N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Gender Steeds vaker krijgt Femke Hurkmans met desinformatie, haat en bedreigingen te maken. Films kunnen bijdragen aan de acceptatie van trans personen.
Het is een gewone vrijdag. Ik heb net gedoucht en zit met een kop koffie aan de keukentafel op m’n telefoon te scrollen voor ik naar m’n werk ga. Online wordt een artikel gedeeld over puberteitsremmers, met de vraag of het terecht is dat er twijfels zijn over het gebruik ervan door trans jongeren.
De woorden ‘puberteitsremmers’, ‘transgender jongeren’ en ‘twijfels’ werken als een rode lap op een stier. Waarschijnlijk zonder het goed onderbouwde stuk gelezen te hebben weet een groot aantal Facebookers niet hoe snel ze moeten reageren. „De GGZ zit vol met mensen die spijt hebben en zijn doorgedraaid”, lees ik. En: „Iedereen mag zijn wie hij is, maar stop met het door de strot duwen”.
De op leugens gebaseerde en steeds luider wordende haatcampagne tegen trans en genderdiverse personen klinkt steeds vaker door in de argumenten van ‘gewone’ Nederlanders. Ze lijken zich bedreigd te voelen door mensen die ze in hun dagelijks leven amper tegenkomen. Mensen zoals ik.
Lang dacht ik dat ik de enige op aarde was die zich geen vrouw en geen man voelde. Het woord non-binair voelde op m’n 45ste als thuiskomen. Voor het eerst vond ik een gemeenschap waarin ik mezelf herkende. Maar de groeiende bekendheid van dit ‘hokje’ zorgt tegelijkertijd voor steeds meer haat.
Desinformatie telkens herhaald
Het blijft namelijk niet bij online roepen, ook in mijn dagelijkse leven heb ik veelvuldig te maken met de schadelijke gevolgen van deze anti-campagne. Laatst bijvoorbeeld, toen ik bij mijn accepterende moeder van 89 op visite was. Ze zei dat het „echt niet oké is dat een dertienjarige tegenwoordig al een geslachtsoperatie kan krijgen”. Klinkklare onzin natuurlijk, zo’n operatie kan in Nederland pas vanaf achttien jaar. Maar als desinformatie maar vaak genoeg herhaald wordt, blijft het vanzelf wel ergens hangen.
Ik hoor regelmatig dat ik me niet moet aanstellen, dat ik gewoon een vrouw ben – ook al voel ik me niet zo, dat ik een gevaar ben voor de maatschappij. Mijn buurman bedreigde me zelfs met de dood. Hij riep: „Ik heb een geweer binnen. Ik maak je dood, je besmet me”. Alsof mijn identiteit besmettelijk zou kunnen zijn, als een vreselijke ziekte.
Het enige dat ik wil, is mezelf kunnen zijn. Ik doe niemand kwaad en ik val niemand lastig. Ik durf sinds die bedreigingen geen transvlag op te hangen en ik durf geen X in mijn paspoort te nemen. Ik heb geen behoefte aan opvallen, ik wil gewoon mijn leven kunnen leiden zoals ieder ander.
Volgens een rapport dat onlangs verscheen komt dat „omdat er nog geen volledige maatschappelijke acceptatie en integratie van trans personen is. Het debat over hun plaats in de maatschappij […] polariseert en verhardt”, aldus de onderzoekers. Een van de oplossingen die wordt genoemd is dat de kennis over genderdiversiteit in de maatschappij moet worden vergroot.
En dus steek ik mijn nek uit. Hier in de krant, maar ook in het echte leven. Voor alle genderdiverse mensen die dat niet kunnen. Voor een vriend die leraar is en vanuit angst voor zijn eigen veiligheid niet durft te vertellen dat hij trans man is. Voor een vriendin die in haar geboorteland zou zijn vermoord als ze daar was gebleven.
Met het risico dat meer aandacht de haat alleen maar vergroot, wil ik laten zien dat trans personen gewone mensen zijn. Met gewone zorgen en gewone verlangens. We hebben lief, kennen verdriet, genieten van vriendschap en dromen van een wereld waarin ruimte is voor iedereen.
Je verplaatsen in een ander
Als antwoord op de haat deel ik niet alleen mijn eigen verhaal, maar geef ik ook een podium aan de verhalen over de levens van andere trans personen. In een vorm die ons in staat stelt om je volledig te verplaatsen in een ander: film. Tijdens transgender filmfestival TranScreen wordt duidelijk hoe divers en normaal de levens van trans personen zijn.
Je wordt geen superheld als je naar een Marvel-film kijkt en je wordt niet trans als je naar een film over een transgender hoofdpersoon kijkt. Het helpt hoogstens om je beter te kunnen verplaatsen in de levens van trans personen en om te wennen aan hun aanwezigheid in de maatschappij.
Als mens zijn we vaak bang voor het onbekende. Ik nodig je uit om ons te leren kennen, dan hoeven we allemaal minder bang te zijn.
Tim van Wijk kijkt stuurs voor zich uit en geeft afgemeten antwoord. Achter zijn harde, afstandelijke houding zie je een afgrond van woede en wanhoop. Intrigerend is het wel om naar deze man te kijken, en hartverscheurend, en herkenbaar.
Wanneer een documentairemaker iets over zijn eigen gezin gaat maken, dan heeft hij personages die er misschien geen zin in hebben, maar die in ieder geval bereid zijn om het filmende gezinslid te helpen. Maar als het gezicht van Tim van Dijk in beeld komt, dan weet je: hier gaat zijn broer, regisseur Huibert van Wijk, een zware dobber aan hebben.
Tim (49) is geadopteerd uit Indonesië, had als kind driftbuien en andere gedragsproblemen. Zijn ouders konden het niet aan, gingen scheiden. Toen Tim op zijn veertiende zijn vader Lex probeerde te wurgen, werd hij uit huis geplaatst. Weer werd hij afgewezen.
Dit is een film over de zoon en de vader. Adoptie is wat hun samenbracht, adoptie is wat hun scheidt. De vader wilde in 1975 het goede doen door een kind uit de Derde Wereld te redden. De zoon vindt het een halve eeuw later greedy westers gedrag om een baby uit zijn cultuur te rukken en op te zadelen met zoveel pijn. De bewering dat adoptie in het belang van het kind is, maakt hem razend.
Tussendoor zien we de vader en de zoon samen een soort therapie doen met paspoppen die familieleden verbeelden, maar ook abstracties als „afwijzing”. Het gaat helemaal mis als de vader de pop Afwijzing weghaalt omdat hij dat niet zo voelt. Typisch Nederlands, vindt Tim dat, het verbloemen van het probleem. „Doofpot en stamppot.” Net toen ik dacht: dat komt nooit meer goed, komen vader en zoon onverwachts tot een voorzichtige, tedere toenadering. „Dan hebben we het al over stapjes, pap.”
Film over intimiteit
Maandag was er ook al een persoonlijke documentaire over adoptie op televisie. De Chinese Keizerin (NPO3) is onderdeel van Teledoc Campus, een serie korte, vaak persoonlijke documentaires van jonge makers. Ik noem het een documentaire over adoptie, maar zo ziet regisseur Jonnah Bron (30) dat niet. Voor haar is dit een film over intimiteit. Over gebrek aan contact tussen ouders en kind. Waarom voelt ze afstand tot haar ouders?
Omdat haar ouders gescheiden zijn, plaatst ze hen in een decor van twee aan elkaar geplakte huiskamers, met iedere ouder in zijn eigen helft. De echte gesprekken komen los als ze de ouders los van elkaar spreekt. Met haar vader terwijl ze voetbal kijken met het bord op schoot. Met haar moeder terwijl ze onder een dekentje op hun telefoon zitten. Geënsceneerd, maar naar het leven getekend. Althans, dat vindt Bron. Haar ouders vinden het kunstmatig. Ze vinden het sowieso jammer dat ze dit gesprek voor de camera in een decor moeten voeren. In plaats van gewoon thuis, onder elkaar.
De ouders zeggen dat Bron een opvliegend kind was die alles volgens haar wensen wilde. Ze noemden haar „de Chinese Keizerin”. Het afstandelijke contact – niet zomaar aanraken – was op haar verzoek. Volgens de moeder komt die moeite met intimiteit door Brons hechtingsproblematiek veroorzaakt door adoptie. De dochter wil er niet aan. Ze wil geen „clichématig” Aziatisch adoptiekind zijn. Ze wil zichzelf zijn. Niet geadopteerde kinderen hebben toch ook problemen met hun ouders? Jonnah en haar moeder hebben dus het omgekeerde van Tim en zijn vader.
Mooie eerste stap. Er valt nog veel te ontdekken voor Bron, als dochter, als filmmaker, en misschien ook wel als geadopteerde. Haar moeder besluit met: „Er is iets opengebroken en daarmee gaan we verder.”
Wie een mening heeft, moet daar ook voor durven uitkomen. Deze op zichzelf terechte constatering was aanleiding voor Tweede Kamerleden Joost Eerdmans (JA21) en Chris Stoffer (SGP) om tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen een motie in te dienen waarin het kabinet werd gevraagd om een verbod op gezichtsbedekkende kleding tijdens demonstraties. Net als een meerderheid van de Kamer ergeren ze zich eraan dat de politie niet weet wie de relschoppers zijn en dus als het uit de hand loopt moeilijk tot aanhouden kan overgaan, zoals het geval was bij de herhaalde bezetting van de A12 door Extinction Rebellion en de anti-Israël-betogingen op universiteiten.
Het protest van vreedzame demonstranten werd ‘gekaapt’, aldus Eerdmans, door gemaskerde relschoppers. Behalve Extinction Rebellion en de pro-Palestina demonstraties aan de universiteiten noemde hij ook voetbalhooligans en demonstraties van Black Lives Matter. Op de hooligans na gaat het dus om politiek gekleurde demonstraties die doorgaans niet in de lijn van JA21 liggen.
Eerdmans gedachte dat je een mening moet kúnnen en dúrven uiten, en je je doelwit dus met open vizier tegemoet moet treden, is begrijpelijk. Problematisch is dat zijn voorstel zo ondoordacht is. Er zijn voor demonstranten namelijk goede redenen om voor gezichtsbedekking te kiezen. Dankzij sociale media wordt bijvoorbeeld breed vastgelegd dat je aan een demonstratie hebt meegedaan. Gezichtsherkenning is echter niet alleen een probleem op sociale media, ook politie en instanties maken er gebruik van, om bepaalde groepen in de gaten te houden of bij voorbaat aan te pakken.
Het was dan ook typerend dat Eerdmans geen antwoord had op de vraag of de gezichtsbedekking dan ook gold voor bijvoorbeeld demonstraties tegen regimes waar de meeste Kamerleden – die nu voor de motie stemden – ook geen fan van zijn, zoals vrouwen die tegen het regime in Iran demonstreren. De motie van JA21 en de SGP, die de steun kreeg van ChristenUnie, FVD, CDA en de coalitiepartijen PVV, VVD en BBB, is dan ook vooral voor de bühne: de Wet op openbare manifestaties geeft burgemeesters namelijk al de mogelijkheid om beperkingen te stellen aan demonstraties, waaronder het verbieden van gezichtsbedekkende kleding.
Dat demonstraties met steeds meer gezichtsbedekking als beklemmend wordt ervaren is begrijpelijk. Dat Kamerleden willen dat organisaties weten met wie ze aan tafel zitten bij onderhandelingen is ook begrijpelijk. Wie in gesprek gaat met de partij waartegen gedemonstreerd wordt, moet dat inderdaad met open vizier doen. Net zoals de politie relschoppers bij demonstraties makkelijker moet kunnen identificeren. Maar Eerdmans gaat hier voorbij aan de nuance. Niet elke demonstrant met gezichtsbedekking is een relschopper. De samenleving zit wat dat betreft ingewikkelder in elkaar dan de Donald Duck waar je Boris Boef en de Zware Jongens er zo uitpikt op basis van hun ongeschoren kin en trui met gevangenisnummer.
Demonstreren is een recht, en je hebt daarbij ook het recht om dat anoniem te doen, want ook privacy is een grondrecht. Burgemeesters kunnen al het recht gebruiken beperkingen op te leggen aan demonstraties waar een reëel risico is op veiligheidsproblemen. Het inperken van het demonstratierecht door deze aangenomen motie is symboolpolitiek waar niemand op zitten te wachten, en waar de politie niet veel aan zal hebben.
Van buiten lijkt de Cybertruck wel wat op het karakter van zijn bedenker, Elon Musk: lomp, hoekig en veel ruimte innemend. Tesla’s eerste model elektrische pick-uptruck oogt als een kruising tussen een geodriehoek op wielen en een pantserwagen. „Al was dat rechthoekige stuur echt even wennen; het interieur is verrassend subtiel”, zegt Max Prange, na een proefrit te hebben gemaakt op een stekkerauto-evenement nabij de Californische stad San Diego.
Prange en zijn vriend Anthony Zepeda rijden al elektrisch, in een Ford Mustang Mach E, een SUV-model. Ze willen graag overstappen op een truck, maar het stel overweegt geen moment om de Cybertruck te kopen. Dat ligt boven alles aan Tesla-topman Elon Musk, die zich dit Amerikaanse verkiezingsjaar heeft bekeerd tot het trumpisme en via zijn eigen sociale netwerk X luidruchtig campagne voert voor de Republikeinse presidentskandidaat. „Hij is echt niet helemaal lekker”, verklaart Prange hun afkeer van Musk.
Niet alleen Musk is deze presidentsrace een politieke factor van belang. Ook de elektrische auto zelf is tot politieke totempaal uitgegroeid, waarbij voor- en tegenstanders grotendeels langs de bekende breuklijnen van Amerika’s cultuurstrijd uiteenvallen. Republikeinse kiezers zijn veel sceptischer over elektrisch rijden, terwijl Democraten de aanschaf van een EV vaker overwegen, wees een breed opinieonderzoek van Pew deze zomer nog uit. Slechts 13 procent van de Republikeinen zei daarin open te staan voor aanschaf van een EV, onder Democraten was dit 45 procent.
Om die weerstand binnen zijn electoraat te verwoorden, vaart Trump geregeld uit tegen e-cars. De subsidies, regels en belastingkortingen die de regering-Biden invoerde om de elektrificatie van het Amerikaanse wagenpark te versnellen, belooft Trump „vanaf dag één te beëindigen”, omdat ze de nationale auto-industrie zouden „vernietigen”.
Deze zomer vertelde de ex-president ook meermaals een lastig te volgen verhaal, waarin hij bezwaren tegen elektrisch rijden verknoopte met accu’s in boten, het gevaar van elektrocutie en mensenetende haaien. Tegelijkertijd laaft de Republikeinse ex-president zich aan de enthousiaste steunbetuigingen én financiële donaties die hij ontvangt van Musk – tevens ’s lands grootste EV-verkoper.
Science-fictionfilm
Tesla lanceerde ruim vijftien jaar geleden zijn eerste stekkerauto (de Roadster) en domineerde lang de Amerikaanse markt voor EV’s. Begin dit jaar dook het marktaandeel van het bedrijf voor het eerst onder de 50 procent, een teken dat de keuze aan andere merken steeds breder wordt. Die toenemende concurrentie is terug te zien op het evenement in San Diego, dat e-car-consultant EV Options deze septemberzaterdag met het lokale energiebedrijf SDGE organiseert. Er kunnen ook e-modellen van Ford, Kia, Volkswagen, Chevy, Polestar en Cadillac worden uitgeprobeerd.
In deze sterk Democratisch stemmende stad staat echter veruit de langste wachtrij voor de twee Tesla Cybertrucks. „Mensen willen weten waar de hype over gaat. En ze hebben er sterke meningen over, ook ertegen”, legt Allen Jimenez van EV Options uit, kort voordat we de parkeerplaats afzoeven voor een testritje. „Ik bedoel, kijk naar hoe deze wagen eruitziet. Het lijkt wel een rekwisiet voor een science-fictionfilm.”
Jimenez spreekt genoeg testrijders die over Musk beginnen. „Deze wagen is net zo groot als zijn ego. En ja, sommigen mensen geven hoog van hem op en anderen juist niet. Ik ben daar zelf neutraal over. Hij doet goede dingen met [zijn ruimtevaartbedrijf] SpaceX, maar op andere vlakken is hij een idioot. Ik ben niet enthousiast over hem, maar houd van de speeltjes die hij maakt.”
Van Elon genieten of hem negeren
Voor verstokte Tesla-fans van het eerste uur, die hun wagen kochten toen Musk nog niet zo politiek uitgesproken was, is zijn radicalisering soms wel lastig, zegt Bob Unger. Hij leidt de officiële Tesla-rijdersclub van San Diego en ziet dat veel leden vergroeid zijn geraakt met het merk en nooit meer anders willen, zegt hij tijdens een barbecue van een autodealer in San Diego, waar clubleden krasjes op hun velgen kunnen laten overspuiten bij een broodje hamburger. „Dus of we negeren Elon of we genieten van Elon.”
Musk negeren is alleen niet altijd makkelijk – zo veel nieuwskoppen genereert hij met zijn verschillende bedrijven en bemoeienis met de wereldpolitiek. Deze week reikte hij een prijs uit aan de rechtse Italiaanse premier Giorgia Meloni en ontmoette hij de anarcho-kapitalistische president van Argentinië, Javier Milei. Het weekend daarvoor veroorzaakte hij nog een relletje door de Cybertruck uit te schakelen waar de Tsjetsjeense leider en Poetin-vazal Ramzan Kadyrov in rondrijdt.
Sinds zijn overname van het voormalige Twitter, dat hij omdoopte tot X, haalt Musk in de VS zelf de media met tweets. Alleen al deze septembermaand veroorzaakte hij ophef door zich na de tweede verijdelde moordaanslag op Trump hardop af te vragen „waarom nooit iemand Biden/Harris probeert te doden?”; pompte ook hij Trumps leugen rond dat Haïtiaanse immigranten in Ohio huisdieren zouden opeten; en bood hij aan het zelfverklaarde ‘kinderloze kattenvrouwtje’ Taylor Swift te bezwangeren nadat de popdiva haar steun voor Harris had uitgesproken.
Oprichter van de Tesla-rijdersclub Dave Guggenheim is ook afgekomen op de barbecue en is evenmin enthousiast over Musks omarming van het trumpisme. Zijn vrouw vraagt hem zelfs „om haar dood te schieten” als Trump in november herkozen wordt. Guggenheim noemt het „onfortuinlijk” dat Musk zich zo uitlaat. „Het is jammer, want in het begin was hij niet zo. Maar hij lijkt over het randje te zijn gevallen.”
Toch hebben Guggenheim en Unger besloten hun auto en zijn maker los van elkaar te zien. Unger: „Dat heb je ook met filmsterren of sporters. Iemand kan een geweldige quarterback of topscoorder zijn, maar ook zijn vrouw in elkaar slaan. Kijk je dan nooit meer een wedstrijd van hem?” Guggenheim: „Je koopt geen Elon Musk, je koopt een Tesla.”
Kogelwerend
Op het testrit-evenement zijn er genoeg bezoekers die nog geen Tesla rijden en Musks uitlatingen geen obstakel vinden er ooit een aan te schaffen. Zo zegt Brea Hollis, die met haar tienjarige zoon een ritje heeft gemaakt, dat ze „uiteindelijk toch voor de auto gaat die het best past bij wat mijn gezin nodig heeft. Ik maak me niet zo druk om alle dingen die hij zegt en krijg dat ook niet echt mee.”
Ze zou Musks politieke standpunten hoogstens meewegen „als ik echt geen keuze weet te maken” tussen Tesla of een ander merk. „Dan zou ik daar misschien alsnog induiken.” Anderzijds: haar zoon vond het wel cool dat de Cybertruck desgevraagd kogelwerend geleverd kan worden. ,,Al heb ik geen idee waar een doorsnee persoon dát nu voor nodig heeft.”
John staat met een groen honkbalpetje (opdruk: ‘Make Earth Great Again’) van de onafhankelijke kandidaat en complotdenker Robert F. Kennedy in de rij voor de Cybertruck. De IT-specialist is een groot fan van Musk. „Hij is een pleitbezorger van absolute vrijheid van meningsuiting, net als ik”, legt hij uit.
Over Trump is hij minder enthousiast. Maar dat de ex-president de techmiljardair een adviesrol heeft aangeboden in een eventuele tweede regering en dat Musk heeft toegezegd die graag en onbezoldigd in te nemen, maakt hem heel enthousiast. „Ik zie Trump daardoor als het kleinere kwaad.”
Rod Gullo bemant een standje van een lokale vereniging van EV-rijders en vertelt dat hij één vriend heeft die zijn Tesla verkocht vanwege Musks uitlatingen. „Ik had zoiets van: wat hebben die nu te maken met welke auto jij rijdt? Maar hij zei: ik wil die auto niet meer promoten, want dan promoot ik ook hem.”
Gullo positioneert zichzelf politiek als ‘onafhankelijk’. „Ik haat dit verkiezingsjaar, want ik vind beide kandidaten niks.” Hij ziet ook dat sommige mensen „hier heel gepolariseerd in staan. Maar ik ga geen auto verkopen of kopen vanwege wat een bestuursvoorzitter doet of niet doet. Maakt mij dat uit.”
Hij rijdt sinds 2015 een elektrische Kia, waarvan hij de aanschafprijs dankzij de lagere energie- en onderhoudskosten inmiddels ruim terugverdiend heeft. Dat is voor hem ook dé reden om elektrisch te rijden. „Dat ik minder uitstoot is mooi meegenomen, maar voor mij draait het vooral om de kosten.”
Actieradiusangst
De polarisatie tussen enerzijds Republikeinen, die hechten aan de verbrandingsmotor, en anderzijds Democraten die de stekkerauto al omarmen, kon oorspronkelijk nog verklaard worden uit zogeheten ‘range anxiety’. Die angst om met een lege batterij te komen zitten, is groter op het uitgestrekte platteland, waar verhoudingsgewijs meer conservatieve kiezers zitten, dan in de stad, waar meer Democraten wonen die meestal kortere afstanden afleggen.
Maar met elk nieuw model krijgen accu’s meer opslagcapaciteit. En mede dankzij subsidies van de zittende Democratische regering-Biden zijn er zeker voor de Tesla ook in de meest afgelegen staten veel snellaadpunten bijgekomen. Hierdoor is actieradius-angst als splijtende politieke factor steeds minder relevant, zegt Bob Unger van de Tesla-rijdersclub. „Die wordt eigenlijk alleen nog bepaald door je blaas en maag, zeg ik wel. Je auto kan zo ver gaan als die twee het volhouden. Want terwijl je stopt en daar voor zorgt, is je wagen alweer bijna opgeladen.”