Opinie | Israël in Libanon: de overweldigende echo’s van 1982

‘Israëls oorlog is niet met jullie, maar met Hezbollah”, beweerde premier Benjamin Netanyahu in een korte videoboodschap gericht aan het Libanese volk. Hij sprak ruim een week geleden, aan de vooravond van het grootste Israëlische offensief in Libanon in decennia. Op Netanyahu’s boodschap werd in het land met een ongelovig schouderophalen gereageerd. Net als op de aankondiging dat Israëls grondoffensief zou bestaan uit ‘beperkte en gerichte acties’. Inmiddels zijn een miljoen Libanezen op de vlucht geslagen en worden honderden burgerdoden gemeld.

In 1982 kondigde de toenmalige Israëlische minister van Defensie Ariel Sharon een ‘beperkte actie’ in Zuid-Libanon aan, om de burgerbevolking in Noord-Israël te vrijwaren van terroristische, Palestijnse aanvallen. De militaire operatie zou niet langer dan 72 uur duren. In werkelijkheid trok het Israëlische leger op naar Beiroet, gevolgd door een maandenlange oorlog. De Israëlische bezetting van Zuid-Libanon eindigde pas in 2000, achttien jaar later.

Geschiedenis herhaalt zichzelf nooit maar er klinken wel akelig overweldigende echo’s.

Libanon en Israël, beide jonge staten die respectievelijk in 1943 en 1948 onafhankelijk werden, slaagden er nooit in goede buren te worden. Goed nabuurschap hoeft niet te steunen op liefde of vriendschap, maar wederzijds respect en begrip is wel nodig. In de geschiedenis van het Libanees-Israëlische nabuurschap stapelden misverstanden zich op.

Al voor de stichting van de staat Israël dachten zionistische leiders dat Libanon, waarin christenen de meerderheid vormden, een natuurlijke bondgenoot zou kunnen worden. Veel maronieten (oosterse katholieken) zagen zichzelf niet als Arabieren maar als afstammelingen van de Feniciërs. Joden en maronieten waren natuurlijke bondgenoten, bedreigde minderheden in een regio gedomineerd door Arabieren en moslims.

Israëlisch-maronitische alliantie

In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw vonden discussies plaats tussen leiders van het Joods Agentschap en maronitische politici over de toekomst van Zuid-Libanon. De latere Israëlische president Ben Goerion toonde zich in 1937 voorstander van de incorporatie van het gebied in de toekomstige Israëlische staat. Hij zag het als onderdeel van Galilea, waar Israël om bijbelse redenen recht op zou hebben. Veel christelijke Libanese leiders steunden de zionistische claim, want ze waren het zuiden liever kwijt dan rijk: het zou de vorming van een kleine christelijke Libanese staat mogelijk maken, zonder de ballast van een grote sjiitische bevolkingsgroep. 

Het idee van een Israëlisch-maronitische alliantie bleef leven tot in de jaren tachtig. Tijdens de Libanese burgeroorlog leverde Israël politieke en militaire steun aan de maronitische Falangistische Partij. In de grensstrook werd in 1978 een bufferzone gecreëerd, waar de christelijke majoor Haddad en zijn manschappen, betaald en uitgerust door Israël, de scepter zwaaiden.

Als correspondent in Beiroet in de jaren tachtig herinner ik me de theatrale handreiking van de toenmalige Israëlische premier Menahem Begin aan de Libanese president Élias Sarkis om vrede te sluiten. Begin nodige Sarkis uit om, net als de Egyptische president Sadat eerder had gedaan, naar Jeruzalem te komen. Begin was eventueel ook bereid naar Beiroet te komen om met Sarkis een vredesverdrag te sluiten. Er waren immers geen problemen tussen Israël en Libanon? Israël had last van de Palestijnse strijdgroepen en van het Syrische leger, niet van de Libanezen.

Grootscheepse invasie

Begins retoriek klonk destijds net zo hol als die van Netanyahu nu. Natuurlijk waren er wél problemen voor de Libanese burgerbevolking. Met name in het zuiden van het land, hoofdzakelijk bewoond door sjiitische moslims, waren burgers het slachtoffer van militaire invallen. Vanaf de Israëlisch-Arabische oorlog in juni 1967, waar Libanon niet formeel bij betrokken was, hadden Palestijnse guerrillastrijders, Israëlische militairen en hun handlangers Zuid-Libanon tot hun strijdtoneel gemaakt. Ten koste van de plaatselijke bevolking.


Lees ook

Uit 1976: Sarkis morgen president van een niet meer bestaand land

In 1982 voerde Israël een grootscheepse invasie uit in Libanon. Het Israëlische leger trok op naar Beiroet waar, na een maandenlang beleg, het uiteindelijk erin slaagde de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) te verdrijven. De operatie onder de nu cynisch klinkende naam ‘Vrede voor Galilea’ had mede tot gevolg dat Israëls Libanese bondgenoot, de falangistische militieleider Bashir Gemayel, werd gekozen tot president. Bashir werd echter vermoord voordat hij met zijn presidentschap kon beginnen.

Ook zijn broer en opvolger Amin Gemayel wilde vrede met Israël sluiten. In mei 1983 werd een verdrag gesloten dat voorzag in militaire samenwerking tussen beide landen, gefaseerde terugtrekking van Israëlische troepen en een Libanese grensstrook die onder controle van Israël zou blijven. Het akkoord stuitte op fel verzet van de verschillende confessionele groepen in Libanon en van de Arabische buurlanden. Het bleef een dode letter.

Israël heeft nog steeds geen vrienden in Libanon, ook niet bij de talrijke vijanden van Hezbollah

Het is vanaf dat moment dat Israël geen politieke vrienden meer heeft in Libanon. De Libanese christenen bleken, vanuit Israëls optiek, onbetrouwbaar en geen vrede te kunnen leveren. Israël had met zijn rücksichtslose bezetting de andere Libanese gemeenschappen, met name de sjiitische moslims, volledig tegen zich in het harnas gejaagd.

Wreed déjà vu

De Nederlandse arabist en diplomaat Ferdinand Smit (1959-2000), ooit tolk bij Unifil, de VN-vredesmacht die al decennia in Zuid-Libanon gestationeerd is, beschrijft in zijn boek The Battle for South Lebanon gedetailleerd hoe de Libanese sjiieten tussen 1982 en 1985 radicaliseerden. De in de Bekaa-vallei gelegerde Iraanse Revolutionaire Gardisten speelden in die periode een rol. Maar de reactie op de Israëlische invasie en bezetting van Zuid-Libanon gaf de doorslag bij de formatie van Hezbollah. 80 procent van de dorpen in het zuiden werd zwaar beschadigd, er vielen 19.000 doden en de economie werd verwoest. De bevolking trok massaal uit het gebied weg en kwam terecht in Dahiyeh, de zuidelijke wijken van Beiroet, een gordel van ellende en een rijke voedingsbodem voor het radicaal-islamistische gedachtengoed van Hezbollah.

In de periode na de Israëlische invasie van 1982 versloeg ik intensief de Israëlische bezetting en het lokale verzet in Zuid-Libanon. Sommige sjiitische dorpshoofden en notabelen die eerder nog kritisch waren over de aanwezigheid van Palestijnse strijders in hun gebied en bereid waren met Israël samen te werken, hadden geen goed woord meer over voor de Israëlische bezetter. Israël had al zijn potentiële bondgenoten in Libanon verloren.

Fast forward naar 2024. Israël heeft nog steeds geen vrienden in Libanon, ook niet bij de talrijke vijanden van Hezbollah. De dood van Hezbollah-leider Hassan Nasrallah heeft niet tot euforie geleid bij de andere Libanese politieke en confessionele spelers. Er is eerder sprake van een enigszins angstige, afwachtende houding over wat een verzwakt Hezbollah en een nieuwe Israëlische inval betekenen voor de fragiele interne Libanese verhoudingen. Kan de Libanese staat zich eindelijk doen gelden, of beleven we de opmaat naar een nieuwe ronde van de burgeroorlog?

Het Hezbollah van de jaren tachtig ontwikkelde zich in de decennia daarna tot een gemilitariseerde staat in een staat, een machtige geopolitieke factor in Libanon en de regio. De faam van Hezbollah als gewapende macht die een eind maakte aan de Israëlische bezetting in 2000 is allang weggeëbd. De populariteit van Nasrallah piekte nog even in 2006, toen Israël en Hezbollah hun voorlaatste oorlog uitvochten, maar verbleekte sindsdien. Veel Libanezen vonden overigens dat Hezbollah in 2006 hen ongevraagd had meegesleurd in een militair avontuur.

In sommige opzichten ging Hezbollah een beetje op aartsvijand Israël lijken: de onderdrukte als reproductie van de onderdrukker. Voor Hezbollah draaide alles om machtspolitiek en militarisering. De organisatie ondersteunde met militaire middelen het dictatoriale Assad-regime in de Syrische burgeroorlog. In Libanon frustreerde Hezbollah jarenlang pogingen om democratische, non-sektarische hervormingen door te voeren.

De vraag is of goed nabuurschap, dat de veiligheid van Israëlische en Libanese burgers garandeert, met geweld kan worden afgedwongen. Het wrede déjà vu van eerdere Israëlische invallen stemt niet optimistisch.


Lees ook

In theorie kan Libanon herrijzen uit het puin van Hezbollah

Families slapen op de vlucht voor Israëlische luchtaanvallen langs de kustweg van Beiroet.