
Hij maakt wat los, die fietshelm. Nadat verkeersminister Barry Madlener (PVV) afgelopen woensdag een campagne startte voor het opzetten van hoofdscherming bij het fietsen, barstte er zowaar iets van een nationaal debat los over nut en noodzaak van de helm. „Zet ‘m op”, klinkt het ineens in Nederland, van oudsher toch niet echt een fietshelm-vriendelijk land.
De oproep van Madlener, ondersteund door onder meer artsen, raakt blijkbaar cultureel een snaar. Wij kregen na een lezersoproep vele tientallen ingezonden reacties en nog veel meer op sociale media, waarvan hieronder slechts een klein deel staat. Eerlijk gezegd lijkt het niet alsof Madlener met zijn campagne direct een omslag heeft geforceerd. ‘Fietsprofessor’ Marco Te Brömmelstroet schreef eerder deze week in NRC dat de fietshelm eigenlijk afleidt van het échte probleem: dalende verkeersveiligheid door verkeerd beleid dat de auto en andere gevaarlijke vervoersmiddelen blijft voortrekken boven fietsers en voetgangers. „Na de Watersnoodramp ging Nederland niet over tot het uitdelen van zwemvesten, maar zette alles op alles om de strijd met het water te winnen,” schreef hij.
Pak het systeem aan in plaats van dat individuen worden opgezadeld met het kopen en dragen van een helm, klonk het ook veel in onze mailbox. Maar het is duidelijk een splijtzwam. Want wat als helmdragen nou letsel scheelt, als het slachtoffers voorkomt: is de helm dan echt iets anders dan een autogordel? Als je iets met zijn allen doet, wordt het óók een systeem-oplossing, toch? Hoe dan ook maakt zo’n ogenschijnlijk kleine verandering grote gevoelens los: wie de fietscultuur wil veranderen, wil de Nederlander veranderen – en dat is niet makkelijk, blijkt weer.
Wouter van Noort chef Opinie
