Opinie | Jan Zielonka: ‘De wereld kan wel zonder democratie bestaan, maar niet zonder internet’

De sculptuur L.O.V.E. van Maurizio Cattelan uit 2010 bij het Palazzo Mezzanotte, Italiës beursgebouw in Milaan.

Foto Gabriel Bouys/AFP

Interview

Democratie Internet heeft het begrip van tijd en ruimte veranderd. Toch hebben versnelling, en het losser worden van grenzen, niet voor aanpassingen aan de democratie gezorgd, constateert politiek wetenschapper Jan Zielonka.

Zijn leven lang is Jan Zielonka voorvechter van de democratie. Al in het communistisch Polen waar hij opgroeide en studeerde, waar die democratie niet bestond. Maar de laatste jaren is hij in toenemende mate gaan inzien dat de democratie zoals we die hebben, gebonden aan nationale staten en beheerst door politieke partijen, niet in staat is de toekomst veilig te stellen. Hij schreef er een boek over, The Lost Future. And How to Reclaim it, nadat hij tijdens de coronapandemie, waarin overheden burgers vele beperkingen oplegden, over tijd en ruimte was gaan nadenken. Niet als metafysische categorieën, maar als politieke. Zijn vaststelling: de politiek is uit de pas gaan lopen. „Een mooi voorbeeld daarvan”, vertelt hij op bezoek in Amsterdam, „ is de pauze van zes maanden die tech-bedrijven voorstelden in de ontwikkeling van AI. Dat is voor die bedrijven een hele lange tijd. Voor de politiek niet. Kun je je voorstellen dat de overheid, laat staan de EU, een beslissing zou nemen binnen zes maanden?”

In zijn vorige boek nam de liberaal Zielonka het tekortschieten van het liberalisme op de korrel, nu richt hij zich op de democratie in bredere zin. Die is altijd kortzichtig geweest, ‘myoop’, zegt hij: „Omdat ze aan nationale grenzen gebonden was, en omdat ze gevangene was van de huidige kiezers – ongeborenen kunnen nog geen stem uitbrengen, toch?” Dit werkte in zekere mate, „in een omgeving waarin de dingen met een snelheid bewogen die de democratie met haar instituties kon verhapstukken, en in een ruimte waarin staten misschien al wel wederzijds afhankelijk waren, maar die door samenwerking beheerst kon worden.”

Wat is er veranderd?

„Ten eerste is die interdependentie enorm toegenomen, ook al hoor je nu praatjes over het einde van de globalisering. En door technologie bewegen we op een steeds hogere snelheid. Het internet is hier de grootste schok voor het systeem. Internet heeft tijd en ruimte radicaal veranderd. Het heeft de wereld plat gemaakt, zoals Thomas Friedman ooit schreef, en voor een 24-uurseconomie gezorgd. Het maakte transacties mogelijk over de hele wereld, in een fractie van een seconde.

„Als je uit Venetië of Amsterdam komt begrijp je dat globalisering niet iets is dat uitgevonden is in de jaren negentig. We dreven al heel lang handel over de hele wereld. Maar als je je indenkt hoeveel tijd die transacties kostten, begrijp je hoe zeer er een versnelling heeft plaatsgevonden.

„Toch hebben die versnelling, en het losser worden van grenzen, niet voor aanpassingen aan de democratie gezorgd. Welke democratische hervormingen hebben we ondernomen sinds de komst van het internet? En de situatie is nu zo dat de wereld zonder democratie kan bestaan, helaas, maar niet zonder internet. We moeten bedenken hoe we de democratie geschikt kunnen maken voor de wereld van vandaag.”

Het falen van de democratie van de nationale staten ziet u als een van de oorzaken van het toegenomen wantrouwen onder burgers.

„Ja, maar dat falen zit niet alleen in het onvermogen resultaten te boeken, het is ook het niet erin slagen om mensen een stem te geven. Om effectief te zijn, kunnen politici nu vaak niet aan normale vormen van deliberatie en participatie doen, die te langzaam gaan. Stemgerechtigden hebben daardoor te weinig inspraak.

„De politiek faalt heel vaak, dat is het probleem niet, we kiezen ook vaak voor incompetente of zelfs corrupte leiders. De democratie is geen gouden oplossing voor alles. Het probleem is dat, zelfs als we leiders hebben die eerlijk, goed opgeleid en open minded zijn, die politici ook falen, omdat ze in een systeem zitten dat hun geen mogelijkheid laat beslissingen te nemen na gedegen participatie van burgers, en tijdig genoeg om de problemen aan te pakken.

„Waarom negeren politici altijd de toekomst? Waarom wordt klimaatwetenschap telkens genegeerd? Er is de ene klimaattop na de andere, er worden beloftes gedaan – die vervolgens worden gebroken. Waarom? Er zijn natuurlijk leiders zoals Trump, die misschien niet eens in klimaatverandering gelooft, en politici die onder invloed van fossiele lobbyisten staan. Maar zelfs degenen die zulke lobby’s weerstaan en het probleem onder ogen zien, staan voor zeer lastige keuzes en zullen de huidige burgers moeten laten betalen, in hun manier van leven of in geld. En als ze dat doen, worden ze afgestraft in het stemhokje. En dus laten ze de volgende generatie ervoor opdraaien. Goede bedoelingen ten spijt, het systeem houdt politici gevangen. De staten hebben een monopolie op beslissingen en hulpbronnen, terwijl ze onbekwaam zijn in het aanpakken van transnationale of lokale problemen.”

Dat burgers niet echt een stem hebben, is een punt dat veel populisten hebben.

„Dat populisten dit punt maken, betekent niet dat het niet klopt. Je hoeft ook geen marxist te zijn om te menen dat ongelijkheid slecht is voor een samenleving. Ik beargumenteer niet dat we van het huidige stelsel van democratische vertegenwoordiging helemaal af moeten, al functioneert het in veel landen nu niet goed. Ik zeg alleen maar dat het huidige systeem niet het monopolie op beslissingen en hulpbronnen rechtvaardigt. Dat monopolie hebben de nationale staten zelfs in de Europese Unie. Wie neemt daar de beslissingen? De lidstaten.”

Lees ook dit opiniestuk: Help, de democratie crasht

Is dit ook de reden waarom u zich tegen hernieuwde pleidooien voor een sterke staat keert?

„Ik maak me daar zorgen over omdat de meest vastberaden voorstanders daarvan rechtse nationalisten zijn. Toegegeven, ze zijn er ook op links, om klimaatverandering tegen te gaan. Maar kijk, als Duitse sociaal-democraten me vertellen dat we de staat weer moeten versterken, om de verzorgingsstaat te redden, zeg ik: jullie hebben makkelijk praten, want jullie hebben een functionerende staat die daadwerkelijk iets kan uitrichten. De meeste Europese staten zijn dat niet, sommige zijn zelfs mislukte staten. Is Cyprus een functionerende staat? Is Griekenland echt een soevereine, functionerende staat? Maar zelfs Duitsland: kan dat in zijn eentje transnationale markten reguleren? Kan Duitsland voor zijn eigen defensie zorgen, zonder de NAVO?

„Staten moeten eerder slim dan masculien zijn. Ik wil niet zeggen dat materiële macht niet belangrijk is, maar ook als je daar veel van hebt kun je die slecht gebruiken. Vergelijk het met voetbal. Geld is heel belangrijk, maar niet genoeg om kampioen mee te worden. Neem Paris Saint-Germain: het heeft heel veel geld, en alle sterren, maar het speelt niet als team. En daarom won het nog nooit de Champions League.

„Wat ik wil zeggen: je moet niet meer willen dan je kunt. Gebruik slim de middelen die je hebt. Ik ben niet voor het opdoeken van staten, ik bepleit dat staten verplicht gaan samenwerken met actoren die willen en kunnen bijdragen aan de publieke zaak. Zoals steden, die de motor van groei en innovatie zijn, van experimenten met de democratie en van de omgang met migratie. Zoals de Europese Unie. Zoals transnationale ngo’s, en verenigingen en bonden, ook die van werkgevers. Die moet je betrekken in de besluitvorming. En nu weet ik wat u gaat vragen: dit is een pleidooi voor netwerken, die zo veel baat hebben gehad bij de komst van het internet, maar zijn die netwerken democratisch? En transparant, en open?”

Nou, zijn ze dat?

„Het antwoord is dat dat het punt niet is. Het punt is dat we verschillende soorten actoren hebben, die in meerdere of mindere mate efficiënt kunnen opereren. In tegenstelling tot staten zijn steden niet geïnteresseerd in grenzen of in muren. Steden zijn mondiaal, door internet. Ze willen problemen oplossen, in de praktijk. Het punt is: er zijn sterke steden en zwakke steden, functionerende en niet functionerende, rijke en arme steden. Net als staten. Dus als je vraagt: zijn netwerken democratisch, vraag ik: zijn staten dan zo democratisch? Hoeveel autocratische staten zijn er? Hoeveel niet-functionerende staten zijn er? En zo zijn er ook goede netwerken die bijdragen aan de publieke zaak, en er zijn slechte netwerken: de maffia is een netwerk, Opus Dei is een netwerk. Het gaat mij erom wat de activiteiten van die netwerken zijn. Om hoe ze zich bewegen en al doende denken en spreken; ze zijn niet zo bevroren als de nationale democratieën.

„Als je afscheid neemt van de mythe van de nationale staat, dat die perfecte representatie biedt, dat er afgesloten grenzen zijn, dan kom je op een meer open terrein. En dan zeggen mensen: dat is totale anarchie. Terwijl: de hiërarchie van de huidige democratie bestaat vooral op papier.

„Het probleem van de huidige democratie, dat die haar burgers geen stem geeft, komt doordat de democratische procedures alles afremmen. En we hebben sinds de financiële crisis een soort noodbestuur, en sindsdien ook in de migratiecrisis, de pandemie en de oorlog. Zulk bestuur handelt niet volgens het boekje, omdat het zich dat niet kan permitteren, omdat de democratie effectief moet zijn, niet alleen maar een kwestie van participatie. Dus we moeten zoeken naar andere manieren om mensen te betrekken. Waardoor de politiek weer in de pas kan lopen. We hebben alleen nog geen idee hoe. We zijn het gesprek er over nog niet eens begonnen. Waar hebben we internet in onze democratie ingezet?”