Afzichtelijk en corrupt. Financial Times-columnist Martin Wolf had een maand geleden maar twee woorden nodig om het komende bewind-Trump te typeren, tijdens een publiek interview in Amsterdam. Het wordt ugly, zei hij, en corrupt. En Wolf is niet bepaald van de lunatic Left, hij is eerder een klassiek-liberale marktdenker.
Krijgt hij gelijk? Over het lelijke kunnen we kort zijn: iedereen heeft de brute behandeling kunnen zien die Zelensky, president in oorlogstijd, in het Witte Huis ten deel viel. Ostentatieve wreedheid is het handelsmerk van Trumps nieuwe elite van bullebakken en halfgoden.
Maar hoe zit het met de corruptie? Het valt misschien minder op omdat Trump zo ‘wild om zich heen slaat’, maar zijn ontmanteling van het staatsapparaat heeft een politiek en zakelijk doel. Dat is niet een kleinere of ‘efficiëntere overheid’, een traditionele Republikeinse wens. Integendeel: de huidige anti-bureaucratische kaalslag tast de efficiëntie en competentie van de overheid juist aan – en dat is de opzet. Ambtelijke, formele structuren worden gesloopt en vervangen door loyaliteit en eigenbelang.
In de Amerikaanse Senaat zette de Democraat Christopher Murphy onlangs op een rijtje wat de „verbijsterende rooftocht” tot nu toe heeft opgeleverd. Hij zag een „normaliseren” van corruptie op klaarlichte dag, die lijkt op het plunderen van de staatsruif door Poetin en zijn oligarchen. De staat als persoonlijk eigendom.
Vergezocht? Afgelopen week veranderde Trump voor zijn vriend Elon Musk het grasveld van het Witte Huis even in een Tesla-showroom door er vijf modellen tentoon te stellen, live uitgezonden op X: „Ik wil er zelf ook één.”
Kort voor zijn aantreden lanceerde Trump zijn eigen meme coin – een financiële route waarlangs iedereen met genoeg geld goodwill kan kopen bij de machtigste man ter wereld. Direct na zijn inauguratie nam hij maatregelen ten gunste van de olie-industrie, die ruimhartig bijdroeg aan zijn campagne.
De golf massa-ontslagen die sindsdien door de federale overheid rolt, treft niet toevallig allerlei toezichthoudende instanties. Inspecteurs-generaal die corruptie bestrijden, de National Labor Relations Board, die werknemersbelangen dient (en een klacht in behandeling heeft over een bedrijf van Musk), de directeur van de CFPB, een federale instantie die consumentenzaken behartigt, de Food and Drugs Administration, die onder meer nieuwe medische apparatuur beoordeelt (Musk heeft er een aanvraag lopen).
Grofste voorbeeld
Een aantal van die ingrepen is nu onder de rechter, maar het patroon is duidelijk. En het gaat door: het ministerie van Justitie heeft een reeks aanklachten moeten laten vallen die Trump niet aanstaan, een flagrante politisering van justitie. Grofste voorbeeld is het stilleggen van de strafzaak tegen de van corruptie verdachte burgemeester van New York, die in ruil trouw moet zweren aan Trumps uitzettingsbeleid.
Kleiner grut: Trump ontving bakkeleiende golfbonden om hun conflict uit te praten – een geschil waar hij, als gastheer van golftoernooien, zakelijk belang bij heeft.
Precedenten? Ja, Richard Nixon (president van 1968 tot 1974) was een crook, al ontkende hij het, en zei hij dat „als de president iets doet, het niet onwettig is” – een voorbode van de absolute macht die Trump nu voor zich opeist. Maar Nixon trad af. De vrijwel vergeten president Warren G. Harding (1921-1923) liet een roofzuchtige kliek zijn gang gaan maar was volgens zijn biograaf zelf vooral een sukkel.
Trump is uit ander hout gesneden – eerder dat van keizer Nero. Zijn corruptie komt niet voort uit onmacht (Harding) of politieke paranoia (Nixon), het is een geloofsartikel. Trump maakt van het presidentschap zijn bezit, een merk – het ideale verdienmodel.
Lees ook
Trump verandert het Witte Huis in een Tesla-showroom, al heeft Musk hem ‘nog nooit om een gunst gevraagd’
