Opinie | Hele gemeenschappen worden geofferd voor onze elektrische auto

Het was een opvallend beeld; het bonte tentenkamp dat in augustus was opgetuigd voor het hooggerechtshof middenin de stad Buenos Aires. Hier voerde een groep inheemse gemeenschappen actie voor de bescherming van hun historische land in de provincie Jujuy. Sommigen van hen kwamen hier aan na een protestmars van bijna 2.000 kilometer. In Jujuy zelf – dat ligt in de zogenaamde ‘lithiumdriehoek’ op de grens tussen Chili, Bolivia en Argentinië – waren tegelijkertijd felle protesten. De aanleiding was een nieuwe wet die lokale gemeenschappen het recht op hun land zou ontzeggen, om zo lithiummijnbouw mogelijk te maken.

Ondertussen zijn wij in Nederland hard bezig onze benzineauto’s te vervangen voor elektrische om onze CO2-uitstoot terug te brengen – een keiharde noodzaak voor het halen van de klimaatdoelen. Vanaf 2035 mogen er in de EU alleen nog maar elektrische auto’s verkocht worden. En tegelijkertijd wringt hier de schoen: elektrische auto’s veroorzaken dan wel geen directe CO2-uitstoot, maar hebben wel degelijk gevolgen voor het milieu. In dit geval gaat dat vooral over grondstoffen zoals het metaal lithium, gebruikt in batterijen.

Door de stijgende vraag naar elektrische auto’s stijgt de wereldwijde vraag naar lithium enorm. Naar sommige schattingen met wel zo’n 750 procent. En laat nou meer dan de helft van de wereldwijde voorraad lithium in de kwetsbare natuurgebieden van Chili, Argentinië en Bolivia liggen. Geen wonder dat dit tot grote zorgen leidt bij de lokale bevolking.

Want lithiumwinning is omstreden: net als met alle mijnbouw is de impact ervan op de lokale omgeving enorm. De productie van een kilo lithium uit de zoutvlakten van Argentinië kost honderden tot duizenden liters water, op plekken waar water uiterst schaars is. Dit gaat ten koste van landbouw en drinkwater. En tegenstrijdig genoeg gaan tegelijk ecosystemen verloren die juist CO2 opvangen en omzetten in zuurstof, wat zo de klimaatcrisis alleen maar verergert.

Geen Tesla’s

Het is ook oneerlijk. De negatieve gevolgen van de mijnbouw worden gedragen door gemeenschappen zoals in Jujuy, maar zelf profiteren zij er niet van. Hen zal je niet in Tesla’s zien rondrijden. In plaats hiervan ontstaan er in deze gebieden ‘opofferingszones’, waar kaalgeslagen en uitgeputte landschappen alleen nog bestaan voor de export van grondstoffen voor onze nieuwe, zogenaamd duurzamere wereld.

De energietransitie betekent in alle opzichten een verschuiving van denken en doen. Het is een systeemverandering. Zo ook voor de manier waarop we ons verplaatsen. De oplossing voor onze klimaat- en milieuproblemen is niet om ons hele wagenpark te vervangen met elektrische SUV’s. Want over het algemeen geldt: hoe groter en zwaarder de auto, hoe groter de accu’s en hoe meer lithium er nodig is. En dat terwijl de gemiddelde auto in de Europese Unie in twintig jaar 250 kilo (bijna 20 procent) zwaarder is geworden.

We zullen het dus moeten doen met minder auto’s, kleinere auto’s en meer openbaar vervoer. En de wegen vooruit zijn er. Want uit onderzoek van The Climate and Community Project blijkt dat als we kleinere auto’s gaan produceren en investeren in betere deelsystemen en OV, we de vraag naar lithium in de toekomst tot 66 procent kunnen verminderen.

Enige mijnbouw zal nodig blijven, maar duurzame mijnbouw is een mythe. Ook voor onze elektrische auto’s – net als voor die op benzine en diesel – wordt een prijs betaald, helaas vaak uit ons zicht. Laten wij, en het volgende kabinet, de energietransitie aangrijpen om ook een transitie te maken in hoe we van hier tot in Argentinië over ons vervoer denken.