Hoewel Rusland in februari 2022 Oekraïne met een relatief bescheiden troepenmacht binnenviel, vatte alras de mening post dat dit het begin was van een imperialistische oorlog. Poetin zou erop uit zijn om het Russische wereldrijk te herstellen, en de onderwerping van Oekraïne was nog maar het begin.
Deze interpretatie van de Russische oorlogsdoelen werd zo dominant, dat het één van de voornaamste argumenten werd voor steeds verdergaande steun aan Oekraïne. En nu voor een grootscheepse Europese herbewapening, want al vóór 2030 zijn wij zelf aan de beurt, klinkt het alom.
Maar is dat echt zo? Kloppen onze aannames over de Russische oorlogsdoelen, of is de ‘imperialistische-oorlog-interpretatie’ een frame dat ons het zicht ontneemt op de werkelijke drijfveren van Poetin en Rusland in deze oorlog? Zolang de strijd in volle gang was, deed het er minder toe, want ook als dit geen imperialistische oorlog was, dan leverde dat nog geen tegenargumenten op voor het bieden van verdere steun aan Oekraïne.
Nu de oorlog echter in een andere fase is gekomen en er onderhandeld wordt, ligt dit anders. We kunnen het ons nu niet langer veroorloven om te leunen op een weliswaar wervend, maar misschien te makkelijk ‘frame’. Als we met de verkeerde aannames onderhandelen, dan zijn we niet in staat de waarde van de verschillende ‘bargaining-chips’ in het proces goed in te schatten en riskeren we ons knollen voor citroenen te laten verkopen. Poetin is er een meester in om dingen als concessie te presenteren die voor hem van ondergeschikt belang zijn, en zo in de wacht te slepen waar het hem wel om gaat.
Invloedssfeer, geen grondgebied
Wat kunnen we met zekerheid zeggen over de Russische oorlogsdoelen, als we alle rabiate oorlogspropaganda over denazificatie en dergelijke even terzijde schuiven? Terug naar februari 2022. De beperkte troepenmacht, de parade-uniformen die de Russische tankbemanningen bij zich hadden, de snelle stoot richting de hoofdstad Kyiv: alles wijst erop dat dit een operatie was die vooral tot doel had Oekraïne terug in de Russische invloedssfeer te brengen door een Moskougezinde regering te installeren. Zoals Rusland eerder met niet-militaire middelen had geprobeerd en daar bijna in slaagde, tot de Russisch-gezinde Janoekovytsj in 2014 door de Maidan-revolutie verjaagd werd.
Klassiek ‘achtertuin-imperialisme’ dus, en daarmee hebben we dan ook meteen Ruslands belangrijkste oorlogsdoel te pakken: een Oekraïne dat binnen de Russische invloedssfeer valt. En dus buiten de NAVO, en mogelijk ook buiten de EU, al zal Poetin er zeker niet te beroerd voor zijn om Europa op de één of andere manier op te laten draaien voor de kosten van de wederopbouw van Oekraïne.
Daarom moeten we ons niet vastbijten in het ‘imperialistische-oorlog’-frame. Veel belangrijker dan verovering en territoriale expansie is voor Poetin de mogelijkheid om de politiek, samenleving en economie in Oekraïne naar zijn hand te zetten. Eén van de speerpunten bij onderhandelingen zou daarom moeten zijn om de politieke onafhankelijkheid van Oekraïne op geen enkele manier te laten compromitteren door constructies die Rusland aanknopingspunten bieden om met niet-militaire middelen alsnog te bereiken waar het met militaire middelen gefaald heeft.
Wat volgt hieruit voor de Europese herbewapening? Als Rusland niet op de imperialistische toer is, slaan we dan niet enigszins door? Ja en nee. Net als de Spaanse premier Sánchez onlangs deed, kun je er oprecht aan twijfelen of Rusland wel de intenties en de militaire capaciteiten heeft om „de Pyreneeën over te steken”. Maar stoken in Oekraïne en de Baltische staten, economische destabilisering en ook ondermijning van onze democratie zijn, aantoonbaar, wel een reële Russische dreiging, en ééntje die al gaande is.
Civiele weerbaarheid
Wapensystemen, troepen en slagkracht zijn belangrijk en roekeloos lang verwaarloosd. Maar laten we vooral ook investeren in civiele capaciteiten die de politieke, maatschappelijke en economische weerbaarheid tegen buitenlandse inmenging kunnen vergroten. In Europa én in Oekraïne. Want een vrij en democratisch Oekraïne is het beste bruggenhoofd tegen Poetins Rusland dat er is.
Wat kunnen we doen op dit vlak? Vanzelfsprekend natuurlijk Europese waarnemers met een duidelijk en stevig mandaat bij mogelijke verkiezingen in Oekraïne. Maar daarnaast vooral ook dat waar Europa bij uitstek goed in is, dat in zekere zin het fundament is waarop Europa is gebaseerd: horizontale transnationale samenwerking in plaats van top-down-diplomatie. De afgelopen drie jaar zijn er vanuit burgers, overheden en samenlevingen talloze horizontale dwarsverbanden tussen Oekraïne en Europa gelegd. Denk alleen al aan de meer dan zes miljoen Oekraïense vluchtelingen die in Europa zijn opgevangen, vaak ook rechtstreeks door Europese burgers.
Die horizontale dwarsverbanden vormen het menselijk en sociale kapitaal van waaruit we kunnen werken aan een blijvende wederzijdse betrokkenheid tussen Europa en Oekraïne. Een betrokkenheid waarbij het mes aan twee kanten snijdt. Oekraïne beschikt over ervaringskennis op het gebied van Russische desinformatie, manipulatie en inmenging die ook van onschatbare waarde kan blijken voor het verdedigen van onze struikelende democratieën. Europa beschikt over de middelen en het organisatorisch vermogen om grootscheepse maatschappelijke sturing in internationaal verband duurzaam uit te bouwen.
Laten we het een ‘civiele herbewapening’ noemen en laten we er over nadenken wat we op dat vlak kunnen doen. Burgerscholing in democratische vaardigheden en het omgaan met (des)informatie, een maatschappelijke dienstplicht wellicht? Niet zo concreet als bommen en granaten natuurlijk, maar uiteindelijk een minstens zo noodzakelijke investering in onze veiligheid en toekomst.
Lees ook
Europese ministers broeden op nieuw defensieplan: een Europese wapenkoopclub
