Kom in een moderne oorlog niet aanzetten met morele of juridische principes. Leven, have en goed van de burgerbevolking respecteren? Uithongering verbieden als oorlogswapen? Het volkenrecht eerbiedigen? Het oorlogsrecht naleven? Allemaal sentimentele nonsens. Het enige waar het om gaat is de oorlog winnen, en daarvoor is alles geoorloofd. Israël past die doctrine al een half jaar toe in Gaza, met als gevolg massale dood, verwoesting en honger. Dankzij die overkill had de oorlog snel gewonnen moeten zijn.
Nee dus. Israel heeft niets bereikt. Als een blinde heeft het zich op Gaza gestort, zoals destijds de VS op Afghanistan na 9/11. De gijzelaars zijn niet bevrijd, Hamas is niet verslagen, veroverde plaatsen zijn door Hamas heroverd, een wapenstilstand is niet in zicht, de oorlog is in een impasse. Oorlogsleider Benjamin Netanyahu houdt vol dat de „totale overwinning” voor de deur staat en dat de gijzelaars alleen bevrijd kunnen worden door „militaire druk”. Wat een ‘totale overwinning’ inhoudt, weet niemand. Netanyahu’s strategie blijkt niet te werken.
Strategie? Hij hééft helemaal geen strategie. Voor de oorlog zelf niet, en voor wat er na de oorlog moet gebeuren ook niet. Er is dus alle reden om ten halve te keren en te erkennen dat de langste oorlog die Israël ooit gevoerd heeft een mislukking is geworden. Die erkenning zou een staakt-het-vuren inhouden en moeten leiden tot vrede voordat Israël de Palestijnen, zichzelf en de wereld nog meer onheil kan aandoen.
Aanhalingstekens
Nog altijd zijn veel Israëliërs ervan overtuigd dat geen Gazaan onschuldig is. Pas nog zagen de tv-kijkers hoe een Israëlische minister bij de woorden „de onschuldige mensen van Gaza” een aanhalingstekensgebaar maakte. Volgens Palestijnse bron bestaat 44 procent van de 33.000 oorlogsdoden uit kinderen. De onschuld van deze ruim veertienduizend kinderen staat dus volgens de minister tussen aanhalingstekens.
De Israëlische media zwijgen vrijwel over de verschrikkingen in Gaza. Dat komt grotendeels door Netanyahu’s offensief tegen kritische media, waarvan de verjaging van de Qatarese nieuwszender Al Jazeera uit Israël een onderdeel is. Niet toevallig gaan twee van zijn drie corruptiezaken over het omkopen van mediamagnaten.
Toch is het oorlogsenthousiasme zichtbaar aan het verminderen. Aan het begin van de oorlog werden demonstraties tegen de invasie van Gaza door de politie neergeslagen. Honderden mensen werden opgepakt, verloren hun baan of werden geschorst als student, vaak alleen maar omdat ze zich op de sociale media tegen de oorlog hadden uitgesproken.
Toen ging het voornamelijk om Arabische Israëliërs, tegenwoordig worden de protesten aangevoerd door hun Joodse landgenoten. Elk weekeinde zijn er, net als vorig jaar tot 7 oktober, weer massale protesten tegen Netanyahu. Vorig jaar werd de premier terecht uitgemaakt voor een zaaier van verdeeldheid, een ondermijner van de rechterlijke macht, een gevaar voor de democratie, en nog corrupt ook.
Nieuwe woede is daar bijgekomen. Woede om zijn rampzalige Hamas-beleid. Woede omdat hij, oorlog of geen oorlog, maar op één ding uit is: zo lang mogelijk aan de macht blijven, en daardoor zo lang mogelijk uit de gevangenis. Woede ook over zijn Gaza-beleid, of juist het ontbreken daarvan. Een zinnig plan over wat er met de verwoeste Strook na de oorlog moet gebeuren, heeft hij niet. Hij pretendeert het onverenigbare te verenigen: liquidatie van Hamas en bevrijding van de gijzelaars. De praktijk laat van die pretentie niets heel.
De familieleden van de vermisten zijn verdeeld. Een ultrarechts groepje vindt hetzelfde als Netanyahu en zijn extremistische coalitiegenoten: dat de vernietiging van Hamas belangrijker is dan de redding van de gijzelaars – voor zover ze nog in leven zijn. De grote meerderheid van de familieleden daarentegen eist absolute prioriteit voor de bevrijding van de gijzelaars, hoe zwaar en pijnlijk de voorwaarden ook mogen zijn. Ze eisen een wapenstilstand, het vertrek van Netanyahu en nieuwe verkiezingen.
Begin dit jaar vond 71 procent van de Israëliërs dat de premier tijdens of direct na het einde van de oorlog moet vertrekken. Veruit favoriet voor zijn opvolging is zijn bittere rivaal Benny Gantz. Iedere fatsoenlijke politicus zou allang zijn opgestapt. Netanyahu niet. Verkiezingen zouden Hamas in de kaart spelen, zegt hij. Verkiezingen zouden zijn politieke einde betekenen, zeggen de peilingen. Dus blijft Israël vooralsnog opgescheept met de meest onzalige regering uit zijn geschiedenis.
Openlijke racisten
Netanyahu is altijd een bekwame verdeel-en-heerser geweest. Maar geen enkele eerdere regering van hem heeft zo polariserend opgetreden als de huidige. Logisch, want extremisten geven in het kabinet de toon aan. De kolonisten Itamar Ben-Gvir (minister van Nationale Veiligheid) en Bezalel Smotrich (minister van Financiën en chef van de bezette Westelijke Jordaanoever) zijn openlijke racisten. Voor hen moeten op 7 oktober de moordenaars en verkrachters van Hamas zijn gekomen als geroepen. Die expeditie gaf hun immers de rechtvaardiging om in Gaza dezelfde actie uit te voeren als op de Westoever, maar dan gelijk in het groot: het onderwerpen, verdrijven of doden van de Palestijnse bevolking.
De Gaza-oorlog is voor Ben-Gvir en Smotrich zo belangrijk dat ze gedreigd hebben de regering te laten ontploffen als Netanyahu bezwijkt voor de Amerikaanse druk en de oorlog afblaast, waarna Hamas victorie zou kraaien. Zelfs een tijdelijk staakt-het-vuren vinden ze onaanvaardbaar. Zonder de extremisten kan Netanyahu politiek niet overleven. Daardoor heeft hij zichzelf uiterst chantabel gemaakt. Iedere dag dat deze regering langer aanblijft zuigt Israël zich dieper vast in het door haarzelf aangelegde moeras. De beste dienst die Ben-Gvir en Smotrich Israël kunnen bewijzen is, liever vandaag nog dan morgen, uit het kabinet stappen.
De premier en zijn coalitiegenoten zijn niet alleen een gesel voor Gaza en een ramp voor Israël, ze zijn ook funest voor Israëls positie in de wereld. Hun optreden lokt meer en meer kritiek uit, ook van vrienden die in het verleden bij Israëlisch wangedrag altijd de andere kant opkeken. Zelfs de Amerikaanse president Joe Biden is van klakkeloos verdediger van Israëls ‘recht op zelfverdediging’ haast tegen wil en dank veranderd in een criticus. Het doden van zeven westerse hulpverleners heeft hij „schandalig” genoemd en Israëls aanpak van de oorlog tegen Hamas een „vergissing”.
Staatsterroristische reactie
Netanyahu en de zijnen hebben een gemakkelijke verklaring voor de kritiek: puur antisemitisme. Dat hun eigen optreden het smeulende antisemitische vuur heeft opgestookt, komt niet bij hen op. En nog minder dat kritiek op de Israëlische regering kan zijn ingegeven door liefde voor Israël. Critici worden in Jeruzalem algauw uitgekreten voor vrienden van Hamas. Zelfs Biden zou met zijn eisen, zoals een tijdelijke wapenstilstand, het afblazen van een landaanval op de stad Rafah en het toelaten van hulpgoederen, terroristische neigingen vertonen.
Netanyahu beweert dat zijn internationale critici de aanleiding voor de oorlog zijn vergeten. Onzin. Ze constateren alleen dat de staatsterroristische reactie van Israël het abominabele terrorisme van Hamas ver in de schaduw stelt. Dreigt Israël nu een pariastaat te worden? Netanyahu probeert van de nood een deugd te maken. Met het verhaal dat eens te meer de hele wereld het op de Joden heeft gemunt, probeert hij in te spelen op de nationale trots en zo de Israëliërs te verleiden tot eenheid rond zijn troon, intussen hopend op een verkiezingsoverwinning van zijn vriend Donald Trump.
De Gaza-oorlog heeft wereldwijde repercussies, vooral in het Midden-Oosten. De Palestijnse zaak heeft veel solidariteit gekregen. Handelsovereenkomsten met Israël zijn bevroren. Een door Biden en Netanyahu nagejaagde normalisering van de relaties tussen Israël en Saoedi-Arabië is uit zicht geraakt. De Houthi’s blijven Israël bestoken. Het uitbreken van een oorlog van Israël met Hezbollah lijkt alleen een kwestie van tijd. Na de liquidatie door Israël van Iraanse militaire topleiders in Damascus is het wachten op de wraak van Iran. Om die calamiteiten af te wenden zijn een normale regering in Israël en vrede met de Palestijnen absolute voorwaarde. Dat eisen niet alleen rede en menselijkheid. Het is ook in Israëls eigenbelang.
Lees ook
Hoop op betere tijden in Gazastrook vervliegt weer snel