N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Er leeft in Nederland een brede wens voor een nieuwe politieke cultuur in Den Haag, getuige de populariteit van de deze week gelanceerde partij van Pieter Omtzigt en de vele analyses in de kranten de afgelopen weken. Bij de vorige verkiezingen was bestuurscultuur na de ‘functie elders’-affaire ook al een thema en waarschuwde ik in NRC dat het veranderen van een cultuur zonder ‘mensen van buiten’ buitengewoon lastig is. De hele functie van een cultuur is om een stabiele basis voor samenwerking te bieden, zoiets zelf onderweg veranderen is als het schilderen van een vloer waar je zelf op staat.
Het is dan ook geen verrassing dat het laatste kabinet-Rutte meer menselijke maat, meer debat in de Kamer en juridisch meer deugdelijk beleid beloofde maar uiteindelijk viel omdat het een migratiemaatregel niet binnen de coalitie kon dichttimmeren. Een maatregel waarvan bovendien de menselijke maat en juridische houdbaarheid op zijn minst twijfelachtig waren.
Door de potentieel nakende verkiezingswinst van twee nieuwe politieke stromingen en de exodus aan politieke leiders en oudgedienden lijkt er aan ‘mensen van buiten’ straks geen gebrek te zijn. Toch zijn er goede redenen om te vermoeden dat de politieke cultuur in de Tweede Kamer ook deze keer niet wezenlijk zal veranderen als daar niet nog voor de verkiezingen bewust werk van wordt gemaakt. Dat komt omdat veel leiders misschien wel ‘nieuw’ zijn, ze hebben vaak wel veel Haagse ervaring en zijn dus doordrongen van de Haagse mores.
Vertrouwde retoriek
Dat wreekt zich omdat bij grote druk om te presteren, lees verkiezingen, mensen graag houvast zoeken in bekende patronen en het zal voor de ‘nieuwe’ leiders dan erg moeilijk zijn om het wiel opnieuw uit te vinden. In het heetst van de strijd zullen ze afgaan op de adviezen van oudgedienden en spindoctors en vertrouwen op hun eigen ervaringen. Dan vervallen ze onherroepelijk in de verhitte maar vertrouwde retoriek waarin ‘issues’ in gekleurde termen ‘geframed’ en politieke tegenstanders subtiel verdacht gemaakt worden.
Lees ook dit opiniestuk: De premier is geen ‘opperbaas’. Maar wat wel?
Daarnaast bestaat de Tweede Kamer natuurlijk niet in een cultureel vacuüm. Het medialandschap eromheen is nog altijd gericht op emotie en zwart-wit-tegenstellingen. Zowel van binnen als van buiten worden de nieuwe kopstukken nu dus al onmerkbaar maar resoluut een oude cultuur ingeduwd waarin een ingewikkelde wereld voor de kiezer wordt ingekookt tot een simpele behapbare ja-nee-vraag. Precies zoals toen Rutte aan de macht kwam met de vraag of we in Nederland 120 of 130 kilometer per uur wilden rijden.
Het is de crux van politieke vernieuwing, telkens wanneer het roer om kan zijn er verkiezingen en duwen psychologische processen ons richting het oude vertrouwde. Je ziet nu nog schuchtere ongecoördineerde pogingen om een nieuwe koers in te zetten – waar de leiders van de traditionele partijen als vanouds roepen dat ze ‘klaar zijn om premier te worden’, lijken de nieuwkomers Omtzigt en Caroline van der Plas bijvoorbeeld meer dualistisch en minder machtsbelust – maar zonder een eensgezind en duidelijk plan zullen deze snel verloren gaan in het oude vertrouwde verkiezingsgekrakeel. Wanneer de toekomstige leiders van de Tweede Kamer de kwaliteit en de sfeer van onze politiek écht willen verbeteren moeten ze dus niet wachten tot ze door verkiezingen en media in een oud harnas zijn gehesen maar nú gezamenlijk na gaan denken over hoe die nieuwe politiek eruit moet gaan zien.
Het Grote Lijsttrekkersdiner
Ze zouden geschiedenis kunnen schrijven door zich in een brede coalitie te committeren aan een convenant gericht op een politiek klimaat van luisteren, begrip en wederzijds respect. Als ze daarna ook nog eens ceremonieel afscheid nemen van het polariserende (en toch al zinkende) Twitterschip zijn ze de volgende dag vermoedelijk zelfs wereldnieuws. En in plaats van mee te gaan met de saaie oude mediacultuur van debat na debat kunnen ze eisen dat er ook een Grote Water-bij-de-wijnshow komt waarin ze een voor hun politieke collega’s belangrijk maatschappelijk probleem moeten oplossen dat strijdig is met de eigen principes.
Dat is veel informatiever dan weer een debat vol oneliners en het toont Nederland en passant ook nog eens dat politiek ook gaat om moeilijke compromissen sluiten, een boodschap waarvoor nu nagenoeg geen aandacht is. Of misschien kunnen ze over thema’s discussiëren terwijl ze samen koken voor het Grote Lijsttrekkersdiner, waarna ze toosten op wederzijds respect en een eindigen met een complimentenrondje bij het toetje. Zo’n programma weerspiegelt het gegeven dat een samenleving niet een internet-community van gelijkgestemden is maar een verzameling mensen met verschillende belangen die desondanks besluiten om samen te werken. En het toont dat je fatsoenlijk met elkaar om kunt gaan, ook al verschil je van mening.
Het zijn maar wat suggesties. Hoe de nieuwe politiek er in werkelijkheid uit gaat zien is aan de politieke leiders in Den Haag. Tenminste, als ze daar bewust voor kiezen en niet weer onbewust de keuze aan anderen overlaten.
Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!
Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.