N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Een ‘frisse wind’ in de samenwerking met Marokko na het recente bezoek van premier Rutte aan het Noord-Afrikaanse land? De relatie tussen Nederland en Marokko kan wel wat positieve energie gebruiken. De moeizame relatie op het gebied van migratie kan een positieve impuls krijgen via samenwerking op het gebied van duurzame energie. De kansen voor Noord-Afrikaanse landen om zonne- en windenergie te gebruiken voor het opwekken van groene stroom, eventueel via de productie van groene waterstof, zijn enorm. Dit kan een belangrijke bron voor ontwikkeling van de landen zelf zijn en tegelijkertijd de energietransitie in Europa ondersteunen. Iedereen blij. Of toch niet?
Jammer genoeg zit ook aan dit ogenschijnlijk positieve nieuws een zwart randje. Dat heeft te maken met de Westelijke Sahara, de laatste kolonie in Afrika. Na de terugtrekking van Spanje als koloniale macht in 1975 heeft Marokko ruim 70 procent bezet en claimt dat dit bij Marokko hoort. Deze claim is in strijd met het internationaal recht en wordt internationaal niet erkend (behalve door Soedan en in 2020 door president Trump in ruil voor Marokkaanse normalisering van de betrekkingen met Israël). De oorspronkelijke bevolking van de Sahara, de Sahrawi, heeft recht op zelfbeschikking en de vorming van een eigen staat. De uitroeping van de Sahrawi Arabische Democratische Republiek (SADR) onder leiding van de onafhankelijkheidsbeweging Polisario geeft invulling hieraan. Een deel van de bevolking leeft in vluchtelingenkampen in Algerije en een ander deel onder zware Marokkaanse repressie in het bezette gebied. Omdat Marokko migratie van de eigen bevolking naar de Westelijke Sahara stimuleert, is inmiddels de meerderheid van de bevolking (totale inwonersaantal zo’n 600.000 inwoners) in het gebied Marokkaans.
Illegale bezetting
De ontwikkeling van groene energiebronnen door Marokko is in volle gang. Inmiddels zijn diverse projecten gerealiseerd en worden vele andere mogelijkheden onderzocht, zowel binnen Marokko als in de Westelijke Sahara. Exacte cijfers zijn moeilijk te geven maar een uitgebreid onderzoek door onder andere Western Sahara Resource Watch dat gebaseerd is op data van de Marokkaanse overheid, houdt het niet voor onmogelijk dat in 2030 bijna 50 procent van de windenergie en zo’n 30 procent van de zonne-energie van Marokkaanse energieprojecten afkomstig zal zijn uit de Westelijke Sahara. Wetenschappers zien veel mogelijkheden voor verdere ontwikkeling van bestaande projecten, in het bijzonder de opwekking van groene waterstof bijvoorbeeld in El Ayoune en Dakhla. Daarbij is niet alleen de realisatie van wind- of zonneparken van belang, maar ook de aanleg van de daarbij behorende infrastructuur. Deze zal gericht zijn op de behoeften van Marokko en niet op de belangen van de Westelijke Sahara. En dat is de crux van dit verhaal.
De exploitatie van natuurlijke hulpbronnen in een bezet gebied is in strijd met het internationaal recht
De exploitatie van natuurlijke hulpbronnen in een bezet gebied is in strijd met het internationaal recht wanneer het volk dat recht heeft op zelfbeschikking geen instemming heeft verleend voor deze activiteiten. Internationaalrechtelijk wordt het gebied nog steeds als bezet gebied aangemerkt en niet als onderdeel van Marokko. Dit is in 2021 nog bevestigd door het Europese Hof van Justitie in een uitspraken over samenwerkingsakkoorden tussen de EU en Marokko. Deze akkoorden kunnen volgens de rechter alleen betrekking hebben op het Marokkaanse grondgebied en niet op de Westelijke Sahara, tenzij het volk van de Westelijk Sahara hiermee instemt. In de huidige omstandigheden zou Polisario namens de Sahrawi hierin een rol kunnen spelen. Het argument dat de energieprojecten de bevolking van de Westelijke Sahara ten goede komen – het geeft immers werkgelegenheid en ook toegang tot schone energiebronnen – gaat niet op. Deze projecten versterken op een structurele manier de illegale bezetting door Marokko en maken de uitoefening van het zelfbeschikkingsrecht door de Sahrawi steeds moeilijker. Daarmee zijn de projecten onrechtmatig. Instemming van de lokale bevolking is ook onvoldoende aangezien inmiddels het overgrote deel van de bevolking uit Marokko afkomstig is. Pas wanneer de Sahrawi zich hebben kunnen uitspreken over de toekomst van hun land en daar ook gevolg aan gegeven is, zal investeren in hun land rechtmatig zijn.
Palestijnse gebieden
Betrokkenheid van Nederland of Nederlandse bedrijven bij investeringen in groene energie afkomstig uit Marokko moet dus telkens kritisch bekeken worden: hebben ze betrekking op de Westelijke Sahara of niet. Indien dat wel het geval is kan er maar één conclusie zijn: niet doen. Grote bedrijven als Siemens en Enel investeren inmiddels in dergelijke projecten in de Westelijke Sahara. Het grootste private Noorse beleggingsfonds Storebrand heeft om deze reden deze bedrijven inmiddels uitgesloten van hun fondsen. De discussie over dergelijke investeringen in dit bezette gebied zijn niet wezenlijk anders dan de discussies over investeringen in de bezette Palestijnse gebieden, in het bijzonder in illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Op dit punt voert de Nederlandse overheid een actief ontmoedigingsbeleid op basis van onder andere de OESO-richtlijnen en de VN-beginselen voor bedrijven en mensenrechten. Ten aanzien van de rechten van de Palestijnen moet helaas geconstateerd worden dat dit vooral bij woorden blijft.
Lees ook: ING en ABP indirect betrokken bij miljardeninvesteringen in Israëlische nederzettingen
Nu er een nieuwe problematiek opduikt waarbij de relatie met Marokko vanwege het migratiebeleid op gespannen voet komt te staan met een kritische houding ten opzichte van investeringen in de Westelijke Sahara, vrezen wij dat dit dezelfde kant op zal gaan. Op korte termijn zijn er meer politieke punten te scoren met ‘migratiedeals’ en lijken mensenrechten naar de achtergrond te verdwijnen. Op langere termijn zal dit onrechtvaardige verhoudingen bestendigen, in Palestina, in Tunesië of in de Westelijke Sahara met mogelijk meer in plaats van minder migratie als gevolg. Laten we de mensenrechten serieus blijven nemen en geen deals afsluiten over migratie en energietransitie over de rug van onderdrukte volken.