Opinie | Polarisatie op de vierkante centimeter tast het draagvlak voor de kunstsector aan

In 2023 won Jonas Staal de Prix de Rome Beeldende Kunst. Hans den Hartog Jager schreef er twee weken geleden over in NRC. Hij schrijft in het artikel over de politieke positionering en het verzet tegen de heersende macht van Staal.

In zijn stuk reflecteert Den Hartog Jager op de ondersteuning die Staal menigmaal heeft ontvangen van de organisator van de Prix de Rome Beeldende Kunst; het Mondriaan Fonds. Hij schrijft: „zijn werken worden vrijwel altijd medegefinancierd door het, volledig door de overheid betaalde Mondriaan Fonds – waarmee Staals praktijk dus indirect in stand wordt gehouden door, laten we zeggen, Mona Keijzer en Dion Graus.”

Het is goed de vraag te stellen: hoe verhoudt de financiering van cultuur zich tot het vrije woord, de democratische gedachte, de individuele expressie, en de afwijkende mening? Het is fijn dat Den Hartog Jager die vraag stelt, zeker nu.

Als rijkscultuurfonds is het Mondriaan Fonds een uitvoerende instantie, verbonden aan het ministerie van OCW. En het ministerie dient het cultuurbeleid van onze democratisch gekozen regering. Misschien voelt een door het Mondriaan Fonds ondersteunde persoon of instelling de behoefte of noodzaak tot verzet tegen het systeem waarbinnen uiteindelijk de eigen praktijk gefinancierd wordt. Is dat dan niet problematisch?

Nee, dat is niet problematisch, dat is fantastisch!

Eelco van der Lingen, directeur Mondriaan Fonds.
Foto Aad Hoogendoorn

Vrijheid

We hebben musea, kunstpodia en andere kunstinstellingen heel hard nodig als plekken waar kunstenaars zich tegen de macht kunnen keren. Waar ze kritiek kunnen uiten en verzet kunnen plegen. Ten oosten van ons kan dat niet, ten westen lijkt dat steeds lastiger te worden. In Nederland hebben we gelukkig nog steeds instituten die die ruimte en vrijheid kunnen garanderen.

We voelen wel de toegenomen dreiging, ook in Nederland. We ervaren weinig tolerantie en veel harde woorden. Mensen zoeken naar oplossingen voor problemen, maar zijn vaak niet bereid zelf iets in te leveren. Het is dan makkelijker de problemen af te schuiven op een zondebok.

De geschiedenis vertelt ons dat de zondebok niet werkt; dat juist het maken van een groep tot probleem tot oorlog kan leiden. Dat weten we mede dankzij musea, want we hebben musea waar die geschiedenissen gedeeld en inzichtelijk gemaakt worden.

Het Mondriaan Fonds kan erfgoed-presentaties financieren die kritische vragen stellen bij het handelen van onze machthebbers uit het verleden. En we maken de praktijk mogelijk van kunstenaars die zich afzetten tegen de keuzes van de machthebbers van nu. Jonas Staal mag zich dus met de volste overtuiging uitspreken tegen het systeem waarbinnen zijn praktijk gefinancierd wordt.

Elke criticus mag daar vervolgens natuurlijk weer wat van vinden. Staal en Den Hartog Jager moeten dus vooral verder gaan met hun werk.

Polarisatie

Moet de sector dan vooral roepen wat hij wil? Daar valt toch iets over te zeggen. Polarisatie op de vierkante centimeter die kan ontstaan over het wel of niet maken van publieke statements of de inhoud van die statements. Het kan het draagvlak en daarmee de bescherming van de sector aantasten.

De verwijtende en normerende sfeer die soms ontstaat – wat wel getoond mag worden of juist niet, wat gezegd móet worden of wat juist niet gezegd mag worden – het schrikt mensen af.

Als het culturele veld veel energie stopt in het elkaar de maat nemen, als men elkaar continu publiekelijk de les leest over hoe het hoort en wat niet mag, dan wordt het lastig om de gemeenschappelijke kwaliteiten van de sector te verdedigen. Dat is zonde, want we hebben nogal wat vrijheden te verliezen, juist omdat we ze hebben.


Lees ook

Mag een kritische kunstenaar een belangrijke prijs aannemen? Ja, een andere (kunst)wereld is mogelijk

 Jonas Staal (links) en Micha Hamel bij hun werk ‘Earth Workers Requiem/Jubilate’ dat ze maakten in opdracht van Het Noordbrabants Museum en festival November Music.

Als we genieten van de diversiteit van onze sector, als we de deuren openzetten voor nieuwe ideeën, als we op een uitnodigende wijze ruimte bieden aan het goede gesprek, dan maakt dat de sector aantrekkelijker. Het draagvlak dat zo ontstaat is de beste verdediging tegen welke dreiging van welke onwelgevallige machthebber dan ook.