N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
‘Gestolen goed gedijt niet’ – dat spreekwoord waren bouwers van kunstmatig intelligente systemen even vergeten, toen ze besloten dat illegale downloads van beelden en teksten geschikt waren voor het trainen van hun product. Reuze handig, want met gestolen spullen lijk je te kunnen doen wat je wilt. Reuze praktisch, want de schepper van een artistiek werk kan geen vragen stellen als die van niets weet. En reuze goedkoop, want voor dit hergebruik krijgen de oorspronkelijke maker en uitgever/producent geen cent.
Google, Microsoft, OpenAI en andere ontwikkelaars van deze modellen zouden zich diep moeten schamen voor dit spieken en stelen. Juridische afdelingen kunnen met droge ogen beweren dat het trainen van hun taalmodellen past binnen de Europese regelgeving over datamining, maar dat is een drogredenering. Het illegaal plunderen van creatief werk gebeurde al ver voor de totstandkoming van die wetgeving. De opt-outregeling waarmee makers zich zouden kunnen beschermen, functioneert niet. De werking van de taalmodellen is een bedrijfsgeheim, de training is ondoorzichtig en het eindresultaat is een commercieel product. En bij een commercieel productieproces hoort een faire vergoeding voor iedereen die eraan bijdraagt.
Bronvermelding
Jarenlang was de ontwikkeling van taalmodellen voor creatieve toepassingen het werkterrein van experts en liefhebbers. Voor zover er regels en richtlijnen bestaan, zijn die gebaseerd op kleinschalig gebruik. Met de introductie van Chat-GPT als hulpje voor werkstukken, sinterklaasgedichten en allerhande teksten is de doos van Pandora geopend. Wie een vraag kan stellen, krijgt antwoord in grammaticaal keurige zinnen. Om te constateren dat er soms onzin staat, is expertise nodig, want de taalmodellen spreken inmiddels verleidelijk genoeg om de kritische geest te verdoven.
De overtuigingskracht van fatsoen is beperkt, zowel bij gebruikers als bij de ontwikkelaars van kunstmatige intelligentie
Dat risico is reëel genoeg om een bijsluiter te verlangen bij deze snacks vol geautomatiseerde taal. Waarschuw als een tekst deels of helemaal is opgesteld met de inzet van kunstmatige intelligentie, net zoals bij overheidsbrieven die zijn vervaardigd in een geautomatiseerd proces zonder dat er een ondertekenaar aan te pas komt. Bij beelden en teksten met een creatief karakter past vermelding van de maker, vaak als verplichting en anders als goed gebruik. Dit moet net zo vanzelfsprekend zijn bij de producten van kunstmatige intelligentie. Bronvermelding is op zijn minst een kwestie van fatsoen.
Nederlandse schrijvers, vertalers en andere schrijvende creatieve beroepsgroepen, wier belangen door de Auteursbond worden behartigd, leven van hun werk. Net als fotografen, regisseurs en acteurs. Dankzij hun auteursrecht mogen onze leden zelf exclusief beslissen welk gebruik is toegestaan. Zo zijn er leden die hun romans niet willen laten verschijnen als e-boek. Dan komt zo’n titel niet in de catalogi van Kobo, Kindle, Google en Apple. Als robots aan de haal gaan met de scheppingen van creatieve makers kunnen zij hun brood niet meer verdienen en zal er weinig nieuw werk verschijnen.
Ondernemersreflex
Helaas is de overtuigingskracht van fatsoen beperkt, zowel bij gebruikers als bij de ontwikkelaars van kunstmatige intelligentie. Het vlees is zwak en het gemak van misbruik wint het van moreel inzicht. Wetgeving over transparantie en vergoedingen is daarom nodig als steuntje in de rug, zoals ook bepleit door de European Writers Council, die ruim 150.000 schrijvers vertegenwoordigt. Zonder zulke wetgeving dreigen jarenlange processen over schending van auteursrechten en aansprakelijkheid, want makers laten zich niet beroven van de rechtmatige opbrengsten van hun werk.
Lees ook dit opiniestuk: Existentieel risico of niet, we moeten AI beheersen
In de Europese Unie zijn de eerste stappen gezet, maar het verzet van de bedrijven achter kunstmatige intelligentie is groot. Is dat de traditionele ondernemersreflex bij elke ingreep die geld gaat kosten, of is er toch ergens het besef dat de omvang van de diefstal onthuld zal worden zodra de modellen en hun bronnen open moeten voor verantwoording? Nederland is in dit politieke debat van betekenis als land met een relevante en grote creatieve sector, dus hier ligt een opgave die het demissionaire kabinet zorgzaam moet overdragen aan de volgende ministers van Cultuur en Justitie.
Lange geschiedenis
En wij, schrijvers en lezers? Onze fascinatie met kunstmatigheid kent een lange geschiedenis, van de Bijbelse golem tot robots en androïden in science fiction, waarbij altijd het gevaar loert dat de mens het onderspit delft. Tot nog toe wint bezielde intelligentie het van kunstmatige intelligentie als het er echt op aan komt. Tegelijkertijd nemen de producten van technische vooruitgang niet alleen handwerk maar ook denkwerk over. Renteberekeningen, spellingscontrole, gezichtsherkenning: we kunnen het aan door ons ontworpen systemen overdragen. Kunstmatige intelligentie geeft antwoord op vele vragen en kan creatief werk ondersteunen. Dat werkt alleen goed als we de resultaten begrijpen en kunnen beoordelen. En als we inzien wanneer we wel en juist niet een geautomatiseerd systeem kunnen inzetten.
Bedenkers van nieuwe technieken zoeken de grenzen op, het is aan anderen om het werkgebied af te bakenen. Laten we daarbij ook onze eigen gretigheid beteugelen. Gemak dient de mens, maar soms levert gemak teleurstellende resultaten. Schrijfrobots kunnen supersnel handelen op basis van onuitputtelijke kennis, maar hoe complexer de vraag, des te holler het resultaat.
Creatief geschreven werk heeft de ware menselijke bezieling nodig, of het nu gaat om een scenario, een column of een toespraak. Houd als lezer dus uw professionele schrijvers in ere, lees hun werk. Als zij een nieuwe roman per jaar kunnen schrijven, heeft u daar meer plezier van dan van twaalf snacks uit de automaat van ChatGPT.