Opinie | De toezichthouder moet vooral nu kunnen meekijken met de AIVD

De afgelopen tien jaar is de macht van de AIVD enorm toegenomen. De geheime dienst mag steeds meer en er is steeds minder controle. Een nieuwe wet die per 1 juli inging is tot nu toe de meest verreikende, zonder dat er extra toezicht is geregeld. Hoe zijn we hier in hemelsnaam beland?

In 2022 werd de nieuwe Cyberwet geïntroduceerd. Deze geeft de geheime dienst meer bevoegdheden, tegelijkertijd hoeft ze minder verantwoording af te leggen. Met die wet verandert ook hoe er toezicht wordt gehouden. In plaats dat de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) vooraf toestemming moet geven voor bepaalde operaties, gaat de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (CTIVD) tijdens de operatie meekijken.

Dat is duidelijk een verzwakking van het toezicht. Het is te vergelijken met de ov-chipkaart: door de poortjes heen moeten vóór de reis is een sterkere controle op zwartrijden, dan een conducteur die controleert tijdens de reis.

Toezicht sterker dan ooit

Als gevolg van de nieuwe wet stapte een van de drie leden van de TIB uit protest op. Maar het mocht niet baten. Minister Hugo de Jonge beloofde de CTIVD extra capaciteit voor haar extra taken en daarmee was het een gedane zaak. Het toezicht zou effectiever worden dan ooit.

Twee jaar later is het echter een puinhoop bij de CTIVD, want die extra capaciteit is er nooit gekomen. De voorzitter van de CTIVD is inmiddels opgestapt – de tweede toezichthouder in korte tijd dus – en zijn overgebleven collega’s hebben aangegeven het toezicht te moeten afschalen. De oplossing van de minister? Dat de AIVD misschien wel kan bijspringen. Bij haar eigen toezicht dus. Op zijn zachtst gezegd verontrustend.

Het is daarbij ook een bijzonder slecht moment om zonder goed toezicht te zitten. Sinds 2017 mag het kabinet geheime opdrachten aan de AIVD verstrekken. Oud-AIVD’ers waarschuwden destijds voor de ‘politisering’ van het inlichtingenwerk: politieke partijen zouden de geheime diensten kunnen gebruiken voor hun eigen politieke agenda. Dat we nu een premier hebben die partijloos is én de voormalig hoogste baas van de AIVD, had toen denk ik niemand kunnen voorzien. Het is te hopen, zoals oud-AIVD’er Hugo Vijver in mei jl. ineen opiniestuk schreef„dat Dick Schoof voldoende tegenwicht kan bieden aan de wensen van zijn politiek broodheer en coalitieleider PVV.”

Integer handelen

Het is inderdaad te hopen dat Schoof integer handelt. Maar de premier was zelf bij achtereenvolgens de NCTV en AIVD verantwoordelijk voor grove wetsovertredingen. Denk bijvoorbeeld aan de NCTV die gemeenten bleek te hebben aangespoord om moskeeën (illegaal) te laten infiltreren. Of het jarenlang in het geniep in de gaten houden van burgers op sociale media, wat óók een illegale surveillancepraktijk is. De bewaking van onze rechtsstatelijke principes in zijn handen leggen lijkt daarmee toch enigszins een risico. Hadden we maar een toezichthouder die op het geheime werk van de dienst kon meekijken en zo nodig aan de noodrem kan trekken.

Toch is er meer mogelijk dan simpelweg wensen dat het anders was en hopen op een goede afloop. We kunnen er weliswaar niet op vertrouwen dat het kabinet zich beheerst, maar waarom zou de AIVD dat niet zelf kunnen doen? De dienst kan haar werk (deels) neerleggen, de nieuwe bevoegdheden niet inzetten tot het toezicht is geregeld. Ter bescherming van de democratische legitimiteit van het inlichtingenwerk.

Omdat ze gecontroleerd wíl worden, omdat dat past in een democratische rechtsstaat. De toezichthouder mag dan momenteel niet meekijken – u en ik natuurlijk nog wel.


Lees ook

Verkennen, hacken en tappen: mogen de AIVD en MIVD al genoeg of moet de wet nodig ruimer?

De top van de Nederlandse inlichtingendiensten generaal Jan Swillens, directeur van de MIVD (l.)  en AIVD-directeur Erik Akerboom (r.)  in gesprek met , Pieter-Jaap Aalbersberg, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid.