Opinie | Ooit was aanpassing onze grootste kracht

Er was eens een scheepswerf genaamd Moed en Trouw. Een familiebedrijf, gesticht in 1865, opgedoekt in 1978. Al kun je de laatste zeven jaren als reservetijd beschouwen. Vijf generaties zoons en broeders Verras bouwden hun houten hoogaarzen en hengsten in een loods bovenaan twee langshellingen waarover de vissersschepen naar beneden gleden, het water van de Westerschelde in. Het bedrijf stond, uiteraard, buitendijks. Het café dat de familie ter neveninkomsten in haar woonhuis exploiteerde heette, toepasselijk, In ’t Zicht der Schelde. Het leunde met de rug tegen de eeuwenoude zeedijk, met achter zich het dorp Paal aan de binnenzijde van de dijk. In 1953, tijdens de watersnoodramp, werd de werfloods zo zwaar beschadigd dat hij vervangen moest worden. De broeders Verras gingen zonder mankeren aan het werk. Want wie naast de zee leven wil, neemt lachend het profijt en draagt zonder klagen het verlies. Evenals de onzekerheid die daarbij hoort, want wanneer het water geeft of neemt is niet of nauwelijks voorspelbaar.

De zeedijk van Paal bleef in 1953 op wonderbaarlijke wijze gespaard. Desondanks werd het dijkvlak opgenomen in het traject van de te verhogen en verstevigen dijken langs de niet afgedamde Westerschelde. Tijdens het honderdjarig bestaan van scheepswerf Moed en Trouw in 1965 was er daarom niet alleen sprake van feestelijkheden maar ook van verontrusting. De dijk die, mogelijk over een paar jaar, zou worden aangelegd, kon de scheepswerf wel eens van de Westerschelde afsluiten, aldus dagblad De Stem op 30 september 1965. Dat het gemeentebestuur van Graauw volgens de krant de geëigende instanties had laten weten dat de uitvoering van het Deltaplan nadelige consequenties voor de scheepswerf zou kunnen hebben, leek vooral de journalist te beangstigen. De familie Verras zelf reageerde bedaard: „We kunnen voorlopig nog vooruit. Hoe het straks zal aflopen weten wij niet. We wachten maar rustig af.” Dat deden ze immers al honderd jaar elke dag. Om vervolgens te handelen naar de omstandigheden.

Uitkoop, verplaatsing of verhuizing

Nu er opnieuw dijken langs de Westerschelde versterkt moeten worden, is de toon heel anders. Het traject tussen Hansweert en Borssele beslaat 27 kilometer, en al zal de dijk niet over de hele lengte aangepakt worden, het is een megaproject in wording, volgens een nieuwsbericht van Omroep Zeeland. Er moet zo’n zestien kilometer aan verzwakte of te lage dijken verstevigd en verhoogd. Hoe, daar wordt nog op gestudeerd door het waterschap Scheldestromen. In komende jaren – het daadwerkelijke werk begint in 2029 – zal bepaald worden of (en waar) het kiest voor een binnendijkse dan wel een buitendijkse oplossing. De situatie rond de dijk is niet overal hetzelfde en de werkwijze hangt ook af van het landschap, dat evenmin overal hetzelfde is.

Wel al duidelijk is dat de binnendijkse dijkversterking op sommige plekken niet samengaat met de aanwezige bebouwing en dat datzelfde kan gelden voor de functie van het achterliggend land. Daarom voert waterschap Scheldestromen nu alvast gesprekken met Zeeuwen die dicht onder de zeedijk wonen of er een bedrijf hebben. De kans dat ze weg moeten om ruimte te maken voor een nieuwe dijk is groot. Er wordt gesproken over uitkoop, over verplaatsing, over verhuizing. 

Meer verlangen naar zekerheid

De projectleider van waterschap Scheldestromen zegt tegen Omroep Zeeland dat bewoners, boeren en ondernemers zich positief tonen. Zeeuwen begrijpen dat er iets gedaan moet worden om het achterland in de toekomst veilig te houden. Het waterschap wil gaan bekijken hoe de dijkverzwaring zo goed mogelijk kan worden ingepast in de situatie van omwonenden en bedrijven. Zo is er een camping aan de Westerschelde met een terrein pal achter de dijk; de eigenaar exploiteert op de waterkering zelf ook nog een brasserie. Hij zegt er vertrouwen in te hebben dat het waterschap met een oplossing komt als hij er weg zou moeten. Dat geldt voor locatie én financiën. Wat hij het lastigst vindt? De onzekerheid. Het zal nog jaren duren voordat duidelijk is wat er gaat gebeuren.

In plaats van lijdzaam af te wachten, planden de broers Verras kalmpjes een andere

De situatie van de familie Verras in 1965 komt overeen met de situatie van de campingexploitant. Het verschil zit ’m in de manier waarop de laatste met onzekerheid omgaat. In vergelijking met een halve eeuw geleden lijken wij almaar meer te verlangen naar zekerheid. Naar een waarborg dat de situatie bij het oude blijft en we geen gevaar lopen van iets waarvan we niet precies weten wat het behelst en dat we wellicht niet kunnen pareren. In een land dat onderhevig is aan verandering is dat een weinig praktisch uitgangspunt. We wonen in een omgeving die om voortdurende aanpassing vraagt vanwege het water. Water dat zich niet uit eigen beweging schikt naar de wens van de mens.

Ooit was aanpassing onze grootste kracht. Het vermogen om veranderingen te accepteren om er vervolgens op te kunnen anticiperen, was een bestaansvoorwaarde. Niet verkassen bij stijgend water betekent verdrinken. Hetzelfde gewas blijven verbouwen op land dat verzilt raakt geeft honger. We lijken het te hebben verleerd. Wat we willen is vastigheid, zekerheid, risico’s mijden of ze ten minste afdekken. En dat dan voor een lange, vastgestelde tijd. 

Knagend gevoel

Je kunt zeggen dat onzekerheid de enige zekerheid is in het leven. Toch geeft het een knagend gevoel van ongemak. De onzekerheid over de wetenschap dát er iets veranderen gaat is slechts één onderdeel daarvan. Hóe de situatie veranderen zal, en wanneer dat gebeuren gaat, zijn minstens zulke grote onruststokers. Gelukkig is er een verschil. Het eerste (dat het gebeurt) overkomt je, het tweede (wat er gebeurt) en derde (wanneer het gebeurt) geven – mits niet razendsnel en onverwacht zoals een acute natuurramp – een keuzemogelijkheid. Je kunt anticiperen door actie te ondernemen in plaats van af te wachten. Zelf kijken naar mogelijkheden in plaats van die door een ander te laten bepalen. Passiviteit schept afhankelijkheid. Afhankelijkheid geeft onzekerheid.

De gebroeders Verras hadden dat al snel begrepen. Vooral omdat zij te maken kregen met onzekerheid die zich alleen maar vermenigvuldigde naarmate de tijd verstreek. De verzwaring van de dijk bij scheepswerf Moed en Trouw stond gepland voor 1971, tien jaar na de eerste berichtgeving erover. Het werk was al aanbesteed; op 3 september van dat jaar zou het beginnen. De nieuwe Deltadijk zou dwars door de langshellingen komen te liggen en het bedrijf afsnijden van zijn levensader: het water.

Een andere toekomst

De familie Verras had een jarenlange strijd met de gemeente achter de rug. Hun bezwaarschrift was niet ontvankelijk verklaard. Het geld dat geboden werd om het bedrijf weg te krijgen, was te weinig om elders opnieuw te kunnen beginnen. Ze werden schadeloosgesteld, niet uitgekocht. De broers trokken hun conclusie. In plaats van lijdzaam af te wachten planden ze kalmpjes een andere toekomst. Op andere plaatsen, met ander werk. Begin augustus 1971 was scheepswerf Moed en Trouw ontmanteld.

Twee weken later kwam het nieuws dat de dijkverzwaring afgeblazen was. Nederland had een overeenkomst gesloten met België voor een kanaal dat de westoever van de Antwerpse haven moest ontsluiten. In afwachting van het kanaal dat dwars door de polder zou lopen en vijf dorpen zou opslokken, leek het geldverspilling de geplande Deltadijk aan te leggen.

Terwijl de Nederlandse overheid met de Belgische onderhandelde over een kanaal dat er uiteindelijk niet kwam, sloeg in 1973 én 1976 de oude, wrakke zeedijk bij Paal net als in 1953 bijna door. Toch duurde het nóg twee jaar voordat de door de overheid almaar uitgestelde dijkverzwaring begon. Gedurende die lange jaren hadden de broers Verras geen last van onzekerheid. Zij waren niet meer afhankelijk van het familiebedrijf. Tijdens de onverwachte reservetijd deden ze er nog wat scheepsonderhoudswerk en bouwden als bonus een eigen schip. Toen dat van de langshelling was gegleden sloten ze in 1978 de deuren definitief.

Regie nemen

Café In ’t Zicht der Schelde bleef bestaan. Al zou de naam In ’t Zicht der Deltadijk, nu er een dijk voor het pand ligt, passender zijn. Of: In ’t Zicht der Geschiedenis. Een geschiedenis die, zo vertelde een van de broers Verras bijna een halve eeuw later, ook zonder die dijk was geëindigd met de sluiting van Moed en Trouw. De scheepswerf werd te klein voor de moderne tijd en er waren geen uitbreidingsmogelijkheden. Het zou een kwestie van tijd en moeizaam overleg geworden zijn.

Het heeft iets moois. De familie Verras is onderlinge onenigheid bespaard gebleven omdat het water de keuze voor haar bepaalde. Het gaf de familieleden de daadkracht om de regie te nemen.


Lees ook

Nederland kan tot 3 meter zeespiegelstijging aan, maar dat gaat zeker niet vanzelf

De nieuwbouwwijk Westergouwe te Gouda werd op een van de laagste delen van Nederland aangelegd.

Misschien kan de geschiedenis van Moed en Trouw de onzekere ondernemer met de camping achter een te zwakke dijk en een brasserie daarbovenop een hart onder de riem steken. Hem een helpende hand bieden bij de onaangename strijd tegen onzekerheid die ons allemaal overvalt wanneer we niet weten wat ons te wachten staat. Hij zou nu alvast de regie kunnen nemen en de naam van zijn brasserie veranderen. Café In ’t Zicht der Mogelijkheden bijvoorbeeld. Om het komende verlies van het oude op voorhand te kunnen verwerken en met vertrouwen en daadkracht naar de toekomst te kijken.