Het is twee maanden geleden en mijn zoon loopt buiten op straat een broodje te eten. De zon schijnt en hij is in de Javastraat te Amsterdam-Oost, daar hebben ze de beste broodjes van de stad. Na een paar meter beginnen de woedende blikken hem op te vallen. Het duurt even tot hij beseft: o ja, het is ramadan, lunchtijd en zij denken dat ik…
Die avond vertelt hij het verhaal en ik vraag: „Wanneer zouden ze bozer kijken, als ze denken dat jij een moslim bent die niet meedoet aan het vasten of als ze wisten dat je Joods bent?” Hij heeft hetzelfde uiterlijk als ik op zijn leeftijd, ik ken de verwarring. Al mijn hele leven is het een bron van vermaak, Joden en moslims die uiterlijk op elkaar kunnen lijken. En vooral: hoe hysterisch mensen doen over de vermeende tegenstelling tussen deze groepen.
Alleen, sinds anderhalf jaar voelt het niet meer zo grappig. Alles wat te maken heeft met Joden: natuurlijk nam ik het serieus, ik ken de Nederlandse geschiedenis, maar ik kon er ook nog grappig over proberen te doen. Ik noemde 4 en 5 mei de jaarlijkse feestdagen. Als er een nieuwe wereldoorlog in de lucht hangt, zoals nu, vraag ik aan andere Joden: denk je dat onze familieleden in 1939 ook grappen tegen elkaar maakten over hoe wij in Europa sowieso veilig zijn als de hel losbreekt? In mijn leven bestond niet echt een concrete bedreiging. Jodenhaat was er wel, maar ook weer niet. Dat is veranderd.
Best vreemd
Het is 2011 en ik zit aan een talkshowtafel, de opnames gaan zo beginnen. De presentator heet Anil Ramdas en de andere gasten zijn actrice en presentatrice Inci Pamuk en schrijver Hans Sahar. Voordat de camera gaat draaien zegt Ramdas tegen mij: „Zo, daar zit je dan.”
Iedereen aan tafel begrijpt wat hij bedoelt. Zij zijn allemaal allochtonen, zoals dat toen werd genoemd, en ik ben de enige witte Nederlander. Zelf denk ik nog: best vreemd. Schrijver en journalist Anil Ramdas was een Hindoestaans-Surinaamse Nederlander, de wortels van Inci Pamuk liggen in Turkije en die van Hans Sahar in Marokko. Werden hun familieleden in Nederland vermoord vanwege hun afkomst, één generatie voordat zij werden geboren, zoals bij mij? Twee van de drie hebben dezelfde huidskleur als ik. Toch is voor ons allemaal duidelijk: zij zijn zwart en ik ben hier de buitenstaander.
De witte Hollander weet niet beter, maar daar verwacht ik weinig van, die heeft nooit reden gehad om zich hierin te verdiepen. Met het oog op hun eigen rol in de geschiedenis is het ook tactisch handiger om net te doen alsof Joden gewoon witte Nederlanders zijn. Alsof Joden in dit land nooit de ander zijn geweest. Vandaar de recente uitvinding van de fictieve term: ‘onze joods-christelijke traditie’. Een traditie die kennelijk al langer bestond, alleen werd er tussen 1940 en 1945 even een time-out gehouden.
Van collega-minderheden verwachtte ik wat meer. Zeker wanneer die, zoals Anil Ramdas of zijn hedendaagse navolgers, een bijzonder scherp oog hebben voor alle andere vormen van racisme. De moderne zelfbenoemde ‘antiracisten’ bedachten allerlei modewoordjes, zoals ‘intersectionele discriminatie’. Alleen wordt op al die intersecties één type racisme nooit herkend: Jodenhaat. Voor zowel witte als zwarte Nederlanders geldt: Joden niet echt erkennen als kwetsbare minderheid heeft een handige bijkomstigheid. Als je geen minderheid bent, kun je ook niet gediscrimineerd worden.
Verplichte Holocaust-les
De politici die sinds de verkiezingsoverwinning van de PVV ons land mogen besturen, zoals Caroline van der Plas of Mona Keijzer, komen geregeld op de televisie uitleggen wat er moet gebeuren. Zo ook na de rellen rond Ajax-Maccabi Tel Aviv, eind vorig jaar. Islamitische jongeren, of het nu gaat om recente immigranten uit moslimlanden of om jongens die hier al woonden en Nederlander zijn: zij moeten van zulke politici verplicht leren over de Holocaust en waar antisemitisme toe kan leiden.
Het zijn onnavolgbare redeneringen. Dus deze niet-Joodse witte Europeanen, onder wie de explosie van Jodenhaat op dit continent heeft kunnen gebeuren, gaan hun eigen Holocaust gebruiken als lesmateriaal voor moslims die moeten worden bijgebracht hoe slecht het is om Joden te haten?
In de dagen na Ajax-Maccabi wordt me duidelijk hoe alleen wij staan. In grote politieke lijnen: aan de linkerkant, bij de mensen die zogenaamd tegen racisme zijn, blijkt het toch erg ingewikkeld om te erkennen dat er racisme kan bestaan tegen Joden. Door de Nederlandse relschoppers zelf werd het letterlijk een ‘Jodenjacht’ genoemd, maar ook hier werden onnavolgbare redeneringen bedacht over hoe hun agressie werkelijk níéts te maken had met Jodenhaat.
Waar komt het automatische verband vandaan tussen Israël en Nederlandse Joden?
De zogenaamde bescherming voor Joden komt van de rechterkant. Van partijen zoals de PVV, de internationale bondgenoot van openlijk antisemitische partijen uit onder meer Midden- en Oost-Europa. Niet alleen is deze ‘bescherming’ door Nederlandse regeringspartners helemaal niet bedoeld vóór Joden, maar tégen moslims. Ook leidt het juist tot méér Jodenhaat onder groepen die denken: zie je wel, die rijke en machtige Joden krijgen bescherming vanuit de overheid en wij niet. In Nederland zijn Joden een summiere minderheid, onze functie is dat we vanaf links en rechts kunnen worden misbruikt om het eigen punt te maken, als een vuilnisbak waar iedereen ongevraagd zijn troep in mag gooien.
Het is 1980 en ik ben voor het eerst in Duitsland. Middenin een bos stopt mijn vader de auto en leegt daar zijn volle asbak, als een soort daad van protest. Ik krijg dezelfde boodschap mee als van familieleden uit de generatie boven mijn vader, die me vertelden hoe ze de oorlog hebben overleefd. Het is niet zo dat ik in Amsterdam uit woede Duitse voetbalsupporters te lijf ga. Maar toch, als ik ergens Duitsers zie of hoor, gaat een luikje open in mijn hoofd: hm, Duitsers. Tijdens mijn jeugd en ook daarna heb ik dingen over ze gehoord die, of ik dat wil of niet, bepalen hoe ik naar Duitsers kijk.
De oorlog tussen Israël en Hamas is verschrikkelijk, de hoeveelheid doden is hallucinant. Wat het zo cynisch maakt: Hamas is de oorlog begonnen omdat het wist dat Israël buitenproportioneel zou terugslaan en hoe de wereld daarover ging oordelen. Maar als het criterium is: onnodige doden en het Westen doet niets – in bijvoorbeeld Israëls buurland Syrië vielen in veertien jaar nog veel meer onschuldige slachtoffers. Ook in Soedan schijnt er een oorlog te zijn. In Gaza zijn het Joden die doden, in plaats van de in die regio gebruikelijke moslims of Amerikaanse militairen.
Diepe emoties
Worden demonstraties tegen de Amerikaanse oorlogszucht ook vermengd met een veroordeling van Amerikanen als volk en oproepen dat zij hun van de inheemsen gestolen land moeten verlaten? De wereldwijde protesten over de oorlog in Gaza, die gepaard gaan met diepe emoties: zouden die sentimenten iets, ook al is het maar een heel klein beetje, te maken kunnen hebben met het beeld dat de demonstranten tijdens hun leven hebben meegekregen over Joden?
Kritiek hebben op Israël betekent niet dat je Joden haat, dat is te simpel. Wat ik wel zie: mensen die scherp veroordelend reageren op elke andere vorm van racisme grijpen, ook bij demonstraties, niet in bij Jodenhaat. Kennelijk is het zo vanzelfsprekend dat ze het niet eens meer herkennen, net zoals het beeld dat ik onbewust heb meegekregen over Duitsers.
Na de Tweede Wereldoorlog duurde het even tot Nederland begon aan een Nationale Dodenherdenking op 4 mei. Daar zijn gelukkig meer breed gedragen herdenkingsdagen bij gekomen, zoals 1 juli voor de Nederlandse slavernijgeschiedenis en 15 augustus voor onze rol in Nederlands-Indië. Over die dagen bestaat geen discussie, iedereen begrijpt wat daar wordt herdacht, of gevierd. Hoe komt het dat alleen 4 mei zo beladen is? Waarom bestaat uitsluitend over deze dag een jaarlijkse discussie over wat we precies herdenken en hoe we het acceptabel en toegankelijk kunnen maken voor alle Nederlanders?
En waar komt het automatische verband vandaan tussen Israël en Nederlandse Joden – zelfs diegenen die in de Tweede Wereldoorlog werden vermoord terwijl ze niet eens wisten dat er ooit een land zou komen dat Israël heet? Waarom zou het ongepast zijn de Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te herdenken terwijl er een oorlog in Gaza is? Waarom worden hier verbanden gelegd die in elk ander geval absurd zouden zijn? Rond 1 juli wordt niet in emotionele betogen de vraag gesteld: hoe kunnen wij het einde van de slavernij vieren terwijl in de oliestaten, in dezelfde regio als Israël, jaarlijks zo veel moderne slaven sterven tijdens het bouwen van nieuwe luxepaleizen, in landen waar Nederland gewoon zaken mee doet?
Braaf reflecteren
Nog een verschijnsel van de laatste anderhalf jaar. Van Nederlandse Joden wordt introspectie verwacht over Israël. Als aanmoediging voor deze zelfanalyse krijgen we de werkopdracht mee: ingewikkeld hè, dat land waar jij altijd van hebt gehouden blijkt toch niet zo nobel en idealistisch als je altijd had gedacht. Andere bevolkingsgroepen die vanwege hun afkomst of religie werden aangesproken op moordpartijen waar ze niets mee te maken hadden, zeiden terecht: rot op, ik ben niet verantwoordelijk voor die gekken. Maar Joden gaan braaf op zichzelf reflecteren.
Ook ik. Mijn moeder kwam uit New York, mijn tweede paspoort is Amerikaans, ik heb in het land gewoond en stem elke vier jaar. Zoals andere Nederlanders van zichzelf vinden dat ze Surinaams, Turks of Marokkaans zijn, zo denk ik dat ik een Amerikaan ben. Maar bij kritiek op de Verenigde Staten voel ik me niet aangesproken. De huidige president of wat het land de afgelopen decennia heeft aangericht in het Midden-Oosten: ik ben het eens met de afkeuring, het gaat niet over mij.
Dan Israël. Ik spreek de taal niet, ben er niet vaak geweest en eerlijk gezegd was ik anderhalf jaar geleden gestopt het nieuws te volgen. Met het land heb ik niet zoveel, met de huidige regering al helemaal niet en toch: die kritiek voelt alsof ze over mij gaat, als een afkeuring van mijn identiteit. Amerikanen hebben geen geschiedenis van uitgemoord worden om wie ze zijn, Joden wel.
Het is deze geschiedenis die wordt herdacht op 4 mei. De permanente discussie daarover, het willen misbruiken van een dodenherdenking om je eigen puntje te scoren, het stukje bij beetje afpeuteren van waar de dag grotendeels over zou horen te gaan, namelijk de georganiseerde moord op 102.000 Joodse Nederlanders, onder wie de familieleden van de Nederlandse Joden die nu nog leven: het is pijnlijk en voelt als een trap na.
Lees ook
Lees ook: Joods Maatschappelijk Werk: ‘Sinds 7 oktober voelen Nederlandse joden zich onveilig’
