Onlangs sprak PVV-leider Geert Wilders in Hongarije op de CPAC-conferentie, een bijeenkomst georganiseerd door premier Viktor Orbán. Hoewel de meeste media hierbij niet aanwezig mochten zijn, deden zij wel veelvuldig verslag van de toespraak en de bijeenkomst.
Kwaliteitsmedia doen dat graag op een feitelijke manier, waarbij ze stemmingmakerij willen vermijden. Natuurlijk is er ook ruimte voor een mening, maar wel in de daarvoor bedoelde katernen. Het originele verslag moet objectief en neutraal blijven, waarbij geen plaats is voor ‘oordelende’ termen als xenofoob en fascistisch, en ‘neutralere’ termen als conservatief de voorkeur genieten. Bij een objectief verslag is het oordeel immers aan de lezer, die op basis van de beschreven feiten prima zelf een mening kan vormen.
Maar wat zijn hier de feiten? Wat is objectief en neutraal? De conferentie is niet conservatief enkel omdat de organisatoren haar zo noemen. Noord-Korea noemt zichzelf ook democratisch, maar er is niemand die dat serieus neemt.
Het woord ‘conservatief’ heeft een inhoudelijke betekenis. Het slaat op het behouden van wat goed is, zaken in stand laten en geen onnodige aanpassingen doen. Maar dat is niet wat partijen als de PVV willen. Ze willen geen zaken behouden, maar zijn reactionair. Ze willen situaties ‘herstellen’. Als je minder Marokkanen wilt, dan wil je daadwerkelijk de bevolkingssamenstelling aanpassen. Als je moskeeën wilt sluiten en korans wilt verbieden, dan tracht je daadwerkelijk de status quo te wijzigen. Dit gedachtegoed omschrijven als conservatisme of als ultraconservatief is de waarheid geweld aan doen. Het gedachtegoed kenmerkt zich juist door het terugverlangen naar een (vaak imaginair) verleden.
Conservatieve partijen zijn – zoals politiek journalist Chris Aalberts ook terecht stelde – die zoals het CDA. Daarmee heeft de PVV niets van doen, en de overige partijen op het congres nog minder. Hier de beschrijving (ultra)conservatief gebruiken is niet objectief of neutraal, maar juist politiek geladen. De betekenis van een niet-oordelende term wordt opgerekt, waarmee radicaal gedachtegoed als milder wordt gepresenteerd en wordt genormaliseerd.
Xenofobe elementen
Waarom zien we termen als xenofoob en fascistisch als oordelend? Omdat we als samenleving ook daadwerkelijk een oordeel hebben over de achterliggende ideeën. Xenofoob is een oordelende term omdat we xenofobie slecht vinden. Fascistisch is een oordelende term omdat we fascisme afkeuren. Deze denkwijzen en ideologieën hebben elementen die je kunt beschrijven, en uit die beschrijvingen ontstaan dan weer definities. En alhoewel er discussie bestaat over de exacte invulling daarvan, komen de gangbare definities wel sterk overeen. Daarmee is het daadwerkelijk mogelijk om objectief te toetsen of iets xenofobe of fascistische elementen bevat, en om bijvoorbeeld onderscheid te maken tussen radicaal- en extreemrechts (enkel die laatste variant wil, al dan niet met geweld, de democratie omverwerpen).
Dit heeft meerwaarde, want door het beestje bij de naam te noemen, wordt het makkelijker het te herkennen en zo nodig te verwerpen. Niet elke lezer komt voorbij de titel, laat staan de eerste alinea, dus ook op die plekken wil je zo volledig mogelijk zijn.
Hoe de speech wel te kwalificeren? Wilders sprak over de „joods-christelijke waarden”, die door immigratie zouden verdwijnen. Dit moet niet begrepen worden als een pleidooi voor beter burgerschapsonderwijs voor nieuwkomers zodat ook zij de – door ons blijkbaar uniform gedeelde – waarden leren omarmen. Kern van het PVV-verhaal is juist dat migranten hier moeten wegblijven en dat de eerder gearriveerde migranten weer moeten vertrekken. Of zoals in 2020 door Wilders zelf verwoord: „Geen omvolking, geen gelukzoekers, geen welkom voor half Afrika maar gewoon Nederland weer voor onze eigen mensen”.
Wie in deze context „onze eigen mensen” zijn, blijft vaag. Het is niet vergezocht dat afkomst en geboortegrond hier relevante factoren zijn, maar dat wordt hooguit geïmpliceerd. Populisten laten dit bewust ongedefinieerd, zodat de toehoorder erin kan horen wat hij wil en de boodschapper er niet op kan worden aangevallen. Het niet-expliciteren is geen bug, maar een feature.
Fascistisch is dit niet. Fascisme wordt namelijk gekenmerkt door sterke antidemocratische elementen, die hier ontbreken. In plaats daarvan is deze ideologie te definiëren als nativisme. Het is een samenraapsel van nationalisme en xenofobie – omdat er hier expliciet wordt gestreefd wordt naar een homogene nationale gemeenschap.
Hondenfluitjes
De juiste terminologie vinden is niet altijd makkelijk, maar wel de taak van journalisten die in neutrale en objectieve berichtgeving willen vertellen wat er daadwerkelijk gebeurt. Ze moet door wollig taalgebruik heen prikken en hondenfluitjes (ogenschijnlijk onschuldige uitspraken die een verborgen boodschap voor ingewijden bevatten) herkennen. Het is onvoldoende om teksten voor zichzelf te laten spreken. Dan bestaat het gevaar dat journalisten terminologie overnemen die bewust verkeerd gekozen is, waarmee ze bijdragen aan een politieke agenda.
Met het gebruik van oordelende termen nemen journalisten geen stelling. De stelling wordt ingenomen door de lezer, die zich moet afvragen of hij nativisme en xenofobie verwerpelijk vindt, of juist is gaan liefhebben. Door oordelende termen te mijden, normaliseer je de bedenkelijke verschijnselen die je ermee aanduidt. Dat is noch objectief, noch neutraal.
Lees ook
‘De harnassen moeten aan’, klinkt het op Wilders’ ultrarechtse feestje in Boedapest