijk!”
Straatkapper Auke van Harten en diens mobiele kapsalon, waar hij gratis daklozen knipt.
Foto Hedayatullah Amid
Vanaf 2017 knipt Auke van Harten gratis thuislozen of mensen in financiële nood, in en rond Rotterdam. Na het bekijken van een filmpje van een trio Canadese kappers (Street Thug Barbers) op YouTube die gratis thuislozen knippen, raakten Van Harten en collega Sjoerd de Vries geïnspireerd. „We vonden dat zo gaaf. Ze gaven echt iets terug aan de gemeenschap. En het betekent zoveel voor die mensen. Dat wilden wij ook.”
Na een kapperscursus begon het duo een keer per twee weken te knippen in geïmproviseerde ruimtes bij daklozenopvangen, voedselbanken of verslavingsklinieken. Hun ‘mobiele kapsalon’ bestond uit een bakfiets en een rugzak met tondeuses, gel en scharen. „Ik deed dat naast mijn werk als persoonlijk begeleider in de gehandicaptenzorg. Enorm druk was dat”, zegt Van Harten.
Spiksplinternieuw
Na een winnende pitch in 2021 bij de Awesome Foundation, een stichting die kleine projecten ondersteunt, kregen de straatkappers meer aandacht en geld. Zowel van humanitaire organisaties als grote ondernemingen. Ze konden hun vaste baan opzeggen en professioneel straatkapper worden: „Humanitas (een landelijke vrijwilligersorganisatie die mensen in nood hulp biedt) wilde ons tot een vast project maken. Daardoor wilde het ene na het andere bedrijf ons sponsoren, en zouden we een vast salaris ontvangen en het werk fulltime kunnen doen.”
Afgelopen oktober kon mede dankzij die sponsoring en een benefietavond (waarop 130.000 euro werd opgehaald) een spiksplinternieuwe kappersbus worden gekocht: een elektrisch voertuig met op de zijkant in kapitalen „De straatkapper”. Verder is de buitenkant voorzien van talloze namen van sponsorende bedrijven, evenals het motto – „Hoofd voor hoofd de wereld veranderen” – en een levensgrote afbeelding van de kappers.
Een kappersbeurt is intiem, je raakt iemands haar aan en je maakt een praatje
De witte binnenkant van het busje, een mobiele minikapperszaak, is al even imposant. Vergeleken met het prille begin is dit „tien keer beter”. „Ik moest een keer knippen in een loods met honderd stapelbedden”, vertelt Van Harten. „Er was nauwelijks ruimte, met tweehonderd man om je heen. De drukte en chaos maakten het werk bijna onmogelijk.”
Wanneer Van Harten onder de eindklanken van ABBA’s ‘Dancing queen’ een laatste hand legt aan het kapsel van Mecklenfeld, komt Jeffrey van der Valk om de hoek kijken. „Ah, wat toevallig, ik liep net uit het park waar ik sliep deze kant op en zag je busje. Duurt het nog lang?” Vijf minuten later is de 37-jarige aan de beurt („Lekker kort, het is straks zomer, hé? Maar bovenop wel ietsje langer”) en vertelt hij over hoe hij thuisloos werd. „Ik was getrouwd, we hadden een dochter en ik werkte als vrachtwagenchauffeur. Toen wilde mijn vrouw plotseling scheiden. Ik koos om gelijk uit huis te gaan.”
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Jeffrey van der Valk wordt geknipt en geschoren in de mobiele kapsalon van De straatkappers.
Foto Hedayatullah Amid
” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Jeffrey van der Valk wordt geknipt en geschoren in de mobiele kapsalon van De straatkappers.
Foto Hedayatullah Amid
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/in-de-mobiele-kapsalon-kunnen-daklozen-even-uit-de-overlevingsstand-doe-maar-lekker-kort-het-is-straks-zomer-he-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/30164657/data133011017-1a5bb8.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/in-de-mobiele-kapsalon-kunnen-daklozen-even-uit-de-overlevingsstand-doe-maar-lekker-kort-het-is-straks-zomer-he-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/in-de-mobiele-kapsalon-kunnen-daklozen-even-uit-de-overlevingsstand-doe-maar-lekker-kort-het-is-straks-zomer-he-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/in-de-mobiele-kapsalon-kunnen-daklozen-even-uit-de-overlevingsstand-doe-maar-lekker-kort-het-is-straks-zomer-he-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/in-de-mobiele-kapsalon-kunnen-daklozen-even-uit-de-overlevingsstand-doe-maar-lekker-kort-het-is-straks-zomer-he-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/in-de-mobiele-kapsalon-kunnen-daklozen-even-uit-de-overlevingsstand-doe-maar-lekker-kort-het-is-straks-zomer-he-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/Z0BuXXkAD8PFjKKc9j2k967FO_I=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/30164657/data133011017-1a5bb8.jpg 1920w”>Jeffrey van der Valk wordt geknipt en geschoren in de mobiele kapsalon van De straatkappers.
Foto Hedayatullah Amid
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="De mobiele kapsalon aan de Westzeedijk in Rotterdam.
Foto Hedayatullah Amid
” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="De mobiele kapsalon aan de Westzeedijk in Rotterdam.
Foto Hedayatullah Amid
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/in-de-mobiele-kapsalon-kunnen-daklozen-even-uit-de-overlevingsstand-doe-maar-lekker-kort-het-is-straks-zomer-he-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/30164658/data133011086-b528ee.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/in-de-mobiele-kapsalon-kunnen-daklozen-even-uit-de-overlevingsstand-doe-maar-lekker-kort-het-is-straks-zomer-he-14.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/in-de-mobiele-kapsalon-kunnen-daklozen-even-uit-de-overlevingsstand-doe-maar-lekker-kort-het-is-straks-zomer-he-12.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/in-de-mobiele-kapsalon-kunnen-daklozen-even-uit-de-overlevingsstand-doe-maar-lekker-kort-het-is-straks-zomer-he-13.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/in-de-mobiele-kapsalon-kunnen-daklozen-even-uit-de-overlevingsstand-doe-maar-lekker-kort-het-is-straks-zomer-he-14.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/in-de-mobiele-kapsalon-kunnen-daklozen-even-uit-de-overlevingsstand-doe-maar-lekker-kort-het-is-straks-zomer-he-15.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/k4QhjWQ_ffke5_ubIM-bsYxmrEo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/30164658/data133011086-b528ee.jpg 1920w”>De mobiele kapsalon aan de Westzeedijk in Rotterdam.
Foto Hedayatullah Amid
Foto’s Hedayatullah Amid
Terwijl Van Harten is begonnen aan de baard, vertelt Van der Valk – met pauzes tussendoor om ongelukken met het mesje te voorkomen – dat hij in een depressie belandde en zijn baan verloor. „Het contact met mijn dochter verliep niet bepaald vlekkeloos. Dat beïnvloedde mijn humeur. Ik heb toen echt gedacht: ‘Ik gooi de vrachtwagen in de vangrail’.”
Dat was voor Van der Valk een duidelijk signaal om te stoppen met werken. Alleen verloor hij daarmee ook het dak boven zijn hoofd.
Van Harten merkt dat de kappersbus een intieme sfeer creëert, waarin thuislozen makkelijk persoonlijke verhalen delen. Daarnaast is er wat aandacht, sociale interactie, iets wat ze vaak ontberen. „Normaal worden daklozen voorbijgelopen, soms niet eens een blik waardig gegund, met een grote boog vermeden. Een knipbeurt is intiem, je raakt iemands haar aan en maakt een praatje.”
Dat is ook de reden dat Van Harten, ondanks de verwaarloosde hygiëne die hij soms aantreft, geen handschoenen draagt: „Die geven impliciet het signaal dat je de ander vies vindt. Dat creëert afstand.” Van der Valk schudt demonstratief met het hoofd. „De maatschappij is hard man, keihard.”
Hoewel op deze zonnige dinsdagochtend niet bepaald een wachtrij staat voor de mobiele kappersstudio, ziet Van Harten over het algemeen de drukte toenemen. Dit ligt in lijn met een recent onderzoek in opdracht van het Armoedefonds, waaruit blijkt dat zes op de tien hulporganisaties een toename vaststellen van het aantal mensen dat armoedehulp vraagt.
Cornelis Mecklenfeld (links) en Jeffrey van der Valk roken een sigaretje na hun knipbeurten. Foto Hedayatullah Amid
Hulp
Zijn klanten kunnen volgens Van Harten maar lastig volwaardig terugkeren in de maatschappij. De straatkapper spreekt van „tien hoepels” waar daklozen doorheen moeten springen, om bijvoorbeeld huisvesting of psychische hulp te krijgen. En indien ze „de elfde hoepel” niet halen, door „één misstap, met bijvoorbeeld een verslaving, één gefaalde check in het proces, dan moeten ze helemaal opnieuw beginnen”.
En huisvesting is volgens een woordvoerder van het Leger des Heils nou juist het middel om daklozen weer op het juiste pad te krijgen: „Ze zitten nu in een overlevingsstand en dan zijn ze vatbaarder voor verslaving. Even kort een middel gebruiken, om de ellende van op straat leven vijf minuten te vergeten. Een woning zou gigantisch helpen.” Maar in een dichtbevolkt land met een woningcrisis, is de kans daarop klein.
Terug in de kappersbus vraagt Van Harten de dakloze klant wat hij van zijn nieuwe coupe vindt. Van der Valk blijkt vol vertrouwen: „Geweldig, dit geeft mij weer moed voor een nieuw begin. Hopelijk levert dit mij een nieuwe baan en nieuw contact op met mijn dochter!” Terwijl hij uit het busje stapt en richting de ingang van de Leger des Heils-opvang loopt, roept de inmiddels buiten in een portiek zittende Mecklenfeld: „Ziet er goed uit jongen! Ik herkende je bijna niet meer!”
Van Harten, die het moment met een grote grijns aanschouwt, zegt: „Zie je die glimlach? Dat is precies waarvoor ik het doe.”
Lees ook
Dakloosheid neemt toe, vooral onder vrouwen en jongeren. Hoe is het in de ‘ramvolle’ opvang?
Het wil maar niet serieus worden in de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB. En hoe langer deze situatie duurt, des te problematischer het wordt. Nederland wordt geregeerd door vier partijen die het gewicht van hun rol niet aan lijken te kunnen. Ze wantrouwen en vrezen elkaar, komen niet met hoognodig beleid, en laten ook de kiezers in de steek die ze met grote beloftes gelokt hadden. Hoe lang gaat dit nog door, de angst en ellende in het rijk van Schoof?
De persconferentie van PVV-leider Geert Wilders was een zoveelste bewijs van deze houding. Afgelopen maandag presenteerde hij, opvallend genoeg in perscentrum Nieuwspoort, mét de verzamelde parlementaire pers, een tienpuntenplan met maatregelen om de immigratie tegen te gaan. Deze punten waren een regelrechte motie van wantrouwen tegen zijn eigen minister die hierover gaat, Marjolein Faber (Asiel en Migratie). Serieus kon het plan niet genomen worden, de meeste voorgestelde maatregelen waren in een eerder stadium ook al door de andere coalitiepartijen verworpen. Het leek eerder bedoeld om de volgende verkiezingen te winnen. De PVV staat er slecht voor in de peilingen, het vermoeden in de partij is dat coalitiegenoot VVD het kabinet zo snel mogelijk wil laten vallen, en de aandacht voor migratie, hún onderwerp, is in het politieke debat behoorlijk ingezakt. Duidelijk was meteen dat Wilders’ dreigement om het kabinet binnen een paar weken op te blazen helemaal geen écht dreigement was. Het ging hem erom de PVV-kiezer duidelijk te maken dat hij er nog wás. Profilering staat in deze coalitie nu eenmaal altijd voorop. Als Wilders echt had gewild dat het kabinet iets zou bereiken op migratie, dan had hij Faber allang opdracht gegeven meerderheden te zoeken in de Eerste Kamer voor haar asiel- en migratiewetten. Faber doet het politieke handwerk niet, pakt zelden de telefoon. Wilders lijkt het best te vinden. Het laat zien hoe moeizaam de transitie van populisme naar regeringsmacht gaat.
Minstens zo treurig is dat de andere drie coalitiepartijen hun rol niet veel serieuzer lijken te nemen. Ze namen nauwelijks afstand van Wilders’ vergaande en soms antirechtsstatelijke voorstellen. Wilders eiste – nogmaals: met het dreigement het kabinet op te blazen – dat de grenzen worden gesloten voor asielzoekers. Hij wil daarvoor het leger inzetten. Alleenstaanden met een verblijfsvergunning moeten volgens Wilders asielzoekerscentra na veertien weken verlaten, ook als er nog geen onderdak is. Wilders’ tienpuntenplan verdiende een stevig weerwoord uit de coalitie, en dat kwam er niet. Dick Schoof is al helemaal afwezig. In zijn wekelijkse persconferentie maakte hij niet duidelijk wat volgens hém, toch de premier van Nederland, de juridische of menselijke grenzen zijn. Hij stelde zich op als een neutrale observator langs de zijlijn. Na bijna een jaar regeren mag Schoof toch wel eens beseffen dat het kabinet regeert, niet Wilders.
De apathie, het wegduiken bij moeilijke vragen, het roepen: deze coalitie maakt geen serieuze indruk. Dat geldt niet alleen voor Wilders. Op het gebied van landbouw en stikstof had het kabinet ook allang met beleid moeten komen. Het dossier is nota bene in handen van een partij, BBB, die beloofde alles op te lossen. NSC, de partij die naar eigen zeggen bestaat om de rechtsstaat en goed bestuur te waarborgen, gedoogt de dagelijkse aanvallen op democratie en rechtsstaat van een coalitiegenoot. En de VVD kan de andere drie partijen verwijten „onvolwassen politiek” te bedrijven, ook deze partij staat permanent in een campagnestand en lijkt niet te willen investeren in een effectief kabinet. Dit alles lijdt tot stilstand op grote dossiers, en een politiek van afschuiven. De begroting op Prinsjesdag en de voorjaarsnota lieten hetzelfde patroon zien, telkens stelt het kabinet echt beleid, moeilijke keuzes, uit.
De kiezer is hier de grote verliezer van. Die ziet een kabinet dat met grote woorden begon, dat zou afrekenen met een in zichzelf gekeerde politieke cultuur. Maar de vier coalitiepartijen maken die belofte niet waar. Ze verzanden in profileringsdrang, geroddel en bestuurlijke stilstand. Dat is niet alleen Wilders aan te rekenen, hoewel hij het op dagelijks niveau het bontst maakt. Hij valt op X zijn coalitiegenoten routinematig aan, zet de premier voor schut en beheerst het gesprek. Maar de andere partijen geven hem die ruimte. Nemen ze afstand van Wilders’ retoriek en laten ze hem en het kabinet desnoods vallen? Of laten ze zien dat ze, ondanks de lastige samenwerking met de PVV, toch met hem iets voor elkaar kunnen krijgen? Ze laten zich nu gijzelen, wekken de indruk er allang niet meer in te geloven. Dat is onverantwoord. Wilders’ antirechtsstatelijke ideeën verdienen weerwoord. En de kiezer heeft recht op een kabinet dat regeert.