Opinie | Het gat in de democratie dat deze week wéér niet is gerepareerd

Amerikaanse en Nederlandse politiek hebben weinig met elkaar gemeen. Toch staan beide democratieën voor een vergelijkbaar dilemma. Het is de keuze tussen heerschappij of gezag, tussen harde of zachte macht, tussen autoritair of democratisch leiderschap.

Peilingen in bepalende staten suggereren dat Donald Trump en Kamala Harris ongeveer evenveel kans hebben. Tegelijk lijkt de dynamiek van de campagne voordelig voor Trump: hij loopt in op haar.

En dichterbij, in Den Haag, pakken kleine beslissingen (met grote gevolgen) stilletjes in het voordeel van Geert Wilders uit. Niet in het voordeel van de democratie.

Illustratief was een stemming, dinsdag, over een voorstel van D66-Kamerlid Joost Sneller. Hij wil de Wet politieke partijen zo aanpassen dat partijen als de PVV (waarvan Wilders het enige lid is) worden gedwongen een ledendemocratie te vormen. Geen vreemde gedachte: Duitsland heeft het als vereiste in de Grondwet staan.

Ook NSC-leider Pieter Omtzigt zei in het debat over de regeringsverklaring, in juli, dat partijen “intern democratisch” horen te zijn. Wilders reageerde als een tiener op het schoolplein: “Waar bemoei jij je mee?”

Zonder Omtzigt (afwezig) stemde de NSC-fractie deze week tegen de motie-Sneller. NSC is er inhoudelijk voor, zei Kamerlid Sandra Palmen, maar ze had procedurele bezwaren. (Wie zijn politieke principes niet kan waarmaken heeft altijd een uitweg: procedurele bezwaren.) 

Helpers

Zo gaat dat met coalitiepartijen die diep wegzakken in peilingen: zij moeten hun coalitieconflicten doseren. Het is de prijs die NSC betaalt voor de chaos die ze creëerde in de formatie en de eerste maanden van het kabinet. Maar de ironie is dat NSC daardoor dinsdag niet kon instemmen met de oplossing voor een andere voorname oorzaak van die chaos: de ondemocratische structuur van de PVV. Daardoor heeft Wilders nooit politiek talent opgeleid, en óók het gebrek aan kwalitatief acceptabele PVV’ers – het krijgt wonderlijk weinig aandacht – droeg belangrijk bij aan de chaos in de formatie en de eerste kabinetsmaanden. 

Ga maar na. Uiteindelijk mocht Wilders namens de grootste partij twee verkenners, drie informateurs en één formateur voordragen. Eén daarvan kwam uit PVV-kring, senator Gom van Strien: de man bleek niet bestand tegen vier dagen NRC-onderzoek. Toen al (!) was hij door zijn mensen heen. De volgende verkenner kwam uit de PvdA. Informateurs vond hij in de PvdA (twee), het CDA en de SGP. De formateur in het CDA. Helpers uit partijen die hij veelal verkettert.

Daarna volgde een confrontatie met de AIVD: zijn eerste kandidaat voor het vicepremierschap, Gidi Markuszower, kwam niet door de screening. De zoektocht naar een premier, nadat Wilders zichzelf bij gebrek aan steun terugtrok, liep uit op een vernederende rondgang in PvdA, CDA, VVD alsmede onder oud-LPF-bewindslieden, topambtenaren, adviesorganen en in de staande magistratuur: de functie met het hoogste politieke aanzien was vacant, de grootste partij had het recht van voordracht, en kon niet tot een aanvaardbare kandidaat komen.

En nadat met topambtenaar Dick Schoof (ex-PvdA) eindelijk een premier was gevonden, ging de ellende gewoon door. De politiek adviseur van minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber, onthuldeDe Telegraaf vorige week, blijkt óók al niet door de AIVD-screening te zijn gekomen. Haar woordvoerder stapte recentelijk op. Ook de politiek adviseur van vicepremier Fleur Agema (VWS) is alweer vertrokken en vervangen. Beginnersbestuur.

Freakshow

En het geknoei gaat door. Faber zaaide deze week alwéér verwarring. Agema werd vorige week voor de tweede keer in vier maanden tot de orde geroepen door de premier omdat ze zich uitte op een wijze die een vicepremier onwaardig is. Minister Reinette Klaver (Handel en soms Hulp, PVV) plugde bij de NOS een asielplan voor opvang in Oeganda dat bij nader inzien hooguit een ideetje is.

Al maanden presenteert het bestuur zich als freakshow, waarvan alleen politici met autoritaire ambities profiteren. Kortom: een verplichting aan politieke partijen om interne democratie te organiseren, is niet zozeer PVV’tje pesten maar bescherming van de democratie.

En de PVV gebruikt dit gat nu al bijna twee decennia – de partij kwam in 2006 in de Kamer – dus doen alsof de oplossing nog zorgvuldig bestudeerd moet worden is op zijn best een smoes en vermoedelijk gewoon laf. 

Gitzwart

De Amerikaanse democratie is allang een freakshow. TV-persoonlijkheid Trump maakte bij zijn politieke debuut in 2016 de claim dat hij een muur aan de grens met Mexico ging bouwen die Mexico zou betalen. Er kwam weinig van terecht. Zijn regering was een circus. Toen het echt op regeren aankwam, tijdens corona, wist de president zich geen raad.

En wat dit jaar begon met de belofte van „massadeportaties” van illegalen, eindigt de laatste campagneweken in de verspreiding van een gitzwart wereldbeeld vol duistere, racistische elementen, constateertPolitico. Hij noemt migranten routinematig „dieren”, „ijskoude moordenaars”, „de allerslechtste mensen”: the enemy within, de vijand van binnenuit, binnengebracht door Kamala Harris zelf, terwijl hij „de goede genen” van zijn overwegend witte toehoorders prijst. 

En deze week signaleerdeThe New York Times (alleen voor abonnees) dat Trump nu de Democraten als geheel the enemy within noemt, „waartegen mogelijk militairen moeten worden ingezet”. Het versterkt de vrees dat Trump een mogelijke zege zou aanwenden voor wraak op politieke tegenstanders. De krant sprak mensen die eerder voor hem werkten en hem later aanvielen die dit zeer serieus nemen. Verkiezingen als grondslag voor een afrekening met mensen met het verkeerde standpunt: het is campagnetaal uit een bananenrepubliek – het einde van de democratie. 

Dus geen illusies: wint Trump, dan wordt zijn gitzwarte mensbeeld vanzelf deel van het nationale discours

En je hoort er nog weinig over, maar een zege van Trump zou ook Europa voor grote vragen plaatsen. Hoe gaat de EU om met een president die meer ontzag heeft voor Vladimir Poetin en Viktor Orbán dan voor de Europese Raad? Business as usual?

In Nederland zou het vrijwel zeker betekenen dat Trumps duistere retoriek ook hier zijn intrede doet. Want we weten hoe dit gaat: Amerikaanse campagnesuccessen worden hier altijd gekopieerd; dat deden de VVD en Hans Wiegel al in de jaren zeventig met Nixons zwijgende meerderheid.

Dus geen illusies: wint Trump, dan wordt zijn gitzwarte mensbeeld vanzelf deel van het nationale discours. 

Ik tegen de anderen

Enkele lijnen komen dan samen. Nu nog zit Wilders vast in een bijna onmogelijke coalitie. De culturele kloof tussen PVV en NSC is te groot. Blijvende samenwerking met de VVD strijdt met haar electorale eigenbelang: waarom meer VVD-zetels aan Wilders cadeau gedaan? Ook als er volgende week een asieldeal komt – een kabinetsval nu zou irrationeel zijn – blijft deze rechtse samenwerking wankel.

De vraag is alleen wanneer en met welk motief de breuk formeel wordt. Dan ook kan Wilders bepalen hoever hij in zijn taal en autoritaire keuzes in Trumps richting opschuift. En als het democratische gat dan nog niet gedicht zou zijn, ligt de autoritaire keuze, naar het voorbeeld van zijn vriend Orbán, voor de hand. Hij tegen de anderen.

Het is overbodig te zeggen dat dit ook een scherp alternatief van de oppositie vereist. Wat dit betreft zijn recente pleidooien tegen de fusie van PvdA en GroenLinks door PvdA-ouderen als Melkert (die Fortuyn in 2002 zo vaardig in de kaart speelde) en Oudkerk (die al over ‘kut-Marokkanen’ sprak toen de PVV nog niet bestond) weinig geloofwaardig: heren uit de tijd van de Winkler Prins die weten hoe het verder moet met Wikipedia.

Het punt met die fusie is: duurt te lang. Alleen al het vasthouden aan oude namen en oude symbolen illustreert dat de fusiepartij geen werkelijk beleidsalternatief voorhanden heeft. Dát zou het debat moeten zijn.

Wat dit betreft brengt het CDA met Henri Bontenbal, die het waagt eerdere klimaat- en landbouwkeuzes van zijn partij te bekritiseren, meer moderniteit en oprechtheid in dan Melkert en Oudkerk bij elkaar. 

WO III

De kalme Amerikaanse conservatief George F. Will schreef woensdag in de Washington Post (alleen voor abonnees) over aanwijzingen „dat de derde wereldoorlog al is begonnen”. Redenering: China, Rusland, Iran en Noord-Korea hebben een as tegen het Westen gevormd. Overal zien Europese diensten Russische sabotagepogingen. De Biden-Harris-regering zegt niets. Trump sprak „Poetins adjudant” Orbán onlangs tweemaal maar zwijgt ook. „Zo ziet roekeloze minachting in campagnetijd eruit”, aldus Will.

En ook in Nederland is het erg stil. Toch is het onder die omstandigheden misschien geen geweldig idee het gat in de nationale democratie nog even te laten voortbestaan en in de oppositie vooral over jezelf te debatteren, terwijl de knoeiers van het beginnersbestuur nog steeds aan de knoppen zitten.