Het geweld rond de wedstrijd Ajax – Maccabi Tel Aviv en het debat daarover leidt af van een ándere belangrijke discussie: die over een Israëlische sportboycot. Nederland moet niet uit het oog verliezen dat Israël sport gebruikt om af te leiden van de systematische mensenrechtenschendingen die het pleegt.
Voor Israël betekent sporten met Europa erkenning als normaal, Westers land. Daarom is een sportboycot een uiterst effectief drukmiddel om Israël te bewegen te stoppen met het gebruik van massaal geweld in Gaza, waar nu volgens de Verenigde Naties een hongersnood dreigt en waar 70 procent van de vele duizenden dodelijke slachtoffers vrouwen en kinderen zijn.
De geschiedenis toont dat de sportieve uitsluiting van Zuid-Afrika een belangrijke bijdrage leverde aan het einde van apartheid. Voor het eerst voelden miljoenen witte Zuid-Afrikanen dat de wereld het gedrag van hun staat als abnormaal beschouwde. De illusie van normaliteit die sporten met het Westen gaf, werd doorgeprikt. Sportsancties hebben een veel groter bereik dan boycots op wetenschap of cultuur en zijn zichtbaar in het dagelijks leven. Dit verklaart ook waarom het apartheidsbewind jarenlang zoveel energie stak in het voorkomen en omzeilen van de sportboycot.
De vraag is niet zozeer of de situatie in Israël vergelijkbaar is met apartheid in Zuid-Afrika, maar of Israël de internationale rechtsorde schendt en internationale sport inzet om hiervan af te leiden.
Stelselmatig gediscrimineerd
Anders dan in Zuid-Afrika is de Israëlische sport officieel niet gesegregeerd. Sterker nog: door de beperkte inclusie van niet-Joden in sport kan Israël zichzelf portretteren als tolerante vrijhaven. In de praktijk worden niet-Joodse atleten echter stelselmatig achtergesteld en gediscrimineerd.
Palestijnse sportprogramma’s ontvangen minder of geen financiering en jeugdcompetities zijn vaak gescheiden. Daarnaast wordt discriminatie van Palestijnen in de sport zelden bestraft en zelfs gefaciliteerd. Het explicietste voorbeeld is de populaire voetbalclub Beitar Jeruzalem. De club gaat er prat op nog nooit een Arabische speler te hebben gehad en fans zijn berucht wegens hun racistische leuzen en geweld tegen Palestijnen.
Ook Israëls succesvolste voetbalclub, Maccabi Tel Aviv, illustreert deze verwevenheid tussen sport en anti-Palestijns nationalisme. De oprichting, in 1906, was onderdeel van de zogeheten muscular zionism-beweging: sport moest Joden fysiek sterk maken en gemeenschapszin kweken ter ondersteuning van de Joodse kolonisatie van Palestina. Na de stichting van Israël zwakte deze zionistische onderstroom af en speelden er soms Palestijnse spelers bij Maccabi. Maar hun aantal is recent afgenomen, terwijl de club naar rechts opschoof.
Steeds vaker uiten delen van de Maccabi-achterban zich politiek. Ze vallen mensen aan die betogen tegen premier Netanyahu en zingen anti-Arabische leuzen die Israëlische mensenrechtenschendingen vergoelijken, zoals ook in Amsterdam gebeurde. Het zijn racistische uitingen waartegen de Europese voetbalbond UEFA normaal gesproken ferm optreedt, wanneer die in stadions plaatsvinden. Bovendien steunt de club de oorlog in Gaza openlijk met inzamelingsacties, herdenkingen en eerbetonen aan militairen, zoals een Instagrampost waarop twee Israëlische soldaten poseren met een clubsjaal voor ruïnes in Gaza.
Het is hypocriet om Israël boven de wet te plaatsen en Rusland niet
Op de Westelijke Jordaanoever schendt Israël stelselmatig de regels van internationale sportbonden als het IOC en de FIFA door sportclubs en -competities te starten in bezet gebied. Israël gebruikt sport expliciet om Joodse kolonisatie te bestendigen, waarbij de Palestijnse sportinfrastructuur wordt beschadigd en Palestijnse sporters het reizen onmogelijk wordt gemaakt.
Als wij ons er in het Westen op laten voorstaan dat sport mensenrechten en antiracisme bevordert, waarom tolereren we dan Israëls flagrante schendingen op dit vlak? Het IOC handhaaft juist de sportsancties tegen Rusland omdat het teams in bezet Oekraïens gebied opneemt in Russische competities. Ondanks oproepen aan internationale sportbonden om Israël en Rusland gelijk te behandelen, blijven zij maatregelen uitstellen zolang echte westerse druk uitblijft. Het is ronduit hypocriet om Israël hierin boven de wet te plaatsen, terwijl Rusland wél geboycot wordt.
Eigen wielerploeg
Israël is zich terdege bewust van de groeiende internationale kritiek en beducht op sportsancties. Daarom voert Israël sinds een paar jaar actief beleid om via sport zijn imago te verbeteren – sportswashing dus. Zo heeft het land inmiddels, net als onder andere Kazachstan en de Verenigde Arabische Emiraten, een eigen wielerploeg en organiseerde het in 2018 de openingsetappes van de Giro d’Italia. Daarnaast organiseert Israël graag internationale sportevenementen, zoals recentelijk de EK judo of de jeugd-WK zwemmen.
Ook na de gewelddadige incidenten in Amsterdam moeten we onthouden dat Israël massaal geweld en mensenrechtenschendingen pleegt en sport benut als afleiding. Net als eerder tegen Zuid-Afrika kunnen sportsancties miljoenen Israëliërs ervan doordringen dat hun land buiten de normale orde valt. Zolang Israël zich weigert te houden aan de internationale rechtsorde, is een sportboycot niet alleen gerechtvaardigd, maar noodzakelijk.
Lees ook
Welke invloed hebben andere landen op Israël? ‘Er is grote onwil om het land te dwingen zich aan internationaal recht te houden’
