Opinie | In de asielstrategie van Wilders zijn de contouren van een extreem-rechtse maatschappijvisie zichtbaar

In het Hoofdlijnenakkoord dat afgelopen donderdag werd geopenbaard, presenteert het aanstormende (radicaal-)rechtse kabinet met trots „het strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit”. Of dat echt zo is en of je daar trots op moet zijn, is de vraag. Zo verklaarde het vierde kabinet Colijn op 7 mei 1938 vluchtelingen „als ongewenscht element voor de Nederlandse maatschappij”. Wat in de praktijk betekende dat alle joodse Duitsers, want per definitie vluchtelingen, de toegang werd geweigerd.

Zover is het nu nog niet. De formerende partijen zeggen het Vluchtelingenverdrag niet op, maar – anders dan het kabinet Colijn – stellen zij migratie wel voor als een van de kernproblemen waar Nederland momenteel mee kampt. Er worden weliswaar twee bladzijdes gewijd aan het terugdringen van arbeidsmigranten en buitenlandse studenten, met wat vrome woorden over het bestrijden van malafide uitzendbureaus, maar bijna driekwart van de tekst betreft asielzoekers, hoewel die slechts 10 tot 12 procent van de immigratie uitmaken. Bovendien valt op dat waar de voorstellen met betrekking tot de beperking van arbeidsmigranten en studenten zich vooral richt tegen werkgevers en universiteiten, bij asiel de vluchtelingen zelf het volle pond krijgen. Zij worden voorgesteld als een welhaast existentiële bedreiging voor Nederland en aangewezen als de oorzaak van zowel de woningnood, bestaansonzekerheid als de druk op de zorg en het onderwijs.

Testosteronbommen en asieltuig

Dat de pijlen op de meest kwetsbare groep migranten wordt gericht komt niet onverwacht. Zij vormen (samen met Marokkaanse Nederlanders en moslims) het belangrijkste politieke kapitaal van Wilders, zoals onder meer blijkt uit een kleine greep uit zijn alarmistische en vooral dehumaniserende taalgebruik van de afgelopen vijftien jaar: ‘testosteronbommen’, ‘asieltuig’, asielplaag’,’ islamitische invasie’.

Op grond van deze stigmatiserende beeldvorming kondigden de formerende partijen al op 22 april aan te overwegen asiel tot een nationale crisis uit te roepen en een tijdelijke asielstop in te stellen, mochten ze een regering gaan vormen. Volgens de politicologen Esmee Bakker en Léonie Jonge past deze framing precies in Wilders radicaal-rechtse draaiboek en zijn crises niet zozeer de oorzaak van de opkomst van de PVV en aanverwante partijen, maar een van de centrale onderdelen van hun politieke gereedschapskist. Met als recept: verzin een crisis (asiel) , wijs een schuldige aan (elite), stel een schijnbaar eenvoudige oplossing voor (asielstop) en roep jezelf uit als redder. En als het dan niet lukt, geef je de elite de schuld. Succes verzekerd.

Mensonterende toestanden

Een belangrijk element van deze crisismodus is het gebruik van apocalyptisch taalgebruik en het afschilderen van asielzoekers als een plaag die met alle middelen bestreden dient te worden. Zo wordt in het hoofdlijnenakkoord gesproken over een ‘acute noodsituatie’ in Ter Apel waardoor het gerechtvaardigd zou zijn een ‘asielcrisiswet’ in te voeren die de Vreemdelingenwet 2000 voor ten minste twee jaar buiten werking stelt om zo de „asielinstroom te bestrijden”. Verder wordt de spreidingswet ingetrokken, nareizen fors beperkt, en krijgen statushouders geen voorrang meer bij de toewijzing van sociale woningen. Geheel tegen de letter en geest van het Vluchtelingenverdrag hoeven erkende vluchtelingen zelfs niet meer te rekenen op een definitieve vestiging in Nederland. En dit alles gelardeerd met een arsenaal aan repressieve maatregelen waaronder beperking van rechtsbijstand en mobiele (grens)controles.

Dat het aantal asielzoekers in Nederland al jaren rond het Europees gemiddelde ligt, net als het percentage ingewilligde verzoeken (rekening houdend met de samenstelling van de groep) en dat de aantallen momenteel niet hoger zijn dan in de gehele jaren negentig van de vorige eeuw, doet er allemaal niet toe. Evenmin dat de spreidingswet – met klem bepleit door de adviescommissie van het ministerie van Justitie, de VNG en de Raad voor Openbaar Bestuur – juist bedoeld is om de mensonterende toestanden in Ter Apel te voorkomen en de integratie te versnellen.

De ‘acute crisis’ is het gevolg van een al jaren tekortschietend opvangbeleid

De ‘acute crisis’ die Wilders cum suis ons voorhouden is het gevolg van een al jaren tekortschietend opvangbeleid dat bewust aanstuurt op Verelendung en asielzoekers als ideale zondebok gebruikt voor het falend huisvestingsbeleid van de afgelopen kabinetten Rutte. Omdat veel van de aangekondigde maatregelen met opzet indruisen tegen internationale verdragen en Europese wetgeving zal de discussie in de media waarschijnlijk vooral gaan over de ‘haalbaarbeid’ in plaats van over de ‘wenselijkheid’ en daarmee blijven de veel bredere implicaties buiten schot.

Wie namelijk iets beter kijkt ontwaart in het demoniseren van asielzoekers en het schermen met een nationale crisis al gauw de contouren van de extreemrechtse maatschappijvisie. Want met name Wilders weet heel goed dat zijn radicale plannen zullen sneuvelen in de rechtszaal en in Brussel. En, zo zal hij de kiezer voorhouden, dat bewijst dat de elite (met haar „krankzinnig open-grenzen beleid”), de ‘D66-rechters’ en de eurocraten het volk in de kou laat staan.


Lees ook
Harder op asielmigratie; verder geen grote breuklijnen met de kabinetten Rutte als het om de rechtsstaat gaat

NSC-leider Pieter Omtzigt tijdens de formatie. De plannen voor staatsrechtelijke vernieuwingen zijn geheel NSC-geïnspireerd.

Op de langere termijn kan deze strategie van uitholling van de rechtsstaat echter leiden tot wat de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben in 2003 ‘De Uitzonderingsstaat’ noemde, namelijk het politieke punt waar het juridische kader terzijde wordt geschoven, er geen sprake meer is van verantwoording en de dam van individuele vrijheden doorbreekt.

Juist omdat asielzoekers en migranten nauwelijks een stem hebben vormen zij het perfecte doelwit voor een veel bredere extreemrechtse agenda die niets op heeft met de scheiding der machten en rechtsstatelijkheid. Een recept dat rechtse populisten met succes hebben gebruikt in Polen en Hongarije. Of zoals Tom-Jan Meeus op 15 mei in de talkshow Op1 uitlegde: De ‘duidelijkheidscultuur’ („grenzen dicht”) die Wilders in navolging van Fortuyn heeft geïntroduceerd is democratische problematisch want niet te verwezenlijken. Met als gevolg dat zijn kiezers (in alle lagen van de bevolking) teleurgesteld worden en het ressentiment tegen de ‘elite’ alleen maar verder groeit.