Opinie | Pieter Omtzigt zoekt geen oplossing maar een zondebok: de migrant

Bij de opmerkelijke HJ Schoo-lezing van NSC-leider Pieter Omtzigt die hij op 2 september hield in Amsterdam wil ik een paar kanttekeningen maken. In een toelichting op het begrip ‘migratiesaldo’, stelt Omtzigt dat er in 2000 in Nederland 2,8 miljoen mensen met een migratieachtergrond waren, dat wil zeggen mensen die in het buitenland zijn geboren of van wie minstens één van beide ouders in het buitenland zijn geboren. Om daar direct achter te vermelden dat dit in 2022 was gestegen naar 4,4 miljoen. Zijn toonzetting is overigens niet neutraal: Omtzigt spreekt van record op record en een falend beleid. Hij waarschuwt de lezer alvast.

Hij gebruikt in zijn verhaal nogal veel cijfers, maar deze cijfers over migratie voorziet hij van een merkwaardige toelichting. Hij stelt namelijk dat er sprake is van een stijging van 2,8 naar 4,4 miljoen: een stijging van 60 procent. Dat klopt niet.

Het aantal mensen met een migratieachtergrond in Nederland is relevant als je dat bekijkt in verhouding tot de totale bevolking. In 2000 had Nederland 15,9 miljoen inwoners; dat betekent dat destijds 18 procent van de Nederlanders (ik bedoel inwoners van Nederland) een migratieachtergrond hadden. In 2022 had Nederland 17,6 miljoen inwoners en waren er 4,4 miljoen inwoners met een migratieachtergrond: dat is 25 procent. Een stijging van 18 procent naar 25 procent is een stijging van slechts 43 procent, en dus niet de geclaimde 60 procent.

Koloniale kijk

Wat echter buiten beschouwing blijft, is dat Omtzigt hier een omstreden onderscheid hanteert. Dat onderscheid is door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onlangs – na verhitte discussies – aangepast. De essentie van de kritiek – op het oude gehanteerde onderscheid – is dat de oude indelingen (van het CBS) een koloniale kijk op de wereld weerspiegelden en dat niet de juiste terminologische definities werden gehanteerd. De term migrant betekent heel eenvoudig: iemand die in een ander land gaat wonen. Niet meer en niet minder. Als zo’n migrant in dat nieuwe land kinderen krijgt dan zijn die kinderen uiteraard geen migrant. Of die kinderen de nationaliteit van dat nieuwe land krijgen is een heel ander verhaal: nationaliteitsrecht is niet hetzelfde als migratierecht.


Lees ook

Omtzigt haalde bij de HJ Schoo-lezing zaken door elkaar, zeggen migratie-deskundigen

Partijleider Pieter Omtzigt (NSC) tijdens de HJ Schoo-lezing in de Rode Hoed.

Maar daar dachten statistici, demografen en een fors aantal bureaus voor de statistiek, zoals het CBS, jarenlang heel anders over. Het zijn van migrant werd als een soort erfelijke aanleg beschouwd: als een migrant kinderen krijgt dan worden die kinderen ook als migrant bestempeld. De kwalificatie ‘migratieachtergrond’ doet dat nog steeds.

Het maakt ook meteen duidelijk dat deze definitie (van migrant) tot uitsluiting leidt. Migranten behoren tot een groep van mensen die oorspronkelijk van elders komen. Dat is een vorm van discriminatie die zo ingesleten is, dat de gebruikers van deze terminologie er elke keer op moeten worden gewezen. De Marechaussee werd daarvoor niet zo lang geleden door het Haagse Gerechtshof voor gekapitteld: de huidskleur van een reiziger zegt helemaal niets over zijn verblijfsstatus.

Het is stuitend om deze onzin te lezen

In de verwijzingen van Omtzigt bij zijn tekst ontbreekt relevante literatuur. Bijvoorbeeld het standaardwerk Vijf eeuwen migratie van Jan en Leo Lucassen. In dat boek staat onder meer dat naar schatting 98 procent van de Nederlanders buitenlandse voorouders heeft. Dat is een eenvoudige constatering die illustreert hoe het fenomeen migratie volledig verweven is met Nederland.

Wat ook ontbreekt, en dat valt Omtzigt nog meer aan te rekenen, is een verwijzing naar het inmiddels beroemde boek van Hein de Haas uit 2023: Hoe migratie echt werkt. Dat boek is een bestseller geworden. De Haas kreeg zelfs bij het tv-programma Vandaag Inside (SBS6) onlangs uitgebreid de kans om de inhoud van zijn boek in heldere taal uiteen te zetten.

Het negeren van het werk van deze drie prominente onderzoekers is een vorm van politiek bedrijven die niet over oplossingen gaat, maar slechts over het benoemen van een zondebok: in dit geval de migrant. Het is nog merkwaardiger als je beseft dat Hein de Haas expliciet door de formateur was uitgenodigd om zijn inzichten te delen met de vier fractieleiders, waaronder Omtzigt. Kennelijk het ene oor in en het andere weer uit.

En dan geeft Omtzigt nog een uitsmijter met betrekking tot asiel die werkelijk kant noch wal raakt. Hij schrijft: „Tot slot de asielmigratie. Ook daar zijn zeker stappen te zetten, want Nederland is op een aantal punten soepeler dan andere landen. Het beleid kan fors aangescherpt worden. Bijvoorbeeld door de herinvoering van een tweestatus-stelsel en een beperking van het aantal procedures.”

Het is stuitend om deze onzin te lezen. In Nederland kun je simpel gezegd op twee gronden een asielvergunning krijgen. Allereerst als je valt onder de vluchtelingen-definitie van het Vluchtelingenverdrag: je hebt persoonlijk gegronde vrees voor vervolging vanwege ras, geloof, nationaliteit, politiek overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep. Je kunt ook een asielvergunning krijgen als je niet onder deze eerste omschrijving valt maar geconfronteerd zou worden met willekeurig geweld als je zou worden teruggestuurd: bijvoorbeeld de situatie van een burgeroorlog. Deze twee verschillende status geven elk recht op een asielvergunning met precies dezelfde rechten.

Hoezo oplossing?

Dat was ooit anders. Tot de invoering in 2001 van de nieuwe vreemdelingenwet, waren er wel vijf of zes verschillende asielstatus in Nederland die elk een eigen voorzieningenpakket hadden. In de praktijk betekende dit dat de meeste statushouders doorprocedeerden voor een status met meer voorzieningen. Dat leverde een enorme hoeveelheid extra procedures op en daar is – met de invoering van de nieuwe vreemdelingenwet – een streep door gezet. Voortaan kon je weliswaar op verschillende gronden een asielstatus krijgen, maar het voorzieningenpakket dat daarbij hoorde was identiek.

Resultaat: er werd niet meer doorgeprocedeerd. Dat kon niet en dat hoefde ook niet. En dat gaf enorm veel lucht.

En wat stelt Omtzigt voor als oplossing? Een herinvoering van het tweestatus-stelsel. Een herinvoering dus van eindeloos veel meer procedures die de IND niet aan kan en die de rechtelijke macht al helemaal niet meer (tijdig) kan verwerken. Dus hoezo oplossing? Het is slechts een oud probleem opnieuw introduceren. Het is bewust heel veel meer zand in de raderen strooien. Maar dan onder het verhullende jasje van een oplossing. En met een stalen gezicht. Schandalig.


Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’