Opinie | Houd kinderen tot de middelbare school weg bij smartphones

Er gaat sinds een paar dagen een idioot lang maar waanzinnig goed artikel rond met de titel End the Phone-Based Childhood Now. Nu kan ik hier de meest opzienbarende feiten herproduceren maar ik wed dat jij al lang weet dat smartphones, tablets en sociale media los van elkaar toxisch, maar in combinatie verwoestend zijn voor kinderen en jongeren. Nu komt Jonathan Haidt, de sociaal psycholoog die het stuk voor The Atlantic schreef, met een aantal heldere maatregelen om nieuwe generaties te beschermen: smartphonevrije scholen (zijn we aan begonnen!), een minimumleeftijd van zestien jaar voor sociale media, en: helemaal géén smartphones voordat kinderen naar de middelbare school gaan.

Onderhandeling tussen ouder en kroost

De eerste en tweede maatregelen zijn een kwestie van regulering die er mogelijk (en hopelijk) vanzelf komen. Maar het derde punt, dat is iets wat de overheid niet gaat regelen. Dit blijft dus een onderhandeling tussen de ouder en het (toekomstige) kroost. En het slechte nieuws is: punt drie is vermoedelijk wel de zogenoemde gamechanger. Want het gros van de uren die jongeren per dag op smartphones en sociale media doorbrengen, vindt buiten schooltijd plaats. Als ouder, tante, docent, oppas of voogd zul je dus aan de bak moeten. Zij moeten grenzen stellen, en misschien nog wel moeilijker: het goede voorbeeld geven.

Sociale processen vinden ook zonder telefoon gewoon doorgang

Wie weleens een smartphone van een kind probeert af te pakken voelt het zweet al uitbreken. Je wil jongeren niets misgunnen, en wanneer ze zo heftig verbonden zijn met die wereld die zich in dat apparaat afspeelt, voelt afpakken een beetje als mishandeling. Ook wil je al helemaal niet dat jouw kind of nichtje buitengesloten raakt. Zoveel sociale processen vinden tegenwoordig op die telefoons plaats en op jonge leeftijd is deel zijn van de groep fundamenteel voor de ontwikkeling. Dus, hoe kan je grenzen stellen zonder je hierbij een slechte ouder te voelen?

Gen Z-bubbel

Wellicht helpt het om te beseffen dat sociale processen ook zonder telefoons gewoon doorgang vinden. Wie dertig jaar geleden op een schoolplein rondliep hoorde alle kinderen eensgezind over The Mask van Jim Carrey praten. Terwijl er waarschijnlijk maar een handvol was die deze film echt had gezien. Vandaag hoor je zelfs kleuters die nog nooit een telefoon in hun hand hebben gehad Europapa zingen. Mensen delen nu eenmaal informatie, en apparaten zijn daarin wel degelijk handig maar echt niet noodzakelijk. Natuurlijk zal een kind soms even niet helemaal in the loop zijn, maar daarmee omgaan hoort ook bij het leven. Het zijn bovendien de levensechte interacties, zo geeft Haidt in zijn artikel aan, en de ongemakkelijke en soms zelfs gevaarlijke situaties, waar kinderen van leren hoe ze risico’s kunnen nemen in het leven. Een vaardigheid die veel Gen Z’ers in hun digitale bubbels niet opdoen.

Grenzen stellen aan telefoon- en socialgebruik zal onvermijdelijk gaan over het op gezette tijden wegbergen of afpakken van apparaten, maar als ouder zou je hierbij eerder het gevoel moeten hebben dat je iets geeft (echte, vrije tijd) in plaats van dat je iets ontzegt (eindeloze afleiding). Toch zal paal en perk stellen pas echt gemakkelijker gaan als we zelf ook gedrag laten zien waar kinderen en jongeren zich aan kunnen spiegelen. Het goede voorbeeld geven dus. De ongemakkelijke vraag die inmiddels al in je opgekomen zal zijn: ‘Kan ik dit wel?’ Je hoeft geen drie uur per dag op de kanalen te zitten om je dit serieus af te vragen.


Lees ook
Kinderen over hun telefoon: ‘Je kan er niet mee stoppen, het is gewoon een levensding’

Imran Daoudi (11)

Wat gezond en bewust gedrag is zal per persoon verschillen, maar ik durf de stelling aan dat de meeste Nederlanders niet tevreden zijn met hun smartphone- en socialemediagebruik.

Dit patroon doorbreken begint bij het probleem erkennen, en vervolgens bij (tijdelijk) afstand creëren tussen het object van jouw verslaving en jezelf. Daarna kan je regels en routines bedenken die helpen op een bewuste manier met deze apparaten om te gaan. Een beetje zoals je dat je kleinkind of leerling ook probeert aan te leren dus. Het vraagstuk hoe we de volgende generatie gezond kunnen laten opgroeien in een wereld van digitale verleidingen brengt jong en oud zo misschien wel veel dichter bij elkaar dan gedacht.