N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Ineke ter Beek
We lopen door een straatje in het dorp waar we lang niet zijn geweest. De blinde zijmuur van een hoekwoning blijkt inmiddels te zijn voorzien van grijsblauwe ceramische elementen. We blijven staan om ze beter te bekijken. Aan de overkant staat een jongetje van een jaar of tien boos naar ons te kijken. Als we aanstalten maken om onze weg te vervolgen, roept hij: „Ja, loop nu maar ‘es door. Het is hier geen museum!”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Vijftien grote autofabrikanten moeten een boete van in totaal 458 miljoen euro betalen omdat zij jarenlang als kartel hebben geopereerd. Dat heeft de Europese Commissie dinsdag bekendgemaakt.
Het gaat om grote spelers binnen de autosector: onder andere Volkswagen (127,6 miljoen euro boete), BMW (24,5 miljoen) en Toyota (23,5 miljoen) zijn betrokken. Mercedes-Benz nam ook deel aan het kartel maar krijgt geen boete, omdat het de Europese Commissie op de hoogte stelde over het bestaan van het kartel.
Bij kartelvorming spreken bedrijven af dat zij elkaar op bepaalde punten niet beconcurreren, om zo prijzen kunstmatig te beïnvloeden. In dit geval ging het om geheime afspraken over het hergebruiken van oude auto’s. Zo regelden de autofabrikanten onder andere dat ze niet zouden adverteren met hoeveel procent gerecycled materiaal er in nieuwe auto’s is verwerkt.
Autolobby
Het doel hiervan was om consumenten informatie over hergebruik niet te laten meewegen in hun keuze voor een auto, schrijft de Europese Commissie. Hierdoor bleef de druk op deze fabrikanten om te werken aan recycling minder groot. De kartelsamenwerking vond plaats tussen 2002 en 2017.
Ook spraken de fabrikanten af dat ze bedrijven die oude auto’s uit elkaar kunnen halen voor hergebruik, niet zouden betalen. Die bedrijven zouden al genoeg winst maken, vonden de fabrikanten. Uiteindelijk hebben alle betrokken fabrikanten toegegeven schuldig te zijn, waardoor hun boete met tien procent verlaagd is.
Ook de European Automobiles Manufacturers’ Association (ACEA) krijgt een boete vanwege de „faciliterende” rol die het lobbyorgaan speelde in het kartel. De ACEA organiseerde door de jaren heen verschillende bijeenkomsten waarop de kartelvorming tussen de fabrikanten werd uitgedacht.
Om iets te bereiken in de politiek is het handig een goede partijnaam te verzinnen. Vandaar mijn vraag vorige week aan de lezers om zo’n naam te bedenken voor de nieuwe partij die GroenLinks en de PvdA samen vermoedelijk zullen oprichten.
De nodige lezers deden hun uiterste best, de partijen zelf lieten niets van zich horen, zodat we rekening moeten houden met de mogelijkheid dat de oprichting te elfder ure zal worden afgeblazen bij gebrek aan een goede naam. Jesse Klaver dan: „Wij dachten aan gewoon Groen Links/PvdA.” Frans Timmermans: „Helemaal akkoord, maar dan in omgekeerde volgorde.”
Dat het reuze lastig zal worden, is zeker, want ook mijn creatieve lezers hadden grote moeite de Gouden Vondst te produceren. De moeilijkheid is dat je iets origineels moet bedenken op basis van sleets geworden begrippen. Solidariteit, sociaal, duurzaam, akkoord, alliantie, verbond: er valt bijna niet te ontkomen aan zulke stoplappen. De meeste zijn al in gebruik bij andere partijen.
Het verbaasde me dan ook niet dat nogal wat lezers met ‘Nieuw Links’ kwamen. Een uitstekende naam, maar al eerder gebruikt: het was in de jaren zestig de naam van een vernieuwingsbeweging in de PvdA. Leider André van der Louw zou verrast uit zijn graf oprijzen, tenzij hij gecremeerd is, als een nieuwe generatie met die naam aan de haal ging.
Ik som een aantal andere suggesties van lezers op: Duurzaam Linksom, Sterk Midden, Gewoon Links, Groot Links, GROOD, Links Verbond, LinksVoor, Links Vooruit, de Coalitie Partij, RED (acroniem voor Rechtvaardig en Duurzaam), GroenSociaal, Groene Sociaal Democraten (GSD), PSG25 (Progressief Sociaal Groen), Sociaal Democratische Partij (De inzender: „Het klinkt niet zo origineel, maar moet dat dan?”), PGL (Partij van de Arbeid en GroenLinks).
Tot de grapjes reken ik: De Partij Zonder Veren en De Robin Hood Partij (inzender: „Nederland moet naar hogere belastingen voor de top”). Er was ook een lezeres die de Partij voor de Mensen voorstelde, want ja, waarom zou alleen een Partij voor de Dieren mogen?
Sommige lezers reageerden positief op de naam RoodGroen, die nu al vaak binnen de twee partijen wordt genoemd en die ook mij wel geschikt lijkt. Maar er waren ook bezwaren, zoals van enkele lezers die bij deze naam eerder aan een korfbalclub dachten of aan de vroegere clubkleuren van de Haagse voetbalclub ADO (‘Alles Door Oefening’).
De politicus Wim de Boer was in de jaren tachtig voor de PPR betrokken bij de onderhandelingen van PPR met PSP en CPN over een fusie die (met de EVP erbij) in 1990 tot de nieuwe partij GroenLinks zou leiden. Hij herinnerde mij eraan dat het hem in 1989 moeite kostte de onderhandelaars van PSP en CPN ervan te overtuigen om de naam GroenLinks te accepteren. De Boer vermoedt dat de huidige partijbesturen van PvdA en GroenLinks er nog niet uit zijn.
Dit brengt mij op de beste suggestie die ik kreeg van een lezer, Jan Geerts. Hij bedacht ‘Sociaal Hart’. Het is geen nieuw begrip, af en toe wordt het gekoppeld aan sociale activiteiten, en in de lokale politiek duikt het woord ‘Hart’ weleens op, maar in de landelijke politiek ben ik het nog niet tegengekomen. Het is kort, krachtig en bevat de kern van de politieke boodschap van PvdA en GroenLinks. Dus wat let ze.
In elk ander jaar zouden we dit zonder plenaire behandeling goedkeuren, zei de VVD. Het is ineens politiek geladen, voegde de PVV toe. Normaal is dit een hamerstuk, zeiden andere Eerste Kamerleden.
Maar de omstreden bezuiniging op verpleegkundigen die minister Fleur Agema (Zorg, PVV) in december ineens op haar bordje kreeg, veranderde alles. Roel van Gurp (GroenLinks-PvdA): „We hebben de afgelopen maanden een surrealistisch schouwspel gezien.”
De Eerste Kamer behandelde dinsdagmiddag en -avond de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) – met 110 miljard de een-na-grootste begroting van alle departementen. En de senaat, die zich in principe altijd richt op de rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van wetten, toonde zich nu ook uiterst kritisch op de inhoud. Na drie schriftelijke vragenrondes en een hoorzitting met experts over pandemische paraatheid (is Nederland vijf jaar na corona klaar voor een volgende pandemie?) stond de VWS-begroting eindelijk op de agenda – veel later dan normaal. Intussen is het begrotingsjaar 2025 al flink gevorderd.
Ook dinsdag bleken de senatoren nog uiterst kritisch. Twee onderwerpen sprongen eruit: de omstreden bezuiniging uit december en de bezuiniging op pandemische paraatheid.
Afspraak met oppositie
Om de onderwijsbegroting te redden, maakten de coalitiepartijen december vorig jaar de afspraak met oppositiepartijen CDA, ChristenUnie, JA21 en SGP om 700 miljoen aan bezuinigingen te schrappen. Een deel daarvan moest worden opgelost in de zorgbegroting van Agema. De meest omstreden bezuiniging was die van 165 miljoen euro op bij- en nascholing van zorgpersoneel in het ziekenhuis, zoals verpleegkundigen. Agema noemde die bezuiniging destijds al een „ongeluk”, de coalitiepartijen hadden het later over een „vergissing”.
Agema moest op zoek naar een alternatief, maar dat duurde even. Zolang onduidelijk bleef hoe die alternatieve bezuiniging eruit zou komen zien, schoof de Eerste Kamer de behandeling van de zorgbegroting voor zich uit. Met tegenzin, en hoorbaar geïrriteerd. „Deze minister wordt in elk geval niet betaald voor het aantal concrete antwoorden dat ze geeft”, constateerde senator Marian Kaljouw (VVD) in een debat in februari. Pas half maart werd duidelijk dat de 165 miljoen wordt weggehaald bij het ongebruikte budget voor wijkverpleging, oftewel thuiszorg. „Het heeft ons zeer verbaasd dat de minister zoveel tijd nodig had om een oplossing te vinden”, zei Janny Bakker-Klein (CDA) dinsdag.
Agema antwoordde dat het haar speet dat het zo lang had geduurd. Ze wees op de onderhandelingen over de voorjaarsnota, die deze maand naar buiten komt: „Ik moest eerst afwachten welke mee- en tegenvallers er zouden zijn.”
Ontevreden
Echt tevreden over het gekozen alternatief waren de Eerste Kamerleden ook al niet. De senatoren – niet alleen oppositie maar bijvoorbeeld ook de VVD en de BBB – toonde zich bezorgd over de gevolgen. Ze wezen op de doordenderende vergrijzing, waardoor het nu bij de wijkverpleging weggehaalde geld in de toekomst misschien wel nodig is. Ook zagen meerdere partijen het geld liever gestoken worden in wervingscampagnes voor nieuwe wijkverpleegkundigen of in een verhoging van het salaris. „Het is een hartenwens van bijna alle ouderen om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen, en het is nog het voordeligste ook”, zei Carla Moonen (D66). „Die combinatie komt niet vaak voor. Haal hier geen geld weg, maar besteed het!”
Volgens Agema komt de onderbesteding van het budget door het tekort aan personeel, maar ook doordat verpleegkundigen minder uren bij een oudere zijn omdat meer wordt gekeken naar wat mensen zelf kunnen. Volgens haar is er voldoende geld. Ze viel er, net als eerder in de Tweede Kamer, ook over dat er over een bezuiniging werd gesproken: „Dat doet mij verdriet.” Een bezuiniging is het niet, vindt ze, omdat het geld toch ongebruikt op de plank lag: „Er wordt dus niet bezuinigd op de wijkverpleegkundigen.”
Lees ook
Agema wil bezuinigen op de thuiszorg: langer thuis wonen, maar minder zorg – kan dat?
Ook de bezuiniging van 300 miljoen op het plan Pandemische Paraatheid – in 2022 juist gepresenteerd als voorbereiding op een nieuwe pandemie – viel slecht. „Welke lessen heeft u eigenlijk geleerd uit de coronacrisis?”, vroeg Lies van Aelst-den Uijl (SP). „Dit voelt als kortetermijndenken.” Roel van Gurp noemde het een „cynische” bezuiniging.
Volgens Agema staat de pandemische paraatheid „op haar netvlies”. Ze noemde de bezuiniging „heel jammer”, maar wees erop dat het kabinet werkt aan het Plan Weerbaarheid, dat voor de zomer wordt gepresenteerd. Meerdere ministeries werken daarin samen om Nederland weerbaarder te maken tegen onder meer pandemieën, terreurdreiging, natuurrampen en oorlogen. „Dat plan heeft een sterke overlap met pandemische paraatheid.”
Ook kritiek uit Tweede Kamer
In oktober vorig jaar kreeg Agema ook al forse kritiek van de Tweede Kamer op haar begroting, inclusief van haar eigen PVV. Ze wil voor honderden miljoenen bezuinigen op de zorg, maar kan dat slecht onderbouwen, oordeelden de Kamerleden toen. Haar plannen zijn vaag, op veel terreinen ontbreekt het aan concrete plannen. Agema benadrukte toen dat het kabinet nu eenmaal moet bezuinigen: „Ik zou dat liever helemaal niet doen, maar het staat in het Hoofdlijnenakkoord.” De kritiek op Agema is sindsdien niet meer verstomd.
Volgende week dinsdag wordt gestemd over de VWS-begroting.
Lees ook
Minister Agema kan bezuinigingen op zorg moeilijk uitleggen. ‘Waarom deze keuzes, wat zijn de cijfers? We willen antwoorden’