Opinie | Overbehandeling baat vooral artsen en farmaceuten

De grootste verbeterslag die in de zorg te behalen valt, wordt almaar niet benoemd: terugdringen van overbehandeling. Het verminderen van overbehandeling leidt tot minder zorggebruik, voor patiënten betekent dit minder pillen slikken en minder ingrepen. De wachtlijsten worden bovendien korter en de kosten van de curatieve zorg kunnen met tientallen miljarden per jaar omlaag.

Waarom laten politici, beleidsmakers, zorgaanbieders en zorgverleners dit zomaar liggen? En niet te vergeten de patiënten; zij kunnen het meest profiteren maar doen dat niet. Overbehandeling wordt nu bestreden door zoveel mogelijk ‘passende zorg’ te leveren. Dat wil zeggen, de juiste zorg op het juiste moment op de juiste plaats.

Evidence based medicine

Er is echter nog een andere vorm van overbehandeling die daarmee volkomen buiten schot blijft. Dat zit zo. Het paradigma waarin medische behandelingen, zowel medicamenteus als interventies, worden geëvalueerd heet Evidence Based Medicine (EBM). Er is eigenlijk geen Nederlandse vertaling voor maar het is een manier van onderzoek doen en beoordelen van de resultaten die de medische wetenschap veel heeft gebracht. Met name het aantonen van effectiviteit is hiermee gestandaardiseerd en daarmee kan ook veel ‘kwakzalverij’ buiten de zorg gehouden worden.


Lees ook
Overbehandeling in de zorg is symptomatisch

Overbehandeling in de  zorg is symptomatisch

Een waar succes dat zich vanaf medio jaren negentig heeft ontwikkeld. Groepen wel en niet behandelde patiënten worden bij EBM vergeleken en dan wordt aangetoond dat de behandelde groep significant vaker het eindpunt genezing haalt of significant minder het eindpunt ziekte of complicatie. Voortaan krijgt iedereen dan die behandeling.

Hoe groter het effect, hoe minder mensen moeten worden behandeld om het eindpunt te behalen, de zogenaamde ‘number needed to treat’ (NNT). Een NNT van 1 is het summum: iedere patiënt die de behandeling krijgt heeft daar ook de positieve effecten van. De NNT kan worden gezien als een maat voor efficiëntie van de behandeling.

Eén hartinfarct voorkomen

Nu wordt een behandeling met een NNT van 5 al als heel efficiënt gezien. Veel behandelingen hebben een NNT van 20-50. Bijvoorbeeld het gebruik van statines om het cholesterolgehalte te verminderen. In de groep patiënten met een hoog risico op een hartinfarct is de NNT voor statines 20. Als twintig patiënten het middel vijf jaar dagelijks gebruiken dan wordt daarmee één hartinfarct voorkomen.

Vanwege het feit dat bij maar 1 op de 20 gebruikers daadwerkelijk een infarct wordt voorkómen in die vijf jaar maakt de behandeling weinig efficiënt. Bovendien heeft het gebruik van statines ook bijwerkingen. Gemiddeld één op de 204 gebruikers van statines krijgt door deze medicatie diabetes mellitus. Stel je voor dat de NNT kan worden teruggebracht tot de helft, dat is 10, dan scheelt dat 10 patiënten iedere dag een pil tegen het hoge cholesterol en de helft minder diabetespatiënten door statinegebruik.

Bovendien nemen de kosten met 150 miljoen euro per jaar af, aangezien we in Nederland 300 miljoen euro per jaar aan statinegebruik uitgeven. En zo ligt het met alle medische interventies.

Voor een operatie om de aortaklep te vervangen vanwege vernauwing van deze hartklep is de NNT 5. Veel hartoperaties zijn te vermijden als we beter weten te voorspellen wie van zo’n operatie werkelijk voordeel geniet. Dat scheelt onrust, angst, onzekerheid en natuurlijk postoperatieve klachten bij die patiënten.

Farmaceutische industrie

Natuurlijk is het mogelijk om met gericht onderzoek van veel behandelingen de NNT te verlagen alleen wordt er nauwelijks werk van gemaakt. De opkomst van kunstmatige intelligentie is wellicht een manier om dit onderzoek adequaat uit te voeren. Er is echter wel initiatief nodig van de overheid, de verzekeraars of de zorgverleners om dit onderzoek prioriteit te geven.

De farmaceutische industrie zal dit natuurlijk zelf niet initiëren. Nadeel is dat verlaging van de NNT de productie en dus het inkomen van artsen, ziekenhuizen en industrie doet afnemen; dat is geen stimulans.

Hoe komt het dat overheid, zorgverzekeraars en patiënten, de belangrijkste partijen die hier voordeel van hebben, dit niet agenderen? Immers, de zorg is duur en het volume aan geleverde zorg neemt almaar toe. De kwaliteit van de zorg is goed, maar staat onder druk door tekorten aan personeel en ook door de stijgende kosten. In de curatieve zorg, de zorg gericht op genezing, waar meer dan 50 miljard euro per jaar in omgaat, is nog veel voor patiënten te winnen. Overbehandeling tegengaan kan bovendien tientallen miljarden euro’s besparing opleveren. Wie pakt de handschoen op?