De westerse wereld is gegijzeld door het aandeelhouderskapitalisme en lijdt nu aan het stockholmsyndroom – het verschijnsel dat iemand die is gegijzeld sympathie krijgt voor een gijzelnemer. Na een worsteling van eeuwen met deze veeleisende overvaller, zijn we te veel en steeds onvoorwaardelijker van hem gaan houden.
We kunnen ons ook moeilijk voorstellen dat veel van wat onze wereld én planeet nu extreem bedreigt juist dáárin haar oorsprong vindt. Echter, kapitaal is van middel doel geworden, van een collectief middel tot een individueel (aandeelhouders-)doel. En dat steeds meer in extremis.
Zo zette bestuursvoorzitter Hein Schumacher van Unilever onlangs flink wat ambities op het terrein van milieu, sociaal beleid en behoorlijk bestuur bij het grofvuil. Die leverden onvoldoende rendement en de beurskoers moet omhoog.
Er is, breder, sprake van verschijnselen als ‘graaiflatie’, ongebreidelde inkoop eigen aandelen en belastingontwijking. Het heeft er meer dan schijn van dat ‘geld’ en (misplaatste) ethiek nadrukkelijker samenvallen; de euro is ons moreel kompas geworden.
Louter koopwaar
Die trend is niet alleen onder ondernemers zichtbaar maar neemt ook toe in beleid over maatschappelijke vraagstukken.
De economie heeft veel wat van waarde is gereduceerd tot louter koopwaar. We weten inmiddels de prijs van alles en de waarde van niets. Tegelijkertijd is er veel wat van waarde is ontkénd in de huidige economie – natuur, milieu en welzijn komen er bekaaid van af.
Lees ook
Bedrijven moeten naar méér kijken dan enkel hun aandeelhouders
De échte prijs van veel goederen wordt niet in rekening gebracht bij de consument. Dat is des te vervelender omdat daardoor schade wordt toegebracht aan de samenleving in brede zin en dat treft met name toekomstige generaties.
Als we systemisch dieper graven dan zien we een veelheid aan oorzaken van de opeenstapeling aan crises – vooral terug te voeren op de drang naar financieel rendement: de klimaatverandering waar teveel van wordt weggekeken, migratiestromen die we negatief duiden in financieel beheersmatige zin terwijl we wegkijken van het menselijke leed. Verder doorslaande individualisering en als haar tegenhanger een groeiende bureaucratie die zich via een woud aan regelgeving vervreemdt van haar burgers omdat het de menselijke maat ontbeert.
Daar komt bij een falend leiderschap in zowel de publieke als private sfeer, globalisering waarin steeds minder mensen hun weg nog vinden met als antwoord een groeiend en beklemmend nationalisme, politieke polarisatie, oplopende internationale spanningen en zo is de lijst lang. We putten alles uit: de veerkracht van de aarde (grondstoffen, biodiversiteit, luchtkwaliteit, bodemgesteldheid, watervoorraden), de veerkracht van de democratie (populisme, oorlogen), en niet in de laatste plaats de veerkracht van onszelf (burn-outs, ziekteverzuim, ‘quiet quitting’). We zijn beland in een wedstrijd van nachtmerries.
Bloei geen groei
Er is behoefte aan een nieuwe ethische ambitie en bijbehorend narratief – bloei in plaats van groei, de menselijke maat in plaats van boekhouden, investeren in plaats van uitkeren, langetermijnwelzijn voor velen in plaats van kortetermijnwelvaart voor enkelen.
Wij moeten loskomen uit die gijzeling door geld – en als we dat niet zelf doen, dan doet de samenhang van crises dat wel. Dat lijkt ons figuurlijk én letterlijk een doodlopende weg.