Opinie | Je wilt een mens spreken, geen online formulier invullen

Soms is het een vreemd vak. Arts zijn. Zomer of winter, Kerst of Koningsnacht, we zijn er. Op een spoedeisende hulp of een operatiekamer, aan het bed op zaal of op de polikliniek. Wachtend op de volgende mens die bereid is zijn gebreken met ons te delen. Nou ja, vaker wachten zij op ons. Als chirurg in spe is het soms nog vreemder. Iemand kan zomaar ineens midden in de nacht je leven binnentreden en een half uur later met zijn ingewanden open en bloot voor je op tafel liggen. Dat redt zelfs de gemiddelde datingapp niet. Mensen denken vaak dat het moeilijk is om bloed te zien, maar dat valt eigenlijk wel mee. Het vertrouwen krijgen en hoe daarmee om te gaan, dat is de grootste uitdaging.

Het gaat namelijk ook wel eens fout. Dan zijn er de chocoladeletters van die andere krant die dramatisch koppen over de amputatie van het verkeerde been. Maar, hoe groter het lettertype, hoe zeldzamer het fenomeen. Veel vaker wordt het vertrouwen van een bezoeker van het ziekenhuis, patiënt of naaste, maar een klein beetje ingedeukt; het zijn slechts kleine barstjes, nauwelijks voor het blote oog van de inspectie of andere controleurs waar te nemen.

Het begint bij de zoektocht naar de ingang van een ziekenhuis en de eindeloze dolende routes die daarop volgen. Wie ziek of verdrietig is, misselijk of stervende, heeft geen zin om te verdwalen op een lelijke plek. Het gaat verder bij de balie van de desbetreffende afdeling, waar de receptionist is wegbezuinigd in ruil voor een ‘handige’ app die vaak in de titel ‘mijn’ heeft. Maar als zieke gaat het even niet goed met ‘mijn’, wil ik geholpen worden door jou. Dan de wisselende gezichten van artsen met allerlei titels die niemand begrijpt, maar nooit dezelfde. Wel vragen ze elke keer dezelfde dingen, voor de veiligheid, voor de kwaliteit. Maar echt contact, dat gebeurt zelden. De behandeling is nog niet begonnen maar de barsten vertonen scheuren.

Voor een luisterend oor heb ik tien minuten

Hoe gaat dat ook weer als ik in deze tijd iets nodig heb? Een toeslag of juist niet, een medewerker van een online boekingskantoor of gewoon het enige praatje van de dag, met de kassamedewerker? Als burger ben ik op zoek naar een medemens die me kan helpen met mijn probleem. Een mens. Geen app, geen keuzemenu, geen digitaal invulformulier dat elke keer vastloopt bij de postcode. Gewoon, een ander mens. Elke keer de vraag of ik de ‘cookies’ wil accepteren, of ik akkoord ga met de voorwaarden. Maar met wie ga ik eigenlijk akkoord, wie moet ik eigenlijk vertrouwen?

Wanneer ik een patiënt zie, is hij of zij vaak al beschadigd. Voor een luisterend oor heb ik tien minuten, of eigenlijk acht afhankelijk van het tempo waarmee iemand zich van wachtkamer naar spreekkamer begeeft. Een oudere patiënt vertelde mij dat hij het belangrijk vond dat hij vertrouwen had in zijn arts. Ik vroeg hem wanneer hij dat had, immers zo beaamde hij zelf, had hij inhoudelijk weinig verstand van zaken. „Als ze weinig op hun computer kijken, vind ik het een goede.” Ik probeer het niet te vergeten.

Een niet doorgerekend vertrouwen

Tegen de tijd dat we dit jaar in het stemhokje stonden, waren we het vertrouwen kwijt. We hadden een tijd gekeken naar mensen achter kleine spreekgestoeltes met grote woorden. Woorden die meenden de problemen, of eigenlijk moet je natuurlijk zeggen ‘uitdagingen’, te gaan oplossen. Slechts een nostalgische vrouw op een tractor, een ander die geen actieve herinnering had aan haar eigen verleden, een man die zei dat het systeem niet deugde en een laatste die zei dat allemaal kwam door de nieuwelingen, kregen ons vertrouwen. Een niet doorgerekend, aardverschuivend vertrouwen.

Als ik een fout maak als arts, of het systeem steken laat vallen, moet ik, mijn verantwoordelijkheid nemen en dat is lastig

Soms is Nederland een vreemd land. Lente of herfst, Pasen of Moederdag, het land moet bestuurd worden. We staan voor grote uitdagingen. Er is weinig van het vertrouwen over, dat blijkt.

Toch is er iets wat ik niet goed begrijp. Als ik een fout maak als arts, of in de meeste gevallen, het systeem in zijn georganiseerde chaos steken laat vallen, moet ik, en dat is niet altijd eenvoudig, mijn verantwoordelijkheid nemen. Dat betekent dat ik in gesprek zal proberen te gaan, dat ik wil leren van hetgeen er is gebeurd, dat ik zal kijken hoe het in de toekomst beter kan. Maar hoe kan het zo zijn dat je in de politiek je verantwoordelijkheid neemt door je spullen in te leveren en naar huis te gaan? Alsof er een grote bloeding ontstaat tijdens een operatie en de artsen zeggen: „We nemen onze verantwoordelijkheid, we gaan nu naar huis.”

Neem je verantwoordelijkheid

Met het vertrouwen dat je gegeven wordt, komt een verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die een baan als arts zin geeft. Het maakt uit wat je doet. Tegelijkertijd is dit de essentie van de frustraties van velen die momenteel in de zorg werken. Of de jeugd die aangeeft dat ze er in de toekomst misschien wel niet meer willen werken. En dat geldt niet alleen voor de zorg. Wie zich verkiesbaar stelt, voor de klas gaat staan of met een zwaailicht de straat op gaat, neemt zijn verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd maakt hij of zij zichzelf kwetsbaarder dan ooit. Juicekanalen, de socials, talkshows en andere aasgieren willen niets liever dan dat jij struikelt, valt en bij voorkeur ook wat breekt. Dan valt er lang over na te praten. Toch zou ik willen zeggen, en laat het dan maar een goed voornemen zijn: doe het toch maar. Neem een verantwoordelijkheid, al is het maar om vanavond je oma even op te zoeken.