N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Drie granaatscherven zijn door het hoofd van dichter Taras Shevchenko op het centrale plein in Borodyanka gegaan. Een scherf is bij zijn kale voorhoofd naar buiten gekomen, een andere heeft een gat zo groot als een rijksdaalder bij zijn fontanel geslagen. Het zwarte metaal waaruit de buste van de Oekraïense vader des vaderlands is gemaakt is bij het uitschot naar buiten gebogen. De tegels die de drie meter hoge sokkel bedekten hangen aan ijzerdraadjes of liggen gebroken op de grond. Verderop in de stad staat een beschadigd beeld van aartsengel Michael. Bij de speeltuin op de hoek staat onder de bomen een door een granaat onthoofd, levensgrote, geel geverfde leeuw.
Borodyanka ligt zestig kilometer ten noordwesten van Kyiv. De stad is aan puin geschoten, de inwoners werden gefolterd en het erfgoed vernield, waaronder het lokale historische museum. Ingestorte flatgebouwen omringen de buste van Taras Shevchenko. Ik zwierf door de appartementen. De deuren en ramen waren uit de gebouwen geblazen, elke kast was opengetrokken. Ik stapte voorzichtig, bang voor anti-persoonsmijnen of tripwires, tussen de opengesneden kussens, kleren, uitwerpselen, gordijnen, kinderspeelgoed, medicijndoosjes, schilderijtjes en leeggehaalde boekenkasten van de mensen die hier woonden.
„Een van de rechtvaardigingen van deze oorlog is dat de Oekraïners geen eigen culturele identiteit zouden hebben”, zei Alexandra Xanthaki, rapporteur voor culturele rechten bij de Verenigde Naties, tegen The New York Times. Russische staatsmedia roepen dagelijks om de totale vernietiging van Oekraïne. Poetin heeft de opvatting dat Oekraïne een natie is, fictie genoemd.
„Ze zijn van mening dat Oekraïners geen recht van bestaan hebben. Dit is het moment dat het Russisch imperialisme zich voor eens en altijd van alle Oekraïners wil ontdoen”, vertelt filosoof en publicist Volodymyr Yermelenko me de dag nadat ik naar Borodyanka ga. „Wat is rijkdom voor Europeanen? Zoals Marx het verwoordde: de productiemiddelen bezitten. De Russen beseffen dat ze niet met de westerse wereld kunnen concurreren op het gebied van productie, maar ze kunnen wel concurreren op het terrein van destructie. Daarom willen ze de middelen tot vernietiging bezitten. Het signaal dat de Russen naar ons zenden, naar jullie, is dat jullie de controle over de levens van mensen mogen hebben: maar zij controleren de dood van mensen. Zij zullen besluiten op welk moment jullie zullen sterven.”
Mannen worden vermoord, vrouwen verkracht, kinderen ontvoerd, daarnaast moet ieder spoor van de Oekraïense cultuur en historie worden uitgewist. Daarom wordt het literaire museum in Odesa met het breekbare brilletje van schrijver Isaak Babel in een vitrine vernield, het museum in Okhtyrka met haar eeuwenoude literaire collectie vernietigd, het theater met daarin honderden ondergedoken mensen in Marioepol opgeblazen, het Sviatohirsk klooster, een van de grootste heiligdommen van de oosters-orthodoxe kerk, zwaar beschadigd en zelfs de Transfiguratiekathedraal in Odesa met raketten bestookt. In Irpin, Boetsja en Chernihiv zag ik verwoeste orthodoxe kerken. In Chernihiv stonden we voor het theater van de stad, vier weken voordat het gebombardeerd werd. In Loekasjivka bezocht ik de geruïneerde kerk, met middenin het dak een reusachtig gat, geblakerde muren, de vloer bezaaid met aan stukken gereten parafernalia. Je kan er alleen maar zwijgend naar staren en je hoofd schudden.
Tijdschrift Christianity Today registreerde na één jaar invasie in Oekraïne 494 beschadigde of vernietigde kerken, kloosters en religieuze gebouwen. Unesco meldde onlangs na een eerste, voorlopige inventarisatie dat er 27 musea, 105 historische gebouwen, 19 monumenten, 120 religieuze plekken beschadigd of vernietigd zijn. Het Oekraïense ministerie van Cultuur publiceerde een omvangrijkere lijst met 1.605 gebouwen van cultureel belang die beschadigd of vernietigd zijn door Russisch geweld, waaronder 607 bibliotheken. Unicef meldde dat er 1.300 scholen zijn verwoest. De cijfers veranderen dagelijks, want Rusland gaat gestaag door met het vernietigen van alles wat Oekraïens is: scholen, bibliotheken, musea, theaters, ziekenhuizen.
Therapie en documentatie
Een jaar geleden ben ik met onderzoeker en architect Ravenna Westerhout naar Oekraïne gereisd om een documentaire te maken over de rol van kunst ten tijde van oorlog. In Kyiv en Lviv interviewden we schrijvers, filosofen, schilders, architecten, muzikanten, beeldend kunstenaars en curators over hoe zij reageerden op de oorlog. Zonder uitzondering waren zij allen de eerste weken verlamd, niet in staat kunst te maken. Een enkeling, vooral kunstenaars uit actief oorlogsgebied, uit Donbas en Marioepol, waren vaak nog steeds niet in staat tot ander werk dan een soort zelftherapie. Sommige kunstenaars deden het meest directe: de wapens opnemen, naar het front vertrekken en hun leven geven.
Filosoof Volodymyr Yermelenko ziet het bestrijden van propaganda als een van zijn voornaamste taken: „In sommige Russische literaire klassiekers worden de Oekraïense kozakken, de strijdersklasse uit de baroktijd, afgeschilderd als bloeddorstig, gewelddadig volk. Om de eigen wreedheden tegen de Oekraïners, tegen de Georgiërs, tegen de Tsjetsjenen, te rechtvaardigen is het noodzakelijk te bewijzen dat deze mensen wreed zijn. Om een genocide te ontketenen moet men iedereen overtuigen dat ze enkel de monsters vermoorden. Ik denk dat de Russen door het ontmenselijken van de Oekraïners de oorlog moreel rechtvaardigen. Ze bereiden hun eigen burgers erop voor dat het oké is Oekraïners te vermoorden, want het zijn allemaal nazi’s.”
Volgens Yermelenko moeten kunstenaars, als zij kunnen, zoveel mogelijk doorgaan. „De oorlog is weerzinwekkend, de oorlog is zinloos, absurd, maar tegelijkertijd opent deze een afgrond, een existentiële afgrond waardoor je veel dingen geheel nieuw kunt zien, als filosoof, als schrijver, als schilder. Ik roep alle creatieve mensen in Oekraïne op om door te gaan met creëren.”
De romancier W.G. Sebald schreef in De natuurlijke historie van de verwoesting over de vernietigende bombardementen van Duitse steden in de Tweede Wereldoorlog. De enkele getuigen die erover spraken lieten zich uit in nietszeggende taal: „Op die vreselijke dag dat onze fraaie stad met de grond gelijkgemaakt werd.” De schaarse literatuur die Sebald vond over de massale bombardementen maakte, op één uitzondering na, niets duidelijk over de werkelijkheid van de vernietiging. Onder woorden of in beeld brengen van het onzegbare is een van de mogelijke taken voor de kunstenaar.
Lees ook: Oekraïense schrijvers en de oorlog: waarom de woorden nog niet komen
„Wat nu essentieel is: documenteren, documenteren, documenteren”, meent Volodymyr Kadygrob, curator en professor aan de Kyiv School of Economics. „Wanneer je echte kunst wil, dan moet die het echte leven representeren, en niet slechts decoratie zijn. Dat is niet interessant, niet nu, niet meer. Het slechtste wat cultuur kan doen, is de werkelijkheid bedekken. De Russen hebben cultuur – hun schrijvers, hun componisten, hun orkesten, hun ballet – misbruikt om de indruk te wekken dat zij een land zijn zoals alle landen in Europa, een hooggestemd land waar prima mee overlegd kan worden.”
Voor multimediakunstenaar Vlad Sharapa is kunst maken iets voor na de oorlog: „Ik weet precies wat ik nu wil: mensen helpen of deelnemen aan de verdediging van het land.” Met de vrijwilligersorganisatie Livyj Bereh (Linker Oever) repareert Vlad daken van gebombardeerde huizen en zamelt geld in met happenings en veilingen van raket- en granaathulzen om legereenheden te helpen aan schoenen, kleding, nachtkijkers en terreinauto’s. In de marge documenteert hij de oorlog en legt een verzameling aan van lampjes uit vernietigde tanks en pantserwagens. Met de verzamelde lampjes wil hij na de oorlog een kunstwerk maken.
Wanneer ik Vlad een jaar later weer tref, juli 2023, heeft hij zich aangemeld bij het Oekraïense vrijwilligersleger. Hij zal om en om twee weken vrijwilligerswerk doen en twee weken in het leger dienen. Daarnaast treft hij toch ook voorbereidingen voor de Biennale in Wenen. Met Livyj Bereh hebben zij een kunstwerk gemaakt uit restmateriaal van gebombardeerde huizen: het Theater of Hopes and Expectations.
Alle standbeelden zijn ingepakt, behalve Russische revolutionairen, veldheren en Poesjkin
Ravenna en ik rijden door een hoofdstad en een land waar de standbeelden met zandzakken en houten of metalen platen zijn ingepakt tegen Russische aanvallen. Alle standbeelden zijn ingepakt, behalve die van Russische revolutionairen, veldheren en Poesjkin. Onbeschermde borstbeelden van de dichter met de woeste bakkebaarden zien we in steden waar hij nooit zelf was. Voor veel Oekraïners zijn de beelden van de generaals en Poesjkin nu niets anders meer dan een teken van de onderdrukking door de Russische kolonisator. Eeuwenlang heeft Rusland Oekraïne gedomineerd en als een onbenullig, provinciaals broertje behandeld. De Russische propaganda was dermate overheersend en effectief dat ook wij in het Westen het Russische narratief geheel of gedeeltelijk slikten.
Kunst speelt een onmisbare rol in het tegengaan van propaganda, het ontmaskeren van leugens, het nauwgezet vastleggen van de werkelijkheid, het geven van hoop, het bestrijden van trauma’s, het bieden van afleiding aan de mens en deze geestelijk gezond houden.
Sebald noteert: „De dagelijkse routine die zich niets van rampen aantrekt [is] het meest probate en natuurlijke middel om je zogenaamde gezonde verstand te bewaren, of het nu gaat om het bakken van een plaatkoek voor de koffietafel of om het uitvoeren van de hogere culturele rituelen.”
In tijden van crisis blijkt hoe onmisbaar kunst is. Het definieert wie we zijn en helpt ons mens te blijven. En in het geval van Oekraïne is iedere creatieve uiting – of het nu een gebakken plaatkoek, een muurschildering of een symfonie betreft – een opgestoken middelvinger naar de Russen. Een middelvinger die zegt dat de Oekraïners nooit zullen opgeven en dat hun vindingrijke en vaak geestige creativiteit zal triomferen over de beestachtige, fantasieloze Russische destructie.
Lees ook: De kunst is van de museummuren gehaald. ‘Niets is veilig in Oekraïne’