In de Sovjet-Unie was er voor kinderen van alle nationaliteiten maar één echt feest: Nieuwjaar. Religieuze feestdagen waren allang verboden, de staatsfeestdagen interesseerden niemand. Daarom was Nieuwjaar voor ons een oogverblindende uitbarsting van vreugde, een magische avond waarop kinderdromen uitkwamen.
Ik herinner me hoe ik als vierjarige op mijn buik naar Ded Moroz (Grootvadertje Vorst, een Slavische versie van de Kerstman) kroop, die tussen de dicht opeengepakte dennentakken stond, hem toefluisterde welk cadeau ik wilde krijgen, en op een voor mij onverklaarbare manier stond precies dat felbegeerde geschenk de volgende ochtend onder de nieuwjaarsboom.
Ik herinner me ook dat er werd aangebeld terwijl ik met mijn moeder aan de feestelijke nieuwjaarstafel zat. Natuurlijk was het Ded Moroz, want er was niemand te zien toen we de deur openden, en tegen de muur stond een ijshockeystick, waar ik nooit van had durven dromen. Het nieuwe jaar beloofde op deze avond eindeloze hockeywedstrijden, en de warmte, liefde en zorg van volwassenen.
Aleksandr Jakoesjenko, een van de vele duizenden Oekraïense kinderen die door het Poetinregime gedwongen uit Oekraïne naar Rusland werden gedeporteerd, zal nooit meer een nieuwjaarsfeest vol hoop kunnen beleven. Op 10 januari 2024 maakte hij op achttienjarige leeftijd een einde aan zijn leven, op enkele kilometers van het huis van zijn Russische pleegouders, waar hij door arbeiders werd gevonden. Zijn zelfdoding werd 24 december 2024 pas bekend, dankzij Vazjnyje Istorii, een onafhankelijk onderzoeksmedium. Op basis van wat hij aantrof, vermoedt de forensisch arts dat de tiener waarschijnlijk op het laatste moment nog van gedachten was veranderd over zijn zelfmoordpoging.
Extreem zwaar
Voor het begin van de grootschalige oorlog woonde Aleksandr in een Oekraïens gezinsvervangend tehuis. Hij was geen wees, maar zijn ouders waren niet in staat om voor hem te zorgen door ernstige alcoholproblemen. „De omstandigheden daar waren extreem zwaar”, vertelt zijn vriend, die samen met hem in het tehuis woonde. „We moesten ontzettend veel werken. Er was een bouwplaats, Aleksandr en ik moesten bijna elke dag pleisterwerk doen en cement mengen, zowel in de zomer als in de winter.” De kinderen werden geslagen, en de jongste kinderen werden het zwaarst mishandeld.
Na de bezetting van de regio Cherson in 2022 ging het hoofd van het tehuis, Lidia Sjarvarly, samenwerken met de bezettingsmacht, die haar benoemde tot het hoofd van drie nabijgelegen dorpen. Het succesvolle tegenoffensief van het Oekraïense leger in de herfst van 2022 dwong niet alleen Poetins soldaten op de vlucht, maar ook de collaborateurs. Lidia Sjarvarly dwong alle kinderen om mee te gaan naar Rusland. Voor ieder van hen ontving ze een toelage van 100.000 roebel (ongeveer 1.000 euro), waarna ze de kinderen aan hun lot overliet en het geld in eigen zak stak. De vrouw kocht in Rusland een huis van 350 vierkante meter, terwijl Aleksandr en de overige Oekraïense kinderen werden overgedragen aan andere Russische gezinnen, waar niemand op hen zat te wachten.
‘Niemand heeft me daar nodig”, stuurde Aleksandr in een spraakbericht aan zijn vrienden kort voor zijn dood. „Dat hebben ze me duidelijk gemaakt. Ik verpest ieders leven. Ik kan dit niet aan. Als ik er niet was, zou niemand problemen hebben, was ik hier maar nooit naartoe gekomen. Het doet zo veel pijn. Ik weet niet wat ik moet doen.”
Alsof het voor een hond was
Aleksandr had zijn vrienden verteld over zijn verlangen om terug te keren naar Oekraïne, maar zijn pleeggezin had zijn documenten afgenomen. „Ze namen zijn paspoort af, en daarom pleegde hij zelfmoord”, getuigde een vriendin van hem. Over de begrafenis van Aleksandr vertelde een andere vriendin: „Zijn pleeggezin koos de goedkoopste kist. Toen mensen bloemen op het graf legden, liepen zij gewoon naar voren en gooiden hun bloemen alsof het voor een hond was. En toen het tijd was om te vertrekken, zei het pleeggezin: ‘Godzijdank is hij dood. Minder problemen.’” Zijn pleegvader bekende aan Vazjnyje Istorii: „Niemand had hem nodig, niet tijdens zijn leven en niet na zijn dood.”
Ik verpest ieders leven. Ik kan dit niet aan. Als ik er niet was, zou niemand problemen hebben
Aleksandr Jakoesjenko is niet alleen een slachtoffer van de onverschilligheid en wreedheid van volwassenen die de plicht hadden om voor hem te zorgen. Hij is een slachtoffer van de genocide die is ontketend door het Poetinregime, dat de systematische vernietiging van Oekraïners en Oekraïne nastreeft. De conventie inzake de voorkoming en bestraffing van genocide van de Algemene Vergadering van de VN uit 1949 definieert ‘de gedwongen overdracht van kinderen van de ene menselijke groep naar de andere’ als een van de kenmerken van genocide. Dit gruwelijke lot delen vele duizenden Oekraïense kinderen – tientallen duizenden tot honderdduizenden – die, zoals Aleksandr, gedwongen naar Rusland werden gedeporteerd.
Ik kan niet begrijpen hoe Poetins ‘nuttige idioten’ in het Westen deze ontvoerder van Oekraïense kinderen vergoelijken. Hoe rechtvaardigen de leiders van buitenlandse staten hun contact met een oorlogsmisdadiger, zoals degenen die de BRICS-top bijwoonden, of de Slowaakse premier Fico, die onlangs Poetin bezocht om te onderhandelen over energieleveringen aan zijn land?
Waanzinnige oorlog
Ik zou willen geloven dat de misdaden van Poetin in Oekraïne – de vernietiging van Oekraïense steden en dorpen, de martelingen van en de moorden op burgers, en de gedwongen deportatie van Oekraïense kinderen – nooit zullen worden vergeten, dat Poetin nooit vergeven zal worden. Maar ik vrees dat het uiteindelijk toch op vergeving zal uitdraaien, dat westerse gasten weer naar het Kremlin zullen trekken. Dat Den Haag zijn arrestatiebevel zal intrekken, en dat westerse hoofdsteden binnen een paar jaar opnieuw hun deuren zullen openen voor een man die verantwoordelijk is voor een waanzinnige oorlog waarin al drie jaar lang honderdduizenden Oekraïners en Russen lijden en sterven, mannen en vrouwen, volwassenen en kinderen.
„Aleksandr werd op één dag begraven, alsof hij een hondje was”, vertelde de moeder van een vriendin van hem. De stadsadministratie reageerde op de dood van de Oekraïense tiener met een lovend artikel op haar site over het pleeggezin, getiteld: Liefde is er genoeg voor iedereen. Enkele maanden later kreeg het pleeggezin opnieuw een ander kind toegewezen.
Lees ook
VN-Kinderrechtencomité roept Moskou op te stoppen met deporteren van Oekraïense kinderen
Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon: 113, 0800-0113 of www.113.nl.