Een bijzondere nieuwe versie van wat vroeger het Concert van Europa werd genoemd, vond afgelopen donderdag plaats in Blenheim Palace, in het hart van Engeland. Meer dan veertig Europese nationale leiders kwamen bijeen voor pas de vierde bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap. Dit feestje van de macht is een goede gelegenheid om stil te staan bij de broze toestand van onze huidige Europese orde.
Ten eerste is dit een uitgelezen kans voor de nieuwe premier van het Verenigd Koninkrijk, Keir Starmer, om te laten zien dat het VK terug is als voorname speler in het Concert van Europa, zoals dat eeuwenlang het geval was. De ontmoetingsplek heet Blenheim omdat de grond en het geld om er een paleis op te bouwen werden geschonken aan John Churchill, de eerste hertog van Marlborough, uit erkentelijkheid voor zijn leiderschap in de Slag bij Blenheim in 1704.
De Engelsen denken hieraan van oudsher terug als een grote Engelse overwinning op de Fransen, maar eigenlijk was dit een veldslag bij het Beierse dorp Blindheim waarin Britse, Nederlandse, Duitse, Oostenrijkse en Deense troepen het toenmalige Heilige Roomse Rijk tegen de Fransen en Beieren verdedigden. Kortom, hier traden de Britten op als Europese mogendheid, samen met een groep Europese bondgenoten tegen een ander verbond.
En waar het net als toen om de topbanen in Europa ging: deze week werd de vraag of Ursula von der Leyen zou worden herbenoemd als voorzitter van de Europese Commissie beslist door een vreedzame stemming, terwijl begin 18e eeuw de vraag wie de volgende koning van Spanje moest worden op traditioneler Europese wijze werd opgelost – door oorlog. In Blenheim Palace kunnen de continentale gasten ook de bescheiden slaapkamer waar Winston Churchill werd geboren bezichtigen. Die Britse premier speelde een sleutelrol in de bevrijding van Europa in 1945 en werd daarna een visionair pleitbezorger van een verenigd Europa.
Het is aan ons Europeanen om Oekraïne iets van een overwinning te bezorgen
Nieuwe uitdagingen
De perfecte plaats en tijd voor Starmer dus om werk te blijven maken van de ‘reset’ met de Europese Unie waaraan zijn regering energiek is begonnen. Maar de harde waarheid is dat het VK uit de EU is gestapt en dat de Brexit niet zomaar is terug te draaien. De grotere vraag achter deze bijeenkomst blijft dus bestaan. Onze huidige Europese orde is uniek in de geschiedenis en in de wereld. De meeste Europese landen zijn democratieën, verenigd in tal van instellingen voor vreedzame samenwerking en conflictoplossing – met het merendeel in de EU en de NAVO, bijna allemaal in de Raad van Europa en allemaal in de worstelende Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Maar wordt deze orde sterker naarmate ze reageert op nieuwe dreigingen van binnen en buiten? Of gaat ze rafelen en verbrokkelen, zoals alle eerdere Europese ordes vroeg of laat gebeurde?
Ons continent staat voor drie grote geopolitieke uitdagingen: de VS onder hun vermoedelijke volgende president, Donald Trump, het Rusland van Vladimir Poetin dat oorlog voert tegen Oekraïne, en de postwesterse wereld die de Russisch-Oekraïense oorlog tot uiting heeft gebracht.
Na de aanslag op Trump en de aankondiging van J.D. Vance als zijn running mate lijkt het nu steeds waarschijnlijker dat Trump op 5 november de presidentsverkiezingen zal winnen, dat hij Oekraïne zal willen dwingen op ‘vrede’ met Rusland aan te sturen en dat hij zal eisen dat Europese NAVO-leden meer voor hun eigen verdediging doen. Een vredesakkoord voor Oekraïne, opperde Vance onlangs, zou kunnen inhouden dat de grenzen worden bevroren „ergens dicht bij waar ze nu zijn” en dat Kyivs onafhankelijkheid, „maar ook zijn neutraliteit” wordt gewaarborgd. Dat zou een nederlaag voor Oekraïne en een overwinning voor Poetin zijn. Ook schreef Vance laatst in de Financial Times dat „de VS Europa nu al veel te lang een deken van veiligheid bieden”. „Terwijl we de Europese macht onder Amerikaanse bescherming weg zien kwijnen”, vervolgde hij, „mogen we ons in redelijkheid afvragen of Europa dankzij onze steun gemakkelijker zijn eigen veiligheid heeft kunnen veronachtzamen”.
Tegenwicht bieden
Die vraag is terecht. Het is eigenlijk immers buitengewoon dat Europa meer dan 80 jaar na D-Day nog altijd zo zwaar aan het handje van de Amerikaanse vredestichter loopt. Nu is het aan ons Europeanen om Oekraïne in 2025 of 2026 iets te laten bereiken wat een overwinning mag heten, en ook om het zware werk voor onze eigen verdediging te doen.
Ondanks alle loftuitingen op de recente NAVO-top in Washington over de westerse steun aan Oekraïne en de gestegen Europese defensie-uitgaven, heeft Europa nog lang niet de gezamenlijke politieke wil en militaire middelen om de eerste van deze doelen op eigen kracht te bereiken – en het tweede is even twijfelachtig. Een overwinning voor Poetin zou niet alleen een tragedie voor Oekraïne zijn, het zou ook een blijvende destabilisatie betekenen van de Europese orde.
Hoewel het trans-Atlantische Westen min of meer eensgezind was in zijn steun aan Oekraïne en zijn sancties tegen Rusland, heeft het gemerkt dat China, India, Turkije, Brazilië en Zuid-Afrika maar al te graag zaken met die neokoloniale agressor willen blijven doen. Xi Jinping en Narendra Modi omarmen Poetin als een gewaardeerd bondgenoot. En deze grootmachten en middelgrote mogendheden van buiten Europa hebben nu voldoende economische en militaire kracht om zelfs aan de inspanningen van een verenigd Westen tegenwicht te bieden.
Dit biedt landen overal ter wereld de mogelijkheid tot ‘multi-alignment’: de vorming van meerdere, wisselende banden met verschillende bondgenoten bij de behartiging van de eigen belangen. Servië heeft dit zelfs binnen Europa met succes gedaan, evenals – nog het meest schokkend – het Hongarije van Viktor Orbán, nota bene lid van de EU en de NAVO. Zie de recente reizen van Orbán om met Poetin, Xi en Trump over een capitulatie-’vrede’ voor Oekraïne te praten. En raad eens waar de volgende bijeenkomst van de EPG, dat kakofonische Concert van Europa, zal plaatsvinden? In november in Boedapest.
Zo is Europa verscheurd tussen externe uitdagingen die duidelijk de noodzaak scheppen tot een geconcentreerder, effectiever Europese macht, en interne uitdagingen die betekenen dat we zover vermoedelijk niet zullen komen.
Lees ook
Van links tot radicaal-rechts: alle partijen zien de noodzaak van meer geld voor Europese defensie