Opinie | Een nieuw pact voor de rechtsstaat is nodig want georganiseerde misdaad ondermijnt de democratie

Misdaadbestrijding De bestrijding van drugscriminaliteit vergt meer aandacht van de autoriteiten. Volgens , en is met name versterking van de gemeentelijke uitvoeringskracht dringend nodig.
Explosies, zoals hier in Rotterdam, worden in verband gebracht met criminaliteit.
Explosies, zoals hier in Rotterdam, worden in verband gebracht met criminaliteit. Foto ANP / Hollandse Hoogte

De aanpak van de ondermijnende (drugs-) criminaliteit moest er de komende tien jaar stevig door worden ondersteund, zowel inhoudelijk als financieel. Het eerste Pact voor de Rechtsstaat, gesloten in 2020, staat in het regeerakkoord van het vorige kabinet en het gevraagde geld is ter beschikking gesteld.

Drie jaar later is centrale doelstelling van het Pact voor de Rechtsstaat onverminderd actueel. Namelijk: de drugscriminaliteit in Nederland in de komende tien jaar – daarvan zijn er nu ruim twee voorbij – sterk te reduceren. Het gaat om Nederlands grootste criminaliteitsvraagstuk: de drugscriminaliteit en een groot aantal daarmee verbonden, strafbare feiten – van moord en wapenhandel tot aan witwassen, uitbuiting en criminele investeringen in vastgoed en bedrijven. Het gaat om een belangrijk sociaal en maatschappelijk vraagstuk, gericht op het overeind houden en versterken van een rechtvaardige en fatsoenlijke samenleving.

Langjarige inspanningen

Er is geen aanleiding om de koers die bij de aanpak van georganiseerde misdaad en ondermijning gekozen is wezenlijk te veranderen. Het gaat immers om langjarige inspanningen en voor de gekozen brede, meer integrale aanpak is ook geen zinvol alternatief. Wel zijn verbeteringen en versterkingsmaatregelen nodig.

In navolging van ontwikkelingen in Duitsland, waar vorige maand een wetsvoorstel is ingediend gericht op het toestaan van (productie voor) eigen gebruik en gezamenlijke productie via ‘social clubs’, moet het Pact worden verbeterd. Het Duitse wetsvoorstel is nauw afgestemd met Brussel. De tijd lijkt daarmee rijp voor een initiatief op EU-niveau, dat zich niet zou moeten beperken tot regulering van cannabis, maar ook gezamenlijke projecten op het terrein van rechtshandhaving moet omvatten. Een gereguleerde markt moet immers worden beschermd tegen de illegale markt die een goedkoper en ‘zwaarder’ product kan leveren en die zich ook kan richten op minderjarigen. In combinatie daarmee is ook een sterke intensivering nodig van beleid gericht op ontmoediging van drugsgebruik, vergelijkbaar met anti-rook- en anti-alcohol-campagnes.

Nederland is nog steeds een belangrijk knooppunt in de internationale drugshandel en -productie. In de drugseconomie gaat enorm veel geld om, waarbij gebruik wordt gemaakt van de Nederlandse financiële infrastructuur. Kwetsbare lokale gemeenschappen dreigen te worden vergiftigd door crimineel geld. Nederland kampt met een voortsluipende drugscrisis: de drugscriminaliteit groeit door, is maatschappelijk verankerd en resulteert in grof publiek geweld. Het gaat niet alleen meer om uitvechten van conflicten in de drugswereld, maar ook om crimineel machtsvertoon en om ondermijning van de democratische rechtsstaat. De strafrechtelijke handhaving (met name op lokaal niveau) en de preventieve aanpak lopen achter deze feiten aan, ondanks alle inspanningen die de afgelopen jaren geleverd zijn.

Politie en justitie bevinden zich in een opsporings-spagaat

Politie en justitie bevinden zich in een opsporingsspagaat. Op nationaal niveau zijn er opsporingssuccessen geboekt, mede dankzij het kraken van een enorme hoeveelheid crimineel berichtenverkeer. De landelijke recherche en de tien regionale recherchediensten leggen een grote personele claim op de recherche door een stroom internationale rechtshulpverzoeken, door drugsvangsten en door een grote voorraad potentiële drugsonderzoeken met harde opsporingsindicaties.

Tegelijkertijd is er een grote behoefte aan lokale opsporingscapaciteit en die is onvoldoende aanwezig. Lokale drugsnetwerken vereisen lokaal opsporingsonderzoek. Een serie criminele aanslagen op woningen of andere panden – met name in Rotterdam en Amsterdam, maar ook elders – vergen veel politie-inspanningen. Versterking van lokale opsporingscapaciteit is daarom dringend nodig.

Lees ook het interview met de minister van Justitie: ‘Ik heb behoefte aan een boos volk’

De zogenoemde jonge aanwas – personen tot de 27 jaar die actief worden in de drugswereld – komt niet uit de lucht vallen, want die worden gerekruteerd, ‘opgeleid’ en misbruikt door gevestigde criminelen. Kwetsbare wijken zijn kweekvijvers voor de georganiseerde drugscriminaliteit. Ongeveer 162.000 jongeren lopen in Nederland risico om in de drugscriminaliteit te belanden. Het voorkomen van jonge aanwas vergt, naast preventie, óók opsporing van drugscriminelen met invloed. Door de opsporing steviger op lokaal niveau te organiseren, kunnen ook de gemeentelijke (preventie-) inspanningen effectiever worden.

Drugscriminelen brengen kwetsbare gezinnen en personen in de problemen: schulden, ongezondheid, verslaving en een verstoord werk- of studieritme, waardoor uitval dreigt in het onderwijs of op de arbeidsmarkt. Drugsgeld wordt bovendien geïnvesteerd in (eenvoudig) vastgoed. Met de verhuur van kamers, woningen en recreatiewoningen wordt geld verdiend en witgewassen, al is het ook een manier om kwetsbare huurders onder druk te zetten. Denk aan: arbeidsmigranten, ex-gedetineerden, zorgcliënten of thuislozen.

Ongeveer 162.000 jongeren lopen risico om in de drugscriminaliteit te belanden

Gemeenten hebben een belangrijke taak om op te treden tegen deze schadelijke effecten van drugscriminaliteit. De gemeentelijke veiligheidstaak is breder en complexer geworden, met het voorkomen van recidive, het optreden tegen vastgoedcriminaliteit of interventies in criminele families. Drugshandel, criminele rekrutering, drugsproductie en investeringen in vastgoed en in bedrijven overvragen daardoor gemeentelijke veiligheidsorganisaties.

Panden

Opsporing van drugscriminaliteit is niet alleen een zaak voor de landelijke en regionale recherche. Lokale criminele informatie, bijvoorbeeld over georganiseerde en zichtbare drugshandel of over een drugscrimineel die panden opkoopt of investeert in zorgaanbieders, vergt lokale opsporing door lokaal gepositioneerde rechercheurs, zo nodig in afstemming met wijkagenten. Er is een forse versterking van de lokale recherchecapaciteit nodig en een versterking van de wijkgebonden politie. Hetzelfde geldt, in het verlengde hiervan, voor het OM en de rechterlijke macht.

Lees ook: De overheid ‘ondermijnt’ vooral zichzelf

In aansluiting op het Pact werd als verdiepend document Preventie met gezag uitgebracht, dat inmiddels is omgezet in een programma vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid. Kernboodschap: een versterking van de preventieve aanpak is nodig, maar dan wel streetwise, niet vrijblijvend en in combinatie met justitieel optreden. Om interventies minder vrijblijvend en meer verplichtend te laten zijn is een verdieping van de samenwerking tussen justitiële partijen en gemeentelijke organisaties nodig. Dat vergt dus extra politiecapaciteit, maar ook extra investeringen in ‘gespecialiseerd’ jongerenwerk en in intensivering van de persoonsgebonden aanpak via zorg- en veiligheidshuizen. Het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid is voor de terugdringing van ondermijning van cruciaal belang. In de NPLV-gebieden dient de aanpak van ondermijning een belangrijk en herkenbaar onderdeel te zijn, onder andere door de relatie met het programma Preventie met gezag te versterken.

Versterking van de gemeentelijke uitvoeringskracht is dringend nodig. Toezicht en handhaving worden een belangrijker onderdeel van de lokale aanpak van ondermijning. Meer en meer lokale professionals krijgen een aandeel in die aanpak, van (jeugd)boa’s tot sociale rechercheurs. Veel belang wordt gehecht aan de mogelijkheid om maatwerk (proportionaliteit) te leveren, bijvoorbeeld rond de toepassing bestuursdwang door de burgemeester. De wet Bibob blijkt een krachtig instrument om bestuurlijke integriteit te waarborgen, maar inzet daarvan vereist veel juridische en financiële expertise en materiekennis. Dergelijke professionaliteit is schaars en kostbaar. De armslag van gemeenten en van de burgemeester dient op deze punten gericht vergroot te worden.