Opinie | In Turkije zijn Arabieren de kop van jut

Het debat in Turkije Het geweld tegen Arabieren in Turkije neemt toe. En de oppositie wakkert de haat alleen maar aan, ziet .
Erdogan bij het mausoleum van Atatürk in Ankara.
Erdogan bij het mausoleum van Atatürk in Ankara. Foto Reuters

Een toerist uit Koeweit zit eerder deze maand in een Syrisch restaurant in de Turkse stad Trabzon. Er ontstaat een ruzie over de rekening en de toerist loopt naar buiten om zijn beklag te doen bij de politie. Daar slaat een Turkse voorbijganger hem om onduidelijke reden bewusteloos, zo valt te zien op beelden op X (voorheen Twitter).

De politie arresteerde de Turk en bracht de Arabier na zijn ontslag uit het ziekenhuis een bosje bloemen. „Onterecht”, aldus een lokale parlementariër van de seculiere oppositiepartij CHP, die de klap wel vond meevallen en zei dat Arabieren zich beter moeten gedragen. Onder de video van het interview staan reacties als: „De [regeringspartij] AKP zegt sorry tegen een Arabier zoals een hond bij zijn baasje bedelt, zoals gewoonlijk.”

Geweld tegen Arabieren lijkt in Turkije steeds vaker voor te komen. In augustus was er nog het bericht dat tientallen Turken een 15-jarige Jemeniet de intensive care in zouden hebben geslagen, de maand erop deed een filmpje de rondte waarop Syrische vrouwen en hun kinderen hardhandig een bus uit worden gezet. De meeste reacties op sociale media zijn steevast in de trant van: ‘mooi zo, die Arabieren moeten oprotten.”

‘Tolerante natie’

De meeste haat richt zich tegen Syriërs. Ruim 80 procent van de Turkse bevolking wil dat de 3,6 miljoen Syrische vluchtelingen die volgens de VN in Turkije wonen, terugkeren naar Syrië. Oppositiepolitici slingeren met cijfers van 10 tot wel 13 miljoen Syriërs en beloven hen allemaal het land uit te zetten.

Lees ook deze reportage: Hoe een dode hond in Turkije een klopjacht op Syriërs ontketende

Maar voor veel Turken zijn alle Arabieren hetzelfde – zelfs Afghanen en Iraniërs worden in Turkse politiek en media vaak aangeduid als ‘Arabieren’. Syriërhaat vertaalt zich dus ook in geweldsincidenten tegen Arabische toeristen, die elkaar op hun beurt op sociale media waarschuwen niet meer naar Turkije op vakantie te gaan. Racisme kan dus pijn gaan doen in de portemonnee, waarschuwde een regeringsgezinde columnist deze maand.

President Erdogan voert ondertussen een dubbelzinnig beleid. Enerzijds is zijn regering bezig Syriërs massaal van straat te plukken om hen te deporteren, anderzijds krijgen Turkse moskeeën de opdracht te preken tegen racisme en hield Erdogan deze maand een toespraak waarin hij Turkije een „tolerante natie” met „een hart zo groot als Anatolië” noemde en zei hard te zullen optreden tegen het „het gif van racisme en xenofobie”.

Turkse paspoorten

Maar steeds als Erdogan het voor Arabieren opneemt, wakkert dit de haat tegen hen doorgaans juist verder aan. Veel Turken, met name binnen de oppositie, zien de Arabieren in hun land als een verlengstuk van Erdogan. Beiden vormen volgens hen een islamitische bedreiging voor het strikte secularisme van Mustafa Kemal Atatürk, de stichter van de Turkse republiek. Ook hekelen ze het feit dat Erdogan Turkije afhankelijk heeft gemaakt van investeerders uit de Golf, en beweren ze dat hij Arabieren Turkse paspoorten geeft zodat ze op hem stemmen.

Eén van de reacties uit Koeweit op het incident in Trabzon werkte dan ook als een rode lap op een stier. In een reeks tweets op X schreef een Koeweitse man dat hij overwoog om Turkse paspoorten te kopen voor Arabieren die Atatürks standbeelden willen vernietigen. Ook postte hij foto’s van de Turkse vader des vaderlands met een schoen in zijn mond en een emoticon van een drol op zijn hoofd.

Het leidde tot nóg meer woede in Turkije – en zal sommige Turken ervan hebben overtuigd dat het pak slaag voor de Koeweitse toerist in Trabzon volkomen terecht was. Ook Erdogans regering kon dit keer niet achterblijven, en liet weten aangifte te hebben gedaan tegen de Koeweitse twitteraar voor het beledigen van Atatürk en de Turkse natie.