Opinie | Kolonialisme is nog lang niet klaar met Indonesië

Waarom zouden we het nog hebben en ons druk maken over het koloniale verleden, dat de meeste Indonesiërs inmiddels niet meer levendig voor ogen staat? Hoe kan het bespreken wat er toen gebeurde ons helpen bij de aanpak van problemen waar we nu mee kampen? Moeten we ons niet allereerst verdiepen in dat wat ons nog te wachten staat en ons richten op de vormgeving van een opzet die een betere toekomst veiligstelt?

Maar dit is nu precies wat de stichters van de staat Indonesië beloofden te doen toen ze in augustus 1945 feestelijk de bevrijding van het Nederlandse bewind aankondigden. Toch is onze aandacht voor dit kerende tij in de geschiedenis van Indonesië relevant om de gebeurtenissen in de voorbije postkoloniale decennia te verwerken. En wel omdat het kolonialisme het Indonesische volk niet alleen van zijn eigen geschiedschrijving heeft beroofd, maar ook – en belangrijker nog – omdat het de groeiende bevolking van deze archipel in Zuidoost-Azië heeft belet om op grond van haar eigen identiteit een ontwikkelingsweg naar een beter lot te plaveien.

Tendentieuze mening

Anders dan de geldende maar tendentieuze mening in de Nederlandse geschiedschrijving heeft het kolonialisme de onderdrukking en uitbuiting vanaf het begin van de twintigste eeuw niet verzacht, maar juist verhard. De ambtenaren in Batavia (nu Jakarta) die gezamenlijk met hun politieke bazen in het vaderland de leiding over de multinationale staat namen, weigerden de voorgestelde belofte van zelfbestuur na te komen en de armzalige levensstandaard van de Indonesische massa’s te verbeteren. De felle onafhankelijkheidsstrijd van de Republiek Indonesië werd de laatste koloniale oorlog die de Nederlanders voerden en verloren. Maar de winnaar betaalde een zeer hoge prijs: de verlichting van de bittere armoede die plechtig door de nationalistische leiding was beloofd, bleef uit. Ook de dringende noodzaak tot hervorming van de economie en herverdeling van de middelen van bestaan, in de eerste plaats van grondbezit, werd niet verwezenlijkt. Even onheilspellend was dat het niet lukte om een politiek sterk democratisch bestel op te bouwen.

De kloof tussen winnaars en verliezers is aantoonbaar steeds verder gegroeid

De voormalige koloniale mogendheden beloofden de pas onafhankelijk geworden landen van het mondiale Zuiden, verenigd in een opkomend Derde Wereld-verbond, langdurige en massale hulp om hun economieën te ontwikkelen. Door deze bijdragen aan kapitaal en expertise zouden de landen die zij meedogenloos hadden gekoloniseerd in staat zijn flink te groeien en zo hun bevolkingen voor langdurige stagnatie te behoeden. Al vroeg waarschuwde president Soekarno zijn land dat het aanbod van een nieuw en royaal partnerschap een kwalijke façade voor een neokolonialisme (‘Nekolim’) was, waarachter een blijvende vloedgolf school van marktimperialisme, opgelegd door het mondiale Noorden.

Dit betekende dat de Nederlandse koloniale ondernemingen van voorheen – bedrijven als Shell en Unilever, grote exportfirma’s of bankconglomeraten als de Nederlandsche Handel-Maatschappij – nu een comeback als multinationals maakten.


Lees ook

Zo ziet de dekolonisatie van Indonesië eruit door de ogen van de winnaars

Troepen van de Republikeinse Siliwangi divisie in een geheim kamp in West-Java zitten rond een soldaat die een radio bedient, 26 april 1949.

Deze kapitalistische concerns monopoliseerden de markten die ze zelf hadden opgebouwd. De niche die ze zo lucratief in beslag hadden genomen, bracht natuurlijk met zich mee dat hun weldoeners en beschermers een heimelijke ‘commissie’ kregen. Die werd afgeroomd van de discrete bron van rijkdom, informeel en illegaal betaald. Deze prijzige buit is altijd intact gebleven en komt ook nu nog tot uiting in een enorm zwart circuit van pseudo-transacties. Doordat tegen zeer hoge publieke kosten het staatsapparaat van boven tot onder is gecorrumpeerd, is de kloof tussen winnaars en verliezers aantoonbaar steeds verder gegroeid en de sociale ongelijkheid en onrechtvaardigheid niet verminderd.

Wrede dictatuur

Door de dwingende noodzaak om het in een langdurige strijd om de soevereiniteit met een groot leger tegen de vijand op te nemen, was de Indonesische militaire top versterkt en deze generaals weigerden resoluut om ondergeschikt te blijven aan het burgerlijk bestuur nadat het land was bevrijd, eind 1949. De groeiende kwetsbaarheid van het overheidsapparaat en van de nationalistische, religieuze en communistische bewegingen die het steunden (Nasakom), implodeerde begin jaren zestig. Een ‘Nieuwe Orde’ onder het bewind van generaal Soeharto trad aan met een wrede dictatuur van generaals en kolonels die de lagere arbeidersklasse en hun organisaties meedogenloos slachtofferden.

De onwettige machtsovername in 1965, geholpen door buitenlandse steun en aandrang, ging gepaard met een vooropgezet en gereguleerd bloedbad aangericht door legereenheden en milities die met dit doel waren gemobiliseerd.

Kolonialisme heeft Indonesië van zijn eigen geschiedenis beroofd

Zoals pas veel later is erkend, was de Nederlandse BVD in nauwe samenwerking met de Amerikaanse CIA in 1965 actief betrokken bij de massamoord in Indonesië. Op beschuldiging dat ze een grote bedreiging voor de gevestigde orde vormden, werden de landarme en landloze boeren en hun belangenbehartigers – die campagne hadden gevoerd voor landbouwhervormingen ten behoeve van een leefbaar bestaan voor de armen – tot doelwit gemaakt.

Erosie

Na een schrikbewind van meer dan dertig jaar dat beoogde de massale deelname aan het politieke proces teniet te doen, dwong een prodemocratische beweging van burgerrechtenactivisten Soeharto in 1998 tot aftreden. Maar veel van de wetten, beleidsmaatregelen en praktijken van corruptie, samenzwering en nepotisme werden niet ongedaan gemaakt.

Volgende maand treedt de ex-schoonzoon van Soeharto, generaal b.d. Prabowo Subianto, aan als nieuwe president. Daarmee lijkt de Indonesische prodemocratische wake-up call van eind twintigste eeuw na vijfentwintig jaar weer te zijn vergeten. Ik ben bang dat deze toenemende erosie van de Indonesische democratie niet veel goeds voorspelt voor wat ons nog te wachten staat.

Dit is een bewerkte versie van de lezing vrijdag 30 augustus in Jakarta van Jan Breman bij het verschijnen van de vertaling van zijn boek Kolonialisme en racisme. Een postkoloniale kroniek.