‘Lees maar, er staat niet wat er staat”, dichtte Martinus Nijhoff. Gerrit Kouwenaar, dichter van een generatie later, bromde dat dat er juist precies stond. Waarbij het aardige van deze poëtentwist is dat ze met het tegengestelde grotendeels hetzelfde bedoelden: een gedicht bestaat uit woorden die van alles betekenen. De lezer geeft die in hun samenhang betekenis, leest zo ook wat er niet staat (Nijhoff). Maar intussen wordt alles in gang gezet door in een gedicht woorden te isoleren (Kouwenaar). Daarna is het aan de lezers.
In het publieke debat gaat het er over het algemeen een stuk minder zakelijk aan toe dan in de poëzie-analyse, maar bij twee kwesties die zich deze week aandienden draaide het precies om of er stond wat er stond – of toch iets anders. De kwesties waren Pieter Omtzigt en de wolf.
Omtzigt hield maandagavond in Amsterdam de HJ Schoo-lezing, wat meteen de volgende dag leidde tot een opinie-artikel van hoogleraar Leo Lucassen. Daarin werd Omtzigts visie aanvankelijk zeer bondig samengevat: „Volgens Pieter Omtzigt moeten vrouwen meer kinderen krijgen, anders staat Nederland massamigratie uit Afrika te wachten.” Dat leidde tot protest van Omtzigts woordvoerder: dit had de NSC-leider niet gezegd. Inderdaad ging het hier niet om een letterlijke weergave van Omtzigts tekst, maar van datgene wat er volgens Lucassen direct uit volgde. Zo’n gevolgtrekking mag hij uiteraard maken; de opiniepagina’s leven van interpretaties. Maar hier, vond ook de redactie bij nader inzien, was niet duidelijk waar Omtzigts woorden eindigden en waar de duiding begon. Enkele uren na publicatie werd het begin van het artikel aangepast. Omtzigt werd nu geciteerd: „Bij beperkte netto migratie in Nederland en Europa zal de bevolking relatief snel gaan afnemen de komende jaren, tenzij het geboortecijfer langdurig en fors stijgt.” Daarna kwam wat dat volgens Lucassen betekende: „Hiermee suggereert hij impliciet dat één van die oplossingen is dat Nederlandse vrouwen meer kinderen moeten krijgen, omdat ons anders massamigratie uit Afrika te wachten staat.”
Interpretatie onjuist
Overigens liet Omtzigts woordvoerder weten dat die interpretatie wat hem betreft onjuist was, maar dat lijkt mij in de eerste plaats inzet voor een goede polemiek. Net als in de poëzie gaat een tekst een eigen leven leiden zodra die is gepubliceerd. Dan mag iedereen er op zijn of haar eigen wijze betekenis aan geven.
De wolf dook op in de zaterdagkrant. Daarin verscheen, als onderdeel van een reeks gesprekken van schrijfster Bibi Dumon Tak met ‘dierenredders’, een interview met wolvenecoloog Rick van Malssen. Hij vertelde onder meer over de veiligheid van wolfwerende hekken die volgens Van Malssen lang niet altijd goed genoeg worden aangelegd. Hij vertelde dat hij, kort na het incident, een kijkje was gaan nemen bij een boerderij in Wapse waar in 2023 een boer was gebeten door een wolf die het op zijn schapen had voorzien. „Wat ik aantrof was inderdaad een hek. Maar vlak naast dat hek lag een stapel stenen van anderhalve meter hoog. Ik heb er foto’s van.” De wolf hoefde er maar op te klimmen om het weiland in te springen, stelde hij.
Een lezer uit Wapse kreeg wantrouwen. Hij schreef dat nooit feitelijk was vastgesteld dat de wolf via een stapel stenen het weiland had bereikt. Bovendien is een goedgekeurd hek (zoals dit) 1,20 meter hoog, dus dan zouden de stenen erbovenuit hebben moeten steken. Had de krant die foto’s zelf gezien?
Het geheel aan stenen leek een dankbaar opstapje te kunnen zijn voor een schaaplustig roofdier
Aanvankelijk niet, zo bleek bij navraag. Inmiddels ben ik in het bezit van vier foto’s van het betreffende hek. Een stukje buiten het hek, naast een greppel, ligt inderdaad een hoeveelheid oude stenen die daar vermoedelijk ooit netjes zijn opgestapeld, maar die inmiddels een vrij ordeloze indruk wekken.
Ik weet zeer weinig van wolven, maar het geheel lijkt me een dankbaar opstapje voor een schaaplustig roofdier; ik las dat wolven wel 1,40 meter hoog kunnen springen. Zekerheid over hoe het in werkelijkheid is gegaan hebben we uiteraard niet, maar de constellatie van stenen maakt Van Malssens veronderstelling een redelijke hypothese, die zeker een plaats verdient in het interview.
Anderhalve meter
Toch heeft de kritische lezer uit Wapse een punt. Want Van Malssens bewering mag dan redelijk zijn, wat niet klopte was zijn stelling dat de stenen anderhalve meter de lucht in staken. Heel precies is het niet te zien (en de ombudsman is niet alleen geen wolvenkenner; hij heeft ook geen timmermansoog), maar aan meer dan een metertje hoogte kom ik niet.
Als je uitgaat van „er staat niet wat er staat”, dan maakt dat niet veel uit: de foto sluit aan bij Van Malssens hypothese over de rol van de stenen. Maar voor de krant geldt ook „er staat wat er staat” en als ‘anderhalve meter’ een argument is, moet dat getal wel kloppen.
Inmiddels is de hoogte-aanduiding uit het interview verwijderd – en uit de tussenkop waarin de anderhalve meter ook was opgedoken. Vervolgens staat het iedereen uiteraard vrij om de analyse van de foto’s en andere bronnen voort te zetten en (bijvoorbeeld in een ingezonden brief) uiteen te zetten waarom die stapel stenen toch de doorslag niet gaf. Zoals ook Pieter Omtzigt in de zaterdagkrant de gevolgtrekkingen van Leo Lucassen betwistte.
Reacties: [email protected]