Opinie | Historicus Bossenbroek wil helemáál geen debat over het koloniaal verleden

De Nederlandse democratie wordt bedreigd door doorgeschoten opvattingen van historici die zich blindstaren op de ellende in de geschiedenis, met name door kolonialisme en slavernij. Dat is althans de mening van de historicus Martin Bossenbroek in twee interviews in NRC (12/10) en Trouw (12/10) naar aanleiding van de publicatie van zijn pamflet Kolonialisme! De vloek van de geschiedenis.

Zijn grote zorg is dat autocratische regimes zoals in Rusland en China dit zullen gebruiken om hun eigen verwerpelijke gedrag mee goed te praten en dat het in Nederland de opvattingen van Wilders c.s. in de kaart zal spelen. Hij begrijpt dan ook niets van oud-premier Rutte die na de excuses over het slavernijverleden geen punt, maar een komma zette. Bossenbroek wil juist wel een punt. Geen gepolariseerd debat, geen in zijn ogen „automatische koppeling” van het verleden met het heden, maar een keuze voor, wat hij met Natascha van Weezel noemt „het radicale midden”.

Drogredenen

Voor hem betekent dat: „voorlopig” niet meer over het koloniale en slavernijverleden debatteren, want dat brengt de democratie in gevaar. Als je iets aan de slavernij wilt doen, zegt hij, dan moet je hedendaagse slavernij bestrijden. Zo moet ook racisme worden bestreden, daar heb je, volgens hem, de geschiedenis niet voor nodig.

Hedendaagse verschijnselen hebben altijd een verleden

Je moet het verleden zo goed mogelijk in kaart brengen en onderkennen, maar daarna moet je eroverheen stappen. Mijn eerste reactie was: zou hij dat ook tegen vrouwen zeggen die al heel lang voor hun emancipatie strijden? En dat werd niet minder toen het bekende rijtje drogredenen ten tonele kwam: kolonialisme en dwang zijn van alle tijden; mijnwerkers en bewoners van Drentse plaggenhutten zijn ook in traumatische omstandigheden opgegroeid; Nederland was niet de enige kolonisator en het kolonialisme heeft ook goede dingen gebracht. Er zijn, kortom, zovéél mensen met een intergenerationeel trauma.

Maar de hedendaagse nazaat van de Drentse plaggenhutbewoner wordt niet op diens herkomst of uiterlijk geprofileerd en buitengesloten. En als een stout kind zegt: ‘Ja, maar ze deden het allemaal!’ dan vind je dat als ouder geen argument.

Net zo min is een psychiater serieus te nemen die het verhaal van de patiënt in beeld denkt te hebben en dan besluit met: ‘Dit was het, kom er maar overheen’. Ziektes kunnen niet worden bestreden zonder te bestuderen hoe ze zijn ontstaan. En het is de wereld op z’n kop als degene die ter discussie staat wegens grensoverschrijdend gedrag zou bepalen: ‘Zo nu hebben jullie genoeg over mij gezeurd, over tot de orde van de dag’.


Lees ook

Het wordt tijd om een punt te zetten achter de discussie over het slavernijverleden, vindt historicus Martin Bossenbroek

Het wordt tijd om een punt te zetten achter de discussie over het slavernijverleden, vindt historicus Martin Bossenbroek

Maar dat is wel wat de Leidse hoogleraar suggereert. Bovendien moet zijn geloof in de democratie niet erg groot zijn, als hij die alleen maar kan beschermen door het debat stil te leggen. Ik vermoed daarom dat Wilders en Bosma dolgelukkig zijn met Bossenbroek en diens ‘radicale midden’.

Opmerkelijk genoeg eindigt de bezorgde historicus met de hoop uit te spreken dat er op een andere manier naar het verleden zal worden gekeken; dat er diverse verhalen zullen worden verteld, want dat niemand het alleenrecht heeft op het verleden. Gelukkig.

Niets is bedreigender en ondemocratischer dan zwijgen

Alleen begrijpt Bossenbroek niet dat dat precies is waaraan nu wordt gewerkt. Heel erg lang was er maar één dominant verhaal: ‘waarin een klein landje groot kan zijn’. Dat verhaal is vanaf de jaren 1970 langzaamaan onder vuur komen te liggen als eenzijdig en onderdrukkend. Zo kwam er arbeidersgeschiedenis bij, vrouwengeschiedenis, mondelinge geschiedenis, wereldgeschiedenis, postkoloniale geschiedenis, queergeschiedenis. Juist nu is er een veelheid aan verhalen aan het ontstaan. Juist nu begint de geschiedenis een beetje inclusiever te worden in plaats van buitensluitend. Alleen wordt er niet vrijwillig plaats gemaakt. Dat blijkt als er wordt opgeroepen „voorlopig” liever te zwijgen, of het verleden niet aan het heden te koppelen.

Afrekenen

Juist het omgekeerde moet gebeuren. De relatie tussen het heden en het verleden moet nog veel intensiever bestudeerd worden. Hedendaagse verschijnselen hebben altijd een verleden. Hoe komt het bijvoorbeeld dat Surinaamse en Caribische Nederlanders ver onder het gemiddelde verdienen, ver boven het gemiddelde werkloos zijn zelfs bij hoogconjunctuur, ondergewaardeerd worden bij schoolkeuzes, of het hoogst scoren bij discriminatie op huidskleur. Hoe kan het dat het toeslagendrama het meest mensen van kleur heeft getroffen? Hoe kan het dat laagopgeleide verdachten met een migratieachtergrond drie keer vaker tot een celstraf worden veroordeeld dan anderen? Al die feiten zijn niet in een soort vacuüm ontstaan, maar hebben te maken met de historische ontwikkeling van dit land.

Dat moet dus goed worden onderzocht en daar moeten luidop conclusies over worden getrokken. Niets is bedreigender en ondemocratischer dan zwijgen. Het is juist de taak van de wetenschapper kritisch de mond te openen, te nuanceren, open te staan voor verandering, te kijken en te luisteren. Terug naar het verleden kunnen we niet. Dat is wat Wilders, Trump of Orbán niet begrijpen. Afrekenen met het verleden kan evenmin. Maar het verleden in het heden proberen te begrijpen en daarvoor verantwoordelijkheid te nemen, lijkt me een must voor iedereen die in een rechtvaardige samenleving gelooft.