‘Nee moeder, het is úw leven, dus úw beslissing’, zegt de oudste dochter. Iedereen in de kamer humt instemmend. Ook de jonge dokter, die zojuist de behandelopties en succeskansen haarfijn heeft uitgelegd, ziet hier het goede gebeuren. Mevrouw is immers autonoom. Ik sta op de achtergrond en voel vooral afgrijzen. Ze is autonoom, maar moederziel alleen.
Autonomie is een van de basisbeginselen van de medische ethiek. De patiënt beslist, en niemand anders. Natuurlijk moeten we niet terug naar vroeger, toen je gewoon deed wat de dokter zei en zelf weinig te vertellen had. Maar kan autonomie ook doorschieten?
Ik zie in het grote ziekenhuis waar ik werk aan de lopende band doorgeschoten autonomie. De oude vrouw die ‘in haar kracht wordt gezet’ is slechts één voorbeeld. Misschien wíl zij helemaal niet zelf beslissen. Misschien voelt zij zich zo sterk verbonden met mensen in haar omgeving, familie of zorgverleners, dat zij alleen samen met hen over zichzelf wil beslissen. ‘Relationele autonomie’ noemen filosofen dat, maar je hoeft geen wijsgeer te zijn om te snappen dat de autonome mens soms veel te eenzaam kan zijn.
Archaïsch paternalisme
Als je dat ziet moet je helpen, de dochter uitleggen dat moeder misschien anders denkt over haar unieke zeggenschap over haar bestaan. Artsen moeten weer leren de hand te reiken. Vooral jonge dokters zijn geïndoctrineerd dat autonomie heilig is. Ze denken dat bij de hand nemen en zeggen ‘ik snap dat het moeilijk is… kom, we gaan nu daar naartoe, ik blijf bij je’ geen goed hulpverlenerschap, maar archaïsch paternalisme is.
Een ander gebied waar het vaak misgaat is dat we niet nagaan of het autonome besluit eigenlijk wel op basis van kloppende en goed begrepen informatie wordt genomen. Klassiek voorbeeld is de patiënt die beslist niet gereanimeerd te willen worden vanwege het risico een ‘kasplantje’ te worden. Begrijp me goed: iedereen mag beslissen van reanimatie af te zien, maar velen doen dat omdat ze denken een grote kans te hebben er ernstig beschadigd uit te komen. In werkelijkheid is die kans minder dan 1 procent. Sterker, meer dan 90 procent van mensen bij wie een reanimatie slaagt, heeft geen of slechts heel lichte restschade. Als je dat niet weet neem je wel een autonoom besluit, maar is het de vraag of het een authentiek besluit is; of het past bij je werkelijke overtuigingen.
Zelf vind ik die authenticiteit belangrijker dan autonomie. De patiënt die zegt ‘ik wil A’ is autonoom, maar wat is daar de waarde van als niet geweten wordt wat de implicaties van A zijn en hoe het eigenlijk met B zit? Het wemelt van de autonome besluiten die worden genomen op basis van misinformatie, bijgeloof of wantrouwen. Vele daarvan zijn niet authentiek; ze passen helemaal niet bij wat deze mensen echt zouden willen als ze wisten hoe het zit.
Onderzoeksresultaten duiden
Pas als we een patiënt alle informatie geven kan autonomie zich in volle glorie voltrekken. Ook hier geldt: goed streven, maar pas op. Veel medische informatie is voor een juiste interpretatie contextafhankelijk. Daar moet dus even nagedacht worden over wat het betekent, of het eigenlijk wel klopt. Sommige ziekenhuizen geven artsen daarom even een paar dagen de tijd om uitslagen van bijvoorbeeld weefsel- of beeldvormend onderzoek te controleren en duiden, maar andere zwiepen alle onderzoeksresultaten direct naar de thuiscomputer of het mobieltje van de patiënt. Niet alleen zitten daar oninterpreteerbare of zelfs achteraf onjuiste uitslagen bij, soms (b)lijkt het ook nog eens slecht nieuws. De gevolgen daarvan kunnen verschrikkelijk zijn. Geen uitleg, geen perspectief, geen plan, geen troost. Het is wel transparant, maar is dit nou menselijke zorg?
We weten vaak niet of de patiënt beslist op basis van goede en goed begrepen informatie
Tenslotte bestaat er ook nog iets wat je ‘anticiperende autonomie’ zou kunnen noemen: zelf beslissen over wat je later zou willen. Ook een mooi principe, dat alom gepredikt wordt: ‘stel een wilsverklaring op, zodat iedereen weet wat je zou hebben gewild’. De praktijk is veel minder idealistisch. Onderzoek en ervaring wijzen uit dat mensen niet of nauwelijks kunnen voorspellen wat ze willen als ze ernstig ziek zijn. Verreweg de meesten willen meer dan ze ooit dachten of zelfs schriftelijk verklaarden. Als puntje bij paaltje komt blijken we nu eenmaal levenslustiger dan we voorspelden. Op zichzelf is dat geen probleem, maar als je zo ziek bent dat je je wil niet meer goed kan uiten, moet de arts dan gemakshalve veronderstellen dat de wilsverklaring in die situatie wél klopt? Knap lastig, zeker als sprake is van een goed behandelbare kwaal. Partners of familie vragen helpt maar een beetje. Ook zij hikken tegen die oude wil aan.
Fundamentalistische omgang
De zorg gaat gebukt onder een fundamentalistische omgang met autonomie. Dit beschadigt zieke mensen. Wat te doen? Hoe brengen we autonomie in balans met het andere ethische basisbeginsel, dat van goed hulpverlenerschap?
Zorgverleners, of het nu artsen of verpleegkundigen zijn, moeten helpen voorkómen dat autonomie tot isolement leidt en moeten zich het verschil tussen autonomie en authenticiteit realiseren. Verder: transparantie is goed, maar kan rampzalig uitpakken zonder voldoende zorgvuldigheid en menselijke maat. Belangrijkst is dat je als zorgverlener je hart durft te volgen. Als dat zegt: ‘deze patiënt raakt de weg kwijt, ik wil nu helpen’, doe dat dan maar, ook als je daarmee tijdelijk de regie over een leven een beetje overneemt.
Ook (toekomstige) patiënten hebben een rol. Schroom niet je naasten of zorgverleners een rol te geven in beslissingen die over jouw leven gaan. Het kan eenzaamheid schelen. Wees terughoudend met willen als je niet kunt overzien wat de feiten en gevolgen zijn. En áls je dan iets wil, wil dan vooral wat je wil en niet wat je vermoedt ooit te zullen willen als het later slecht met je gaat.
Het staat nog niet in het woordenboek maar ‘femicide’ bestaat. Het is vrouwenmoord, gepleegd door een partner of ex-partner. En vaak liggen er al verschillende klachten bij de politie of Veilig Thuis over de dreiging die uitgaat van die partner. Het is een luguber patroon, dat vorige week opnieuw het leven lijkt te hebben gekost aan twee vrouwen.
Ongeveer elke twee weken wordt in Nederland een vrouw door een (ex-)partner om het leven gebracht, blijkt uit de Femicide Monitor van de Universiteit Leiden. Van de 448 vrouwen die van 2014 tot en met 2024 werden gedood, kwam 60 procent van de zaken als femicide in de boeken. 100 procent van de daders, staat er, is man.
Vorige week gebeurde het naar het zich laat aanzien twee keer. Eerst in Gouda, waar de 53-jarige Driekus K. zijn 39-jarige ex-vrouw doodschoot op straat. Hij had, zo blijkt, al eens dertien jaar in detentie gezeten wegens poging tot doodslag op een andere ex. Zijn werkwijze verschilde volgens het verslag van een ooggetuige amper: ook in Gouda verschuilde hij zich, droeg hij een verrekijker en vuurde hij kogels af op zijn ex die met haar kinderen over straat liep.
Een paar dagen later werd een 38-jarige vrouw in het Brabantse Vlijmen gedood in haar woning in het bijzijn van een klein kind; de politie arresteerde die dag haar vriend.
Dreigende femicide is, net als kindermishandeling en huiselijk geweld, niet altijd makkelijk te zien of te voorspellen. Je moet het wíllen zien en er werk van maken zoals burgemeester Huri Sahin van Rijswijk al twee jaar probeert te doen. Ze riep na twee gevallen van femicide in haar gemeente alle vrouwen op haar te mailen, als ze door hun partner of ex-partner in angst leven. Ze kreeg zestig berichten waarvan twintig „zeer urgente”. In een interview eind vorig jaar vertelde ze dat ze na een gesprek met een angstige vrouw die door haar man werd bedreigd, de politie er zelf bij haalde. De vrouw had tot dan toe te weinig hulp gekregen. „Ineens kon ze wél een awareness-systeem krijgen, een alarmknop waarmee je meteen contact met de meldkamer hebt.”
Elke vrouw die door een bezitterige of anderszins ontspoorde man wordt vermoord, is er één te veel. Gemiddeld 44 per jaar in Nederland is beschamend.
Een jaar geleden kondigde het tóen demissionaire kabinet een ‘plan van aanpak femicide’ aan dat ‘rode vlaggen’ opsomt die erop kunnen wijzen dat een man zijn vrouw of ex mogelijk gaat vermoorden: stalking, intieme terreur of bedreiging. Ook een vrouw die steeds verder wordt geïsoleerd door haar vriend en langzaamaan alle banden met familie en vrienden verbreekt, loopt risico, blijkt uit onderzoek.
Professionals en omstanders moeten die rode vlaggen herkennen, schreven de betrokken bewindslieden. Zoals ze kindermishandeling en ouderenmishandeling in grote campagnes onder de aandacht bracht, zou zo’n campagne voor femicide ook zinvol zijn. Het is essentieel dat de politie en hulpverleners vrouwen serieus neemt die zulke klachten melden. En dat er plek is in het blijf-van-mijn-lijfhuis.
Op de agenda van de extra vergadering van het college van Horst aan de Maas van 22 juli, midden in de zomervakantie, staat een onderwerp dat daar op het eerste gezicht niet hoort. Het is de herbeoordeling van een vier jaar oud verzoek tot intrekking van de milieuvergunning voor een varkensstal – niets bijzonders: een hamerstuk.
Maar dit agendapunt is veel meer dan een formaliteit: het is óók een rel over de integriteit van het lokale bestuur in Noord-Limburg. Het college komt er voor terug van reces, de gemeente heeft kostbare juridische adviezen ingewonnen, er is een intern onderzoek geweest naar bizarre gebeurtenissen op het gemeentehuis en de buurt vermoedt vals spel. Die voert al twee decennia strijd tegen de komst van de megavarkensstal. Die strijd lijkt nu – door een plottwist met een nummerverwisseling – in het voordeel van de stal te worden beslecht.
Er was een huisnummer verwisseld: niet de milieuvergunning van Kleefsedijk nummer 9, maar die van nummer 6 werd ingetrokken
Hoe dit heeft kunnen gebeuren, weet niemand. Het is, in de woorden van de verantwoordelijke wethouder Robert Martens (D66), „het raadsel van Horst”.
Stank
Het raadsel vindt zijn oorsprong bijna twintig jaar geleden, in de zomer van 2006. De bewoners aan de Kleefsedijk bij het dorp Sevenum weten niet beter of de gemeente wil hun buurt omvormen tot toeristisch gebied, zonder reusachtige stallen. Dan krijgen ze de plannen van een lokale veehouder onder ogen. Varkensboer Pieter Haenen wil zo’n 250 meter verderop ‘Klevar’ realiseren: een varkensstallencomplex voor 15.744 vleesvarkens, plus brijvoerkeuken en een mestvergister met vier metershoge mestsilo’s.
De buurt schrikt zich rot. De mest, de stank, de ammoniak.
Het is geen toeval dat Haenen juist aan deze toegangsweg naar Sevenum zijn gedroomde varkensstal wil verwezenlijken. De provincie heeft – anders dan de gemeente – beslist dat op deze plek wel intensieve veehouderij mag komen. En de boer bezit stukken grond elders in de regio waarvoor de provincie ambitieuze plannen heeft. Zoals een paar kilometer verderop, waar CDA-gedeputeerde Ger Driessen Greenport wil bouwen, een enorm logistiek-industrieel bedrijventerrein met glastuinbouw, één van de grootste van Nederland.
Boer Haenen schudt opnieuw zijn kaarten. Tegen zijn zin doet hij afstand van de percelen waar glastuinbouw moet komen en van de gemeente koopt hij grond aan de Kleefsedijk. Daar gaat hij zijn megastal bouwen.
Lees ook
Lees ook: Wie profiteert van de onstuitbare opmars van de blokkendoos in buurtschap Californië, Limburg?
Bus
Maar dat is buiten de buurt gerekend. De plannen vormen het startschot voor bijna twintig jaar aan juridische procedures en verzet door de ‘werkgroep Kleefsedijk’ van zo’n zeventig omwonenden, aangevoerd door Loes, Thea en sinds kort ook Ellis.
Thea Wanten wijst door het raam naar de weilanden achter het huis van Ellis Holthuijsen. Dáár moet de varkensstal verrijzen. Ze zit met Loes Mestrom aan de keukentafel in haar oude woning, die ze vier jaar geleden verkocht aan Ellis. De plannen voor de stal waren definitief van de baan, vertelde ze indertijd aan Ellis, maar ze had het mis. Nu heeft Thea de strijd weer opgepakt. „Ik voel me er rot over. Straks zit Ellis met die stal”.
Ellis Holthuijsen (links), Thea Wanten (midden) en Loes Mestrom (rechts) verzetten zich al jaren tegen de komst van de megastallen. Ze doen dit in naam van de ‘werkgroep Kleefsedijk’, een club van zo’n zeventig omwonenden.
Foto Chris Keulen
Thea haalt een dichtbedrukt overzicht van tien kantjes met alle gebeurtenissen en ontwikkelingen tevoorschijn. Bestemmingsplannen. Vergunningstrajecten. Zoekgebieden. Bezwaarprocedures. Beroepschriften. Hoorzittingen. Meermaals met een bus vol buurtbewoners naar de Raad van State. Wob, Woo, Wabo.
Maar wat ze ook doen, het plan van Haenen gaat niet weg. De gemeente zegt dat ze de varkensstal óók niet wil, maar de provincie schaart zich achter de boer. Terwijl landelijk de weerstand tegen megastallen toeneemt, krijgt Haenen in 2012 een vergunning van de provincie.
Greenport
Gaandeweg krijgen Loes, Thea en de buren het gevoel dat boer Haenen bij alle transacties méér heeft verworven dan alleen een stuk grond aan de Kleefsedijk. Die megastal lijkt hem ook beloofd. Waarom loopt de provincie anders zo hard voor de boer, terwijl de gemeente niet wil? Waarom vraagt Haenen dan miljoenen aan compensatie wanneer hem wordt gevraagd z’n stal ergens anders te bouwen – wat hij sowieso weigert?
Het vermoeden wordt versterkt wanneer voormalige bestuurders naast de boer opduiken in een verwarrende rolverwisseling. Zo is daar oud-gedeputeerde Driessen, de aanjager van Greenport, die inmiddels een adviesbureau heeft. In 2013 duikt diens naam op in mails, ditmaal als adviseur van de boer. Wanneer de plannen aan de buren worden toegelicht in zalencentrum De Wingerd in Sevenum, voert Driessen de hele avond het woord namens de zwijgende boer.
Later, in 2019, duikt CDA’er Leon Litjens op als vertegenwoordiger van de boer. Die was eerder als wethouder ruimtelijke ordening van Horst aan de Maas nauw betrokken bij de megastal. Hij heeft voorstellen van boer Haenen bij zich, zegt Litjens tegen de buren. Als er geen stal mag komen, kan de buurt akkoord gaan met huisvesting voor 250 arbeidsmigranten? Wanneer de buurt weigert, stelt hij voor dat Haenen dan tien hectare vol zonnepanelen mag leggen. Nee, zegt de buurt weer, waarop het derde voorstel komt: vijf hectare zonnepanelen en een uiendrogerij. De buren zijn diep geërgerd. Waarom zouden ze?
Het eindeloze getouwtrek eindigt in 2021. De overburen op Kleefsedijk nummer 6 hebben de gemeente gevraagd een oude milieuvergunning van Haenen in te trekken. In het Gemeenteblad leest de buurt dat met dat verzoek is ingestemd. Boer Haenen mag helemaal geen varkens meer houden aan de Kleefsedijk. Het is klaar.
Met een gerust hart verkoopt Thea haar huis aan Ellis.
Foto Chris Keulen
Boos
Vier jaar later staat de buurt perplex: boer Haenen heeft een nieuwe aanvraag gedaan voor een varkensstal, nu voor zesduizend varkens. Terwijl hij geen vergunning heeft. Boos en verward vragen de vrouwen de documenten op.
In het pakket papieren dat een ambtenaar vanaf het gemeentehuis opstuurt, zit een plotwending verstopt, die de buurt als niets anders kan opvatten dan als een vuile truc.
Haenens milieuvergunning blijkt helemaal niet ingetrokken. In het Gemeenteblad was in 2021 een huisnummer verwisseld. Niet de milieuvergunning van Kleefsedijk nummer 9, maar die van nummer 6 werd ingetrokken. De verhaspeling was niemand opgevallen, want de overburen van nummer 6 waren destijds de indieners van het intrekkingsverzoek en die hébben niet eens een milieuvergunning.
Dit is een ‘reeks fouten die nooit had mogen gebeuren’
Dat zou een vervelende fout kunnen zijn geweest, ware het niet dat de ambtenaar een tot dan toe onbekend document van zeven kantjes meestuurt van precies dezelfde datum in 2021. Daarin staat, ruim onderbouwd, dat de milieuvergunning van Haenen op nummer 9 niet wordt ingetrokken. Maar dat besluit is nooit gepubliceerd.
Gemeenteraadsleden en wethouders die vragen van de buurt krijgen, zeggen de zeven kantjes niet te kennen. Maar bezwaar maken kan niet meer, de termijn is al jaren verstreken. De buurt is na twintig jaar strijd terug bij af.
Doorgespit
Begin juli zit D66-wethouder Robert Martens met een ambtenaar en een woordvoerder in een warme kamer in het gemeentehuis in Horst aan de Maas. Hij snapt dat de buurt „zich heel erg bedonderd voelt”, zegt hij tegen NRC. Dit is een „reeks fouten die nooit had mogen gebeuren”.
Ja, het nummer is verwisseld. Ja, het tegenovergestelde besluit is gepubliceerd. Ja, het college kende het werkelijke besluit niet. Dat is „onder mandaat” door een ambtenaar genomen, zegt Martens, die hoeft dat niet met de wethouder te overleggen. Dat gaat vaker zo.
Ook als het om één van de langst slepende, meest omstreden dossiers van de gemeente gaat, die de stal ook niet wil? Nou, zegt Martens, „we trekken hier lessen uit. We hebben nu afgesproken dat ambtenaren met mandaat altijd de wethouder inlichten bij politiek gevoelige zaken.”
Helaas heeft de gemeente „niet kunnen achterhalen hoe het allemaal is gebeurd”. Op het gemeentehuis werden mensen ondervraagd, het archiefsysteem is doorgespit, maar er is geen verhelderend document of mail te vinden en niemand weet hoe het zit. De toenmalige verantwoordelijke wethouder, CDA’er Rudy Tegels die in 2022 weg moest wegens een verzwegen relatie, heeft gezegd dat-ie zich de gebeurtenissen niet herinnert. De ambtenaar wiens naam onder het besluit van zeven kantjes stond, werkt niet langer voor de gemeente. Die is niet gebeld.
Heeft de gemeente opzet onderzocht? Dat iemand de boer heeft gematst? Martens: „Nee. Maar we hebben wel vastgesteld dat de boer niet onterecht is bevoordeeld. Haenen heeft ook nooit bij ons aangeklopt, zo van: dit is mij beloofd.”
De gemeente zit in haar maag met de nieuwe aanvraag, zegt Martens, want Horst wil die stal niet. Maar weigeren kan veel geld kosten. Het juridisch advies is net binnen, op 22 juli neemt het college een besluit.
Mandaathouder
Is het raadsel van Horst op te lossen?
Haenen drukt na één minuut het telefoontje van NRC weg. „Jullie maken toch niet mijn verhaal.”
Voormalig CDA-gedeputeerde Ger Driessen zegt dat-ie inderdaad wel eens wat voor boer Haenen heeft gedaan, maar dat hij als gedeputeerde niet verantwoordelijk was voor de grondtransacties – dat was de gemeente. „Ik heb nooit toezeggingen gedaan en ik kan me niet voorstellen dan anderen dat wel deden.
Voormalig CDA-wethouder Leon Litjens zegt dat hij na zijn periode als wethouder door Ger Driessen is gevraagd om voor boer Haenen „de mogelijkheden te verkennen”. Ook hij weet niets van toezeggingen. Hij benadrukt dat er een langere „afkoelperiode” tussen zijn wethouderschap en advieswerk zat „dan voor de minister geldt.”
En de gebeurtenissen op het gemeentehuis? Voormalig CDA-wethouder Rudy Tegels was verantwoordelijk voor het besluit. „Het zegt me vaag iets”, zegt hij wanneer NRC hem belt. „Het is een dossier dat lang liep. Ik weet het niet meer.”
De ambtenaar wiens naam onder het besluit van zeven kantjes staat, werkt inmiddels in Brunssum. Hij herinnert zich dat hij het besluit alleen „als mandaathouder” had ondertekend, maar dat een ander het stuk had opgesteld. Hij spit in zijn geheugen. „Ik denk dat ik weet wie het was, maar die leeft niet meer. Of het was een ander. De initialen moeten op het stuk staan.”
De vergunning die boer Piet Haenen heeft voor de bouw van grote varkensstallen in Sevenum (op nummer 9), blijkt toch niet te zijn ingetrokken.
Foto Chris Keulen
Die initialen ontbreken. Of wethouder Tegels zich er mee had bemoeid, weet de ambtenaar niet meer.
Lijntjes
Het raadsel is voor de buurt alleen maar groter geworden, net als het wantrouwen. Hoe moet je nou je eigen overheid nog vertrouwen, zegt Thea aan tafel met Ellis en Loes. Ze voelen zich platgedrukt tussen private en publieke belangen, tegen elkaar in werkende overheden en bestuurders die van rol verwisselen. Ze zien allerlei politieke lijntjes van de provincie naar de gemeente, in een regio waar boeren sowieso ruim baan krijgen en een gemeenteraad die overal buiten wordt gehouden.
Er is bovendien meer aan de hand op het gemeentehuis. Horst aan de Maas heeft in mei nog een onderzoek afgerond naar een ambtenaar die bij een grondtransactie oneerlijk zou zijn bevoordeeld door een ondernemer uit zijn portefeuille.
Intussen groeit de onrust in de dorpen. In lokale kranten en op buurtblogs wordt volop over de kwestie geschreven, gemeenteraadsleden eisen opheldering, op straat praten mensen erover.
Zo weet de schapenboer op leeftijd die z’n tractor tegenover de Kleefsedijk nummer 9 heeft geparkeerd, precies wat speelt wanneer NRC hem aanspreekt. Hij leunt over een krakend hek met uitzicht op een leegstaande schuur van boer Haenen.
Als een alwetende verteller in een western lepelt hij moeiteloos twintig jaar lokale besluitvormingsgeschiedenis op. Die nummerwisseling is „een raar verhaal”, besluit hij. De vrouwen hebben groot gelijk dat ze dit tot op de bodem uitzoeken. Hij wijst naar de schuur en de akkers met mais en prei ernaast. „Als je niet oppast, is het straks helemaal volgebouwd.”
Lees ook
Lees ook: Drie keer de goudprijs voor een gram minder stikstof – hoe duur het kan zijn om een varkensboer uit te kopen
De Amerikaanse acteur en artiest Malcolm-Jamal Warner, vooral bekend als Theo Huxtable uit The Cosby Show, is op 54-jarige leeftijd overleden. Dat melden internationale media maandag. Hij is zondagmiddag verdronken voor de kust van Costa Rica.
Warner werd rond 14.30 uur lokale tijd meegesleurd door een sterke stroming. Omstanders probeerden hem nog te redden, maar dat mocht niet baten. Hij werd hij ter plaatse doodverklaard door het Rode Kruis, aldus de Costa Ricaanse politie tegenover ABC News.
Warners leven in de showbusiness begon op zijn negende, met rollen in series als Fame. Zijn grote doorbraak kwam toen hij als tiener gecast werd als Theo, de zoon van de personages van Bill Cosby en Phylicia Rashad, in de geliefde sitcom The Cosby Show uit de jaren 80.
Teleurstelling
Jaren later, toen meer dan vijftig vrouwen melding deden van seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen ‘vader’ Bill Cosby, sprak Warner openlijk over zijn teleurstelling. Hij betreurde vooral het verlies van het maatschappelijke beeld dat de serie bood. The Cosby Show gold jarenlang als een toonbeeld van positieve representatie van zwarte gezinnen op televisie.
Na de serie bouwde Warner gestaag verder aan een succesvolle en veelzijdige carrière. Naast zijn werk als acteur was hij actief als muzikant. In 2015 won hij een Grammy Award voor ‘beste traditionele R&B-performance’ met het nummer Jesus Children.
Ook op televisie bleef Warner zichtbaar. Hij sprak de stem in voor meer dan veertig afleveringen van The Magic School Bus, speelde bijna honderd afleveringen lang in het ziekenhuisdrama The Resident, en had een hoofdrol in de komedieserie Malcolm & Eddie (1996–2000), waarin hij naast komiek Eddie Griffin te zien was.
In 2024 lanceerde hij samen met Candace Kelley en Weusi Baraka de podcast Not All Hood, waarin de diversiteit van ervaringen en identiteiten binnen de zwarte gemeenschap in de Verenigde Staten centraal staat.
Lees ook
Docu toont dat Bill Cosby vrij open was over zijn jarenlange seksueel misbruik
<dmt-util-bar article="4900891" data-paywall-belowarticle headline="Acteur Malcolm-Jamal Warner (54), bekend van The Cosby Show, overleden na verdrinking” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2025/07/21/acteur-malcolm-jamal-warner-54-bekend-van-the-cosby-show-overleden-na-verdrinking-a4900891″>