Opinie | Een kind krijgen is geen normale zaak meer

In Nederland worden steeds minder kinderen geboren, meldt het CBS. Het geboortecijfer is met 1,49 kinderen per vrouw nog nooit zo laag geweest. Dit komt doordat het aantal vrouwen zonder kind toeneemt; het gemiddeld aantal kinderen per moeder daalt niet.

„Het lijkt erop dat steeds meer vrouwen niet de bestaanszekerheid hebben om een gezin te stichten”, verklaart CBS-socioloog Tanja Traag in de media. Het aantal moeders – het CBS noemt het woord ‘vader’ of ‘partner’ niet één keer in de studie – daalt in alle groepen, maar de daling is het sterkst bij vrouwen zonder zogeheten startkwalificatie (minimaal havo/vwo of mbo-2 diploma). Zij hebben een economisch zwakkere positie: van deze vrouwen heeft slechts de helft een vast contract.

Onderzoek wijst uit dat economische onzekerheid de vruchtbaarheid remt: wie geen (vaste) baan of geschikte woning heeft, stelt het krijgen van kinderen uit. We moeten ervoor waken dat een kind een luxeproduct wordt, dat alleen toegankelijk is voor de rijken.

Kinderen krijgen is de afgelopen twintig jaar duurder geworden, schrijft demografisch onderzoeker Daniël de Wijk in zijn promotieonderzoek. Ten dele doordat de kosten, bijvoorbeeld de huizenprijzen, zijn toegenomen, en ook doordat we hogere eisen stellen aan het ouderschap. Naast de luiers en babyvoeding kost kinderopvang een vermogen. Wie één kind vijf dagen naar de crèche wil brengen, betaalt per maand bruto 2.500 euro. Daarvoor kun je ook een heel jaar aan de universiteit studeren. Zelfs nadat de kinderopvangtoeslag is binnengekomen, hakt die kostenpost erin. Ook de reputatie is niet fantastisch: de kwaliteit van de opvang lijdt onder de grote personeelstekorten, en het toeslagenstelsel boezemt sommige ouders angst in.

Ongewenst kinderloos

Kinderloosheid is bovendien lang niet altijd een keuze. Volgens de WHO lijdt 1 op de 6 mensen aan onvruchtbaarheid. Een gezin stichten is een mensenrecht, onderstrepen wetenschappers, dat toegankelijk moet zijn voor iedereen, dus ook voor lhbti’ers, alleenstaanden en mensen die lijden aan vruchtbaarheidsproblemen. Maar fertiliteitstrajecten zijn heel duur. Hoewel in Nederland meer wordt vergoed door de verzekeraar dan in de meeste Europese landen, bestaat ook hier ongelijkheid. Alleenstaande moeders en lesbische stellen die met donorzaad zwanger worden moeten dit bijvoorbeeld deels zelf betalen. Degenen met genoeg geld gaan voor een vruchtbaarheidsbehandeling naar België, Spanje of Duitsland, terwijl anderen ongewenst kinderloos achterblijven.

Een kind zorgt niet alleen voor hogere kosten, maar leidt meestal ook tot een lager inkomen. Hoewel we collectief profiteren van de komst van kinderen (arbeidsmarktpotentieel! belastingbetalers!), zijn de kosten grotendeels voor het individu. Of preciezer gezegd, voor de moeder. De ‘babyboete’ is het effect van de komst van kinderen op het inkomen van hun ouders. In Nederland bedraagt de boete voor moeders gemiddeld 46 procent.

De babyboete voor vaders? Nul.

Die boete komt doordat moeders minder uren gaan werken en doordat hun uurloon in de loop der jaren daalt, of minder stijgt dan als zij geen kind zouden hebben gekregen. Moeders met jonge kinderen werken veel vaker in deeltijd (83 procent) dan vaders (24 procent). Dat komt weer mede door de loonkloof. Doordat vrouwen vaak al minder verdienen dan hun partner vóórdat er kinderen komen, is het economisch gezien de logische keuze dat zij minder gaan werken.

Ook hardnekkige sociale normen spelen een rol: zo vindt 19 procent van Nederland het ideaal dat moeders van jonge kinderen niet werken, en 97 procent vindt dat ze niet fulltime zouden moeten werken, blijkt uit onderzoek van het CBS.

De babyboete voor vaders? Nul. Er zijn zelfs studies die wijzen op een positief effect voor mannen (de ‘fatherhood bonus’). Vader betekent in de ogen van werkgevers namelijk ‘kostwinner’ en dat staat gelijk aan ‘belangrijk’ en ‘verantwoordelijk’. Hij heeft natuurlijk een hoger salaris nodig om voor zijn gezin te zorgen.

Geen contractverlenging

Moeders zien werkgevers daarentegen vooral als lastig. 43 procent van de werkende of werkzoekende zwangere vrouwen krijgt te maken met een vorm van zwangerschapsdiscriminatie, meldt het College voor de Rechten van de Mens. Zwangeren worden afgewezen bij een sollicitatie (soms met een expliciete vermelding van de zwangerschap als reden), krijgen geen contractverlenging, of werkgevers ontzeggen hen een promotie, salarisverhoging of bonus.

De babyboete is niet gelijk verdeeld over de bevolking. Praktisch geschoolde moeders met de laagste inkomens leveren relatief het meeste in: zij stoppen het vaakst met werken of schroeven het aantal uren terug, al dan niet gedwongen door hun niet verlengde contract, of een partner die fulltime moet, of wil, blijven werken. Het vooruitzicht op zo’n forse babyboete, gecombineerd met de hoge kosten van het ouderschap, kan meespelen in het uitstellen van een kinderwens.

Ook regelingen om de babyboete voor moeders te dempen vallen vooral uit in het voordeel van gezinnen met hoge inkomens. Zo is het partnerverlof sinds een aantal jaar uitgebreid, maar wordt hierbij slechts 70 procent van het inkomen vergoed. Onderzoek van NRC liet zien dat vooral gezinnen met hoge inkomens hier gebruik van maken. Met een laag salaris is 30 procent ervan minder goed te missen.


Lees ook
Ware slavernij? Als moeder ben ik vrijer dan ooit

Ware slavernij? Als moeder ben ik vrijer dan ooit

Hoewel economische en praktische overwegingen meespelen, is het besluit om kinderen te proberen te krijgen geen volledig rationele keuze. In het boek Soms wil ik een kind beschrijft journalist Jantine Jongebloed de persoonlijke en tegelijkertijd universele twijfels bij haar kinderwens. Ze heeft soms een intens verlangen naar een kind en geniet soms juist van het autonome leven zonder kinderen. Hoe zullen de wereld en het klimaat er later aan toe zijn? Wat als haar kind niet gezond blijkt? Wat zal de impact zijn op haar werk? Wat als haar huwelijk stukloopt? Haar eigen moeder heeft nooit zo stilgestaan bij dit soort vragen, vertelt Jongebloed in een interview: zij kreeg gewoon kinderen, omdat het zo liep.

Is het eigenlijk erg dat het geboortecijfer daalt? Ieder kind dat niet geboren wordt scheelt naar schatting 58,6 ton CO2-uitstoot per jaar. Maar als mensen ongewenst kinderloos blijven is dat verdrietig. Ook brengt een vergrijzende samenleving problemen met zich mee. De verhouding tussen het aantal werkenden en gepensioneerden wordt steeds kleiner. Wie gaat de pensioenen straks betalen? Het aantal 80-plussers zal de komende decennia naar verwachting meer dan verdubbelen, en er zijn nu al enorme personeelstekorten in de ouderenzorg. Wie gaat hen verzorgen?

Baarmachines

In Europa is de geboortepolitiek gekaapt door extreemrechts, dat haar koppelt aan het tegengaan van migratie. Zo probeert de Hongaarse premier Orbán met financiële prikkels het geboortecijfer omhoog te krijgen. Gezinnen met drie of meer kinderen krijgen een eenmalige bonus van 30.000 euro, en moeders die vier kinderen krijgen hoeven een leven lang geen inkomstenbelasting te betalen. Dat lijkt overigens weinig effectief: de bevolking van Hongarije krimpt nog steeds.

In Nederland blijft de politiek gelukkig ver van dat soort voorstellen, dat vrouwen reduceert tot baarmachines – en daarbij geen rekening houdt met wie geen kinderen of wil of kan krijgen, en lhbti-rechten schendt – om zo de noodzaak van migratie te verkleinen.

Wel zou de overheid er goed aan doen om in te zetten op structurele voorzieningen voor (wens)ouders zoals betere kinderopvang, een lagere babyboete en toegankelijke fertiliteitstrajecten. Een babyboom hoeven we er niet van te verwachten: overal ter wereld, óók in de Scandinavische kinderwalhalla’s, daalt het geboortecijfer. Maar zo voorkomen we in ieder geval dat kinderen een luxeproduct worden.


Lees ook
Hoe schep je orde in de chaos van het moederschap?

Hoe schep je orde in de chaos van het moederschap?