Opinie | Een laptop van de overheid lost de ongelijkheid niet op

Kansengelijkheid Laptops en excursies financieren voor alle scholen kost miljoenen euro’s. Waarom moet de overheid dat betalen, vraagt Julia van Velsen.

Foto Foto: Dieuwertje

De hoge schoolkosten worden voor steeds meer ouders een probleem, waarschuwden verschillende onderwijsorganisaties onlangs in een brief aan de Tweede Kamer. Om „goed onderwijs” voor elk kind mogelijk te maken, „ongeacht de portemonnee van de ouders”, doen de organisaties, waaronder de VO-raad, twee voorstellen.

Zo bepleiten ze het afschaffen van de vrijwillige ouderbijdrage, waarmee scholen extra activiteiten bekostigen. Die vrijwillige ouderbijdrage zou bijdragen aan de verschillen tussen scholen en een afnemend activiteitenaanbod. Volgens de organisaties kan de overheid excursies en schoolreisjes beter financieren (mits het tot „de kern van het onderwijs” behoort).

Daarnaast willen de ondertekenaars van de brief dat de overheid de kosten voor ‘digitale devices’ op zich gaat nemen. Schoolboeken worden immers ook vanuit de overheid gefinancierd. En nu ‘digitale leermiddelen’ zoals laptops en grafische rekenmachines veelal „onmisbaar” zijn op scholen, zouden ook die moeten worden vergoed.

Laptop gelijk aan schrift

Maar is dat daadwerkelijk een oplossing? Om bij de devices te beginnen: een probleem dat door het vergoeden van laptops of iPads in stand gehouden en versterkt wordt, is de digitalisering van het onderwijs. De nadelen van digitalisering zijn talrijk: het veroorzaakt mede de ontlezing, een vermindering van de fijne motoriek, een kortere concentratiespanne, en een degradatie van het leraarschap zoals dat ook bij de artsen dreigt te gebeuren. Desondanks blijven scholen inzetten op het gebruik van devices, omwille van ‘de vooruitgang’. Waar de grote technologiebedrijven natuurlijk geen enkel bezwaar tegen hebben.

Uiteraard zijn grafische rekenmachines een geval apart. Maar wanneer de vergoeding van devices, inclusief laptops en tablets, wettelijk wordt vastgelegd, wordt een laptop de facto gelijkgesteld aan een schrift als leermiddel. Iets dat een school die laptops en grafische rekenmachines alleen aanvullend gebruikt (bijvoorbeeld om kinderen met Excel te laten oefenen), moet willen vermijden.

Lees ook: Gratis schoolboeken. Waarom dan geen gratis laptops?

Schoolreis naar New York

En dan de excursies, betaald uit de vrijwillige ouderbijdrage. Zulke excursies hoeven absoluut niet exorbitant te zijn. Toch hoor je steeds vaker over schoolreizen naar New York of China.

Waarom zouden we kinderen en tieners al vroeg aanleren dat zij ‘recht hebben’ op excursies naar het buitenland? Het schept grote verwachtingen, en de leerlingen zullen, eenmaal volwassen, vaker naar het buitenland afreizen. Aangezien massatoerisme en klimaatverandering twee prominente problemen zijn, is het wenselijker om een andere moraal mee te geven aan jonge mensen. Namelijk dat een weekendje rondzwerven door Drenthe evengoed tot gezelligheid en leerzaamheid kan leiden (ervan uitgaande dat dat de twee hoofddoelen van excursies zijn) als een week in Athene.

Uiteraard moet over Athene ook kennis opgedaan worden. Maar hoezo zou dat ter plekke moeten? Hoewel het altijd zinnig is om theorie in de praktijk te zien, is er een ander element dat wij modernen vaak verwaarlozen: de schoonheid van het onbereikbare. Dit geldt niet alleen voor de plaatsen zelf: ook afstanden die tegenwoordig in een handomdraai overbrugd kunnen worden, zouden in jonge mensen juist een gezond gevoel van ontzag moeten opwekken. Zoals de beroemde schrijver C.S. Lewis schreef in zijn boek Surprised by Joy: „a modern boy travels a hundred miles with less sense of liberation and pilgrimage and adventure than his grandfather got from traveling ten”.

Ook in de brief van de onderwijsorganisaties wordt dit probleem aangestipt. Zij willen „een bredere discussie over de meer principiële vraag of en in welke mate extra activiteiten […] tot de kern van het onderwijs behoren” echter pas na de afschaffing van de ouderbijdrage voeren. Daardoor blijft onduidelijk hoe scholen zich tot buitenlandse excursies moeten verhouden.

Overheidssteun is niet gratis

Ook het goede van het idee van het solidariteitsbeginsel wordt schade berokkend door het voorstel. Want in plaats van een dialoog op landelijk niveau én op het niveau van de school over waarom ouders niet kunnen of willen betalen, wordt de overheid er weer eens bij geroepen.

De aanschaf van alleen al laptops voor, zeg, alle basis- en middelbare scholen, laat staan financiering van alle excursies, kost vele miljoenen euro’s. Maar financiële steun vanuit de overheid is niet gratis. Ook de schrijvers van de brief „realiseren [zich] dat de overheidsmiddelen op dit moment onder druk staan”. Toch wordt dit blijkbaar gezien als bijzaak. En dat is het niet: het moeten betalen van een hogere belasting is immers niet vrijwillig, in tegenstelling tot de huidige ouderbijdrage.

Wat het voorstel probeert op te lossen – in essentie ongelijkheid tussen leerlingen en tussen scholen – is een serieus probleem. Meer aandacht voor goedkopere (papieren) leermiddelen en voorlichting aan ouders waaróm hun bijdragen nodig zijn, kunnen daarbij helpen. Maar deze oplossing richt in ieder geval meer schade dan herstel aan.