Bij het bliksembezoek dat premier Rutte aan Israël en Palestina bracht, ontmoette hij ook de familie van de kersverse Israëlische Nederlander Ofir Engel. Deze 18-jarige jongeman werd op 7 oktober als gijzelaar meegenomen naar Gaza, en sindsdien is zijn lot onzeker. Te hopen is dat het goed met hem afloopt. Intussen is het raadselachtig hoe hij dit Nederlanderschap heeft verkregen. Met enig voorbehoud – de media zijn nogal onduidelijk en soms tegenstrijdig, ook over de familieverhoudingen – is de situatie als volgt.
Ofirs ouders zijn geen Nederlanders. Zijn grootouders waarschijnlijk ook niet. Zijn overgrootmoeder kwam uit Assen, en was dus hoogstwaarschijnlijk Nederlandse, maar zij gaf de Nederlandse nationaliteit in die tijd nog niet aan haar kinderen door. Zij trouwde met iemand uit Palestina, die na 1948 de Israëlische nationaliteit verwierf. Zij volgde waarschijnlijk de nationaliteit van haar man, en verloor daardoor haar Nederlandse nationaliteit. De man gaf zijn Israëlische nationaliteit door aan zijn kinderen en (achter-)kleinkinderen. Ofir kreeg dus zeker niet de Nederlandse nationaliteit door geboorte.
Lees ook
Na de ontvoering door Hamas volgde een naturalisatieprocedure in sneltreinvaart
zogenoemde optieprocedure. Hij heeft in Nederland enkel heel verre familie.
Staatsbelang
Dus blijft over de verlening van het Nederlanderschap ‘in bijzondere gevallen’ (artikel 10 van de Rijkswet op het Nederlanderschap). Daarbij hoeven aanvragers niet te voldoen aan de bovengenoemde eisen, die gelden voor de ‘gewone’ naturalisatie. Dit wetsartikel wordt ingezet als het staatsbelang in het geding is, bijvoorbeeld voor het binnenhalen van topsporters, maar ook om humanitaire redenen.
Dat laatste zal hier de doorslag gegeven hebben. Dan moet er wel sprake zijn van een relatie met Nederland, wil Nederland zich Ofirs lot aantrekken. Die aanknoping met Nederland zit hem dan in het bestaan van verre Nederlandse familieleden, zoals demissionair minister van Justitie Yesilgöz verklaarde. Die procedure moet dan wel in een vloek en een zucht zijn beslag gekregen hebben, en het is nog maar de vraag of de Raad van State daarbij nog gehoord is, zoals de wet verlangt. Nood breekt wetten.
Wat betekent de toekenning van de Nederlandse nationaliteit aan Ofir Engel? In de eerste plaats dat het internationale recht Nederland nu toestaat om voor hem op te komen tegenover het buitenland. De diplomatieke en consulaire bescherming die Nederland mag bieden, kan de vorm aannemen van druk op en onderhandeling met de Palestijnse autoriteiten, maar ook die van contact en bijstand met de gijzelaar. Kleine moeilijkheid is dat Nederland Palestina nooit als staat heeft erkend. Dat heeft Rutte trouwens niet belemmerd bij zijn bezoek aan de autoriteiten op de Westelijke Jordaanoever.
Ten tweede heeft Ofir recht op de uitreiking van een Nederlands paspoort door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Omdat zijn kansen op vrijlating vanwege zijn Nederlanderschap naar verhoopt vergroot zijn ten opzichte van gijzelaars met enkel de Israëlische nationaliteit, komt een paspoort goed van pas bij uitreis uit Gaza naar andere landen. Het zal alleen nog niet eenvoudig zijn Ofirs paspoortaanvraag in ontvangst te nemen en hem het document uit te reiken.
Groot verschil
Twee dingen vallen hierbij op. In de eerste plaats is het frappant hoe snel de IND kan werken als het erom spant. Gewone naturalisatieprocedures nemen doorgaans jaren in beslag. Dat is mooi voor Ofir, en nu maar hopen dat het helpt.
In de tweede plaats: dat het lijntje met Nederland maar heel dun hoeft te zijn om het Nederlanderschap te verwerven. Als men ziet dat iemand staatsburger kan worden enkel omdat verre verwanten van diegene in Nederland wonen, en zich vervolgens bedenkt dat Nederlanders met dubbele nationaliteit hun staatsburgerschap verliezen zodra ze dertien jaar buiten de EU wonen zonder een nieuw paspoort aan te vragen, dan is dat verschil toch wel heel groot. Die laatste groep wordt geacht geen banden meer met Nederland te bezitten, terwijl de Ofirs een lifeline hebben wegens verre verwantschap. Ik ben voor het uitgooien van reddingsboeien, maar dan ook tégen het volautomatisch uitwerpen van Nederlanders na dertien jaar.